Wat koren kunnen vanaf zaterdag: naar buiten of toch niet?
In de kerk is ingetogen samenzang weer mogelijk. Maar hoe zit het met de koren? Buiten repeteren met vijftig man kan, zegt de een. Anderen spreken dat tegen: het advies om niet te zingen geldt nog steeds. Zes vragen.
Wat is per 5 juni het geldende advies voor koren?
Dat blijft onduidelijk. Voor binnenruimten is het wel helder: het advies om daar niet te zingen in groepsverband is nog altijd van kracht. Dat staat in de brief die minister Hugo de Jonge op 28 mei naar de Kamer stuurde en waarin hij de versoepelingen in stap 3 van het openingsplan toelichtte. Uitzonderingen vormen alleen de professionals en jongeren tot en met 12 jaar. Maar dat advies geldt dus voor binnenruimten. Niet voor buiten, zo redeneert Daphne Wassink van koepelorganisatie Koornetwerk Nederland. En aangezien je vanaf deze zaterdag in het kader van kunst- en cultuurbeoefening met vijftig personen op 1,5 meter afstand mag samenkomen, is het dus nu mogelijk om buiten met vijftig koorleden te repeteren. Het ministerie van OCW heeft tegenover Wassink bevestigd dat dit een goede uitleg van de adviezen is, zegt ze vrijdagmiddag.
Een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft vrijdagmiddag echter een iets andere lezing. „Amateurkoren kúnnen buiten zingen –indien kunst- en cultuurbeoefening– met maximaal vijftig personen, maar het advies is om het niet te doen.” Volgens Wassink illustreert dit precies de situatie op dit moment. Koren die naar veiligheidsregio’s bellen krijgen tegenstrijdige uitleg over de regels die in stap 3 gelden.
Goed: buiten is dus onduidelijk. Voor binnen geldt in ieder geval nog wel het advies om niet in groepsverband te zingen?
Klopt. Let wel: het is een advies. Een verbód op zingen is er eigenlijk nooit geweest. Behalve in november een paar weken. Toen kondigde het kabinet plotseling een verbod op zingen in groepsverband af. Dat gebeurde op basis van een nieuw advies over koorzang van het RIVM. Vanaf 1 december verviel echter de wettelijke grondslag voor dit verbod, omdat de coronawet van kracht werd. Het verbod werd vervolgens een dringend advies. Maar de boodschap van het kabinet bleef gelijk: niet zingen in groepsverband. En daar is niets aan veranderd, ook niet in stap 3 van het openingsplan.
Waar kwam dat zangverbod eigenlijk vandaan?
Het kabinet besloot hiertoe op basis van een nieuw advies over koorzang vanuit het RIVM. Het instituut noemt verschillende redenen voor het strenge advies, waaronder „nieuwe literatuur en media-analyse.” Ook zegt het RIVM meerdere clusterbesmettingen te kennen bij koren die de coronamaatregelen in acht namen. Deze elementen zouden wijzen op besmettelijkheid van zang.
Navraag bij het RIVM naar de inhoud van deze aanwijzingen levert nul op het rekest op. Het instituut wil volgens een woordvoerder de gegevens waarop het de adviezen baseert niet openbaar maken, om niet in een openbare discussie erover te belanden. Een zogenoemd WOB-verzoek van het Reformatorisch Dagblad naar de overwegingen bij het zangverbod wacht inmiddels 22 weken op antwoord. Dat is een ruime overschrijding van de maximale termijn van acht weken om informatie openbaar te maken. Het ministerie van Volksgezondheid beroept zich op overmacht: door de enorme hoeveelheid WOB-verzoeken rond corona zou een normale afhandeling niet meer mogelijk zijn.
Maar zingen is dus extra besmettelijk?
Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden als het lijkt. Ook het RIVM spreekt slechts over „aanwijzingen” hiervoor. Dat komt omdat er tijdens een kooravond vaak meer gebeurt dan alleen zingen: denk aan ontmoeting en bewegingen in de ruimte. Zo verscheen in april een studie naar zes clusterbesmettingen rond zang in september en oktober vorig jaar – dus toen coronamaatregelen in acht werden genomen. Vier clusters waren er na koorrepetities, een na een uitvoering en een bij een kerkkoor. Toch konden de onderzoekers bij geen enkel geval met zekerheid vaststellen via welke route –druppels in de lucht of bijvoorbeeld contact– de besmettingen plaatsvonden.
Dat hard wetenschappelijk bewijs moeilijk te geven is, wil echter niet zeggen dat we niets weten over zangrisico’s.
In de eerste plaats komt er de laatste tijd steeds meer bewijs voor de rol van aerosolen –kleine druppels die mensen uitstoten– bij de verspreiding van het coronavirus. Het is al langer bekend dat deze druppels juist bij zingen veel worden geproduceerd.
Ten tweede wijst het RIVM vooral op de zogenoemde ”attack rate” (hoeveel mensen per keer worden besmet): die ligt volgens het instituut ongewoon hoog bij koren. Daarom is de redenering: ook al valt een besmetting via zang moeilijk te bewijzen, omdat er te veel signalen in die richting wijzen, is voorzichtigheid momenteel de beste route.
Als het gaat om het gevaar van zingen, maakt de overheid steeds onderscheid tussen amateurzangers en professionals. Waarom is dat?
Inderdaad geldt het negatieve advies alleen voor amateurkoren en voor mensen die zangles volgen met meerdere mensen tegelijk. Voor kinderen tot en met 12 jaar en voor professionele zangers geldt het advies niet. Vooral die laatste uitzondering is opvallend: vorig jaar verschenen studies uit Engeland en Zweden tonen juist aan dat professionele zangers ongeveer tweemaal tot driemaal zo veel aerosolen produceren als amateurs. Reden hiervoor zou hun duidelijke articulatie van medeklinkers zijn, waarbij hogere luchtsnelheden optreden.
Ook hierover bestaat echter verschil van inzicht: de Protestantse Kerk in Nederland schreef juist deze week in een nieuw zangprotocol dat bij professionele zangers vanwege een „betere stembeheersing” juist minder risico op virusverspreiding aanwezig lijkt.
Terug naar de situatie nu: koren kunnen in juni binnen dus nog niets beginnen?
Inderdaad. Tot ongenoegen van Wassink. Namens Koornetwerk Nederland heeft ze deze week een brandbrief gestuurd naar de verantwoordelijke ministers waarin ze vraagt het „rigide negatieve advies” voor zingen in koorverband te herzien. Volgens haar lopen de richtlijnen voor koorzang „volledig uit de pas” met andere sectoren die nu weer opengaan. Dat je wél met vijftig man in een kroeg mag zitten waar je hard moet praten om boven de achtergrondmuziek uit te komen en niet als koor mag samenkomen om weer voorzichtig te zingen, dat begrijpt ze niet. Ook het feit dat de anderhalvemeterregel voor jongeren op scholen is losgelaten terwijl diezelfde jongeren boven de 12 nog steeds niet samen mogen zingen, noemt ze onbegrijpelijk. Ze pleit er daarom voor om per 5 juni ook voor de koorsector meer mogelijk te maken. Het is volgens Wassink heel belangrijk voor de koren dat ze deze maand weer „ademruimte” krijgen, om na de zomer een goede start te kunnen maken.
De kerken kregen toch juist meer ruimte voor de samenzang?
Inderdaad. Kerken hoorden deze week van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) dat samenzang op kleine schaal weer kan: op een ingetogen manier –„op praatniveau”– en beperkt qua tijdsduur. Overigens kwam deze week een Brits onderzoek naar buiten waarin wordt aangetoond dat het samen zingen in de kerk al wel eerder weer had gekund, als dat met deugdelijke mondkapjes op was gedaan. Een mondkapje reduceert namelijk de hoeveelheid aerosolen die iemand uitstoot én de snelheid waarmee deze zich in de ruimte verspreiden met gemiddeld 85 procent. Mondkapjessamenzang zou daarom veilig zijn geweest.
Overigens is het opmerkelijk dat in diverse reformatorische kerken al langere tijd –soms door grotere groepen– gezongen wordt, maar dat als gevolg hiervan geen clustermeldingen bekend zijn. Besmettingen bij zanggroepen zijn wel bekend, zoals eind vorig jaar in de protestantse gemeente in Biddinghuizen.
En voor de koren, wat is nu het perspectief?
Dat is nog niet helder. Koornetwerk Nederland gaat ervan uit dat op 30 juni, als stap 4 en 5 –bij gunstige cijfers– in werking treden, het advies om niet samen te zingen vervalt. De woordvoerder van het ministerie van Justitie is echter terughoudender. Zij stelt dat de bestaande adviezen in aanloop naar de volgende stap in het openingsplan „opnieuw worden gewogen.” Of het advies moet worden aangepast is „onderdeel van de politieke besluitvorming” en staat daarom nog niet vast.
Overigens betekenen de geldende richtlijnen niet dat alle koren de achterliggende tijd stil hebben gezeten. Diverse koren zingen alweer enkele maanden. Andere gezelschappen zijn recent weer opgestart. Hier en daar verschijnen op Facebook foto’s van koren die ergens op een grasveld repeteren.