Rutte komt een beetje uit de gevarenzone
Begin april leek het erop dat er geen vierde kabinet onder zijn leiding zou komen. Maar het tij keert, al is er nog een weg te gaan. Voor de veranderende situatie zijn vijf oorzaken te noemen.
Begin april zat VVD-voorman Mark Rutte diep in de problemen. Alle fracties, uitgezonderd de VVD, steunden een motie van afkeuring omdat Rutte stelde dat hij bij de verkenners Ollongren en Jorritsma de positie van het kritische CDA-Kamerlid Omtzigt niet aan de orde had gesteld. Dat bleek wel zo te zijn. De liberaal hield vol dat hij niet had gejokt, maar dat hij zich de kwestie „verkeerd had herinnerd.” Alle oppositiefracties vonden deze fout van Rutte zo groot, dat ze zelfs een motie van wantrouwen steunden. Als een van de coalitiepartijen de Kameruitspraak had gesteund, moest premier Rutte direct het veld ruimen.
Maar dat gebeurde niet. Wel vielen er harde woorden. D66-leider Kaag zei dat het vertrouwen in Rutte een forse deuk had opgelopen. ChristenUnie-leider Segers stelde dat Rutte niet de persoon is om een nieuwe formatie en een nieuw kabinet te leiden. Daardoor leken de dagen van Rutte geteld. Hij kon hoogstens verder als aangeschoten wild.
Zes weken later zijn de kansen voor Rutte voor een deel gekeerd. Tijdens het debat over het eindrapport van Tjeenk Willink, afgelopen woensdag, bleek dat een meerderheid van de Kamer de discussie over de geloofwaardigheid van Rutte op dit moment achter zich heeft gelaten. Hoe kan dat?
1. Iedereen heeft boter op het hoofd
De VVD was na het debat begin april verontwaardigd dat alle schuld voor het feit dat de regering CDA-Kamerlid Omtzigt tegenwerkte, in de schoenen van Rutte werd geschoven. Naar alle waarschijnlijkheid lekten de liberalen toen notulen van de ministerraadsvergadering naar de pers. Daaruit bleek dat niet alleen Rutte Omtzigt de voet dwars wilde zetten, maar ook andere ministers van het kabinet, onder wie ook minister Hoekstra van Financiën, die bij de verkiezingen CDA-lijsttrekker was. Hij nam de taak op zich om Omtzigt te „sensibiliseren”, oftewel onder druk te zetten.
Eind april vond over de uitgelekte notulen een debat plaats in de Tweede Kamer. Hoewel aan Rutte nog wel het verwijt kleeft dat hij een grote fout maakte door zich niet te herinneren dat hij met de verkenners over Omtzigt sprak, was nu wel voor iedereen duidelijk dat de VVD-voorman niet de enige schuldige was aan het tegenwerken van Omtzigt. Alle bewindslieden hebben boter op het hoofd. Ook D66-leider Kaag, die in het demissionaire kabinet minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is, roerde zich.
2. Tjeenk Willink heeft gezegd dat het moet kunnen
Informateur en PvdA-coryfee Tjeenk Willink kreeg begin april de opdracht om de scherven bij elkaar te vegen en te bezien of het onderling vertrouwen hersteld kon worden. Hij sprak met alle fractievoorzitters en diverse deskundigen. Tjeenk Willink concludeerde eind april ten aanzien van de persoon van Rutte twee dingen.
Als eerste dat alleen PVV, SP en BIJ1 deelname of steun aan een nieuw kabinet onder leiding van Rutte bij voorbaat uitsluiten. De andere fracties laten hun oordeel afhangen van het te voeren beleid, de nieuw te kiezen bestuursstijl en het realiseren van meer dualistische verhoudingen tussen kabinet en kamer. PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en JA21 matigden in vergelijking met begin april dus hun oordeel. Toen steunden ze een motie van wantrouwen of afkeuring, maar een blokkade om met Rutte samen te werken, verdween in de weken erna naar de achtergrond.
De tweede conclusie van Tjeenk Willink ten aanzien van Rutte was ook een gunstige voor de liberaal: „Hij is symbool, maar niet de enige representant van de bestaande bestuursstijl.” Met andere woorden: Het is niet reëel om alle schuld voor de fouten van de afgelopen jaren als het gaat om gebrek aan dualisme tussen Kamer en kabinet en over het gebrek aan een open bestuursstijl alleen de persoon van Rutte aan te rekenen.
3. Rutte wil het anders gaan doen
Rutte is een overlever in de politiek. In de afgelopen tien jaar heeft hij als premier bijna met alle politieke partijen samengewerkt in diverse vormen: via coalities, gedoogconstructies en incidentele afspraken. En niet zonder succes. De altijd vrolijke en innemende Rutte belde met iedereen die hij nodig had en wist fractieleiders en Kamerleden vaak met aardige toezeggingen over de streep te trekken. „De afgelopen jaren is mij opgevallen dat als je in de oppositie zit en nodig bent voor een meerderheid, nou jongens, dan wordt de fanfare uitgenodigd en dan is alles plotseling mogelijk”, zo stelde GroenLinks-fractievoorzitter Klaver woensdag.
Tjeenk Willink concludeerde in zijn eindrapport dat meer dualisme en een open bestuursstijl een andere invulling van het minister-presidentschap eisen. Rutte heeft dat in zijn gesprek met de informateur erkend. De liberaal zou daarover gaan nadenken. In een tv-interview stelde Rutte enkele weken geleden dat hij daarover „radicale ideeën” heeft.
Afgelopen maandag ontvouwde Rutte zijn plannen bij Nieuwsuur. De „radicale ideeën” bleken vooral eerder gedropte plannen. Rutte wil meer dualisme, sneller en meer overheidsinformatie vrijgeven, een meer „menselijke maat” bij uitvoeringsorganisaties en een betere toegang voor burgers tot het recht.
Woensdag lichtte Rutte zijn plannen toe in het Kamerdebat over het eindverslag van informateur Tjeenk Willink. Rutte zegt dat hij samen met Kamer, kabinet en samenleving wil bouwen aan het veranderen van de bestuurscultuur. Rutte legde de bal ook neer bij zijn collega-fractievoorzitters. Ze moeten ook maar eens over zichzelf nadenken en wat hun rol was geweest. Zou er als vanzelf een nieuwe bestuurscultuur komen als hij, Rutte, het veld zou ruimen? „Was het maar zo simpel”, stelde Rutte in antwoord op een interruptie van DENK-fractievoorzitter Azarkan. De meerderheid van de Kamer slikt deze gedachtelijn. Vooralsnog heeft de VVD-voorman deze slag gewonnen.
4. Groeiend besef dat het land geregeerd moet worden
Informateur Tjeenk Willink adviseerde in zijn eindrapport om de nieuwe informatieronde te gaan richten op de inhoud. Welke problemen zijn er en hoe moeten die worden opgelost? Daarmee wordt de vraag of er al dan niet vertrouwen in Rutte is als toekomstig premier, even geparkeerd. En dat is strategisch gezien een handige zet. De tijd heelt wonden.
Woensdag bleek tijdens het debat dat D66 er anders in staat dan begin april. Kaag stelde: „We hebben allemaal grote inhoudelijke verschillen, maar ik ben ook vredesgezant geweest en ik weet ook dat je met diegene met wie je de grootste verschillen hebt, op een gegeven moment, onder voorwaarden, om tafel moet gaan. Maar het is geen gelopen wedstrijd. Dit is een nodige etappe en mijns inziens ook broodnodig in het belang van de geloofwaardigheid van de politiek. Als tweede grootste partij zie ik dat als onze verantwoordelijkheid. Is het populair? Misschien niet. Is het noodzakelijk? Dat wel.”
Kaag heeft met Rutte geluncht in het Catshuis en nog een keer met hem koffiegedronken. Daar spraken ze zeer waarschijnlijk ook over het formatieproces. En ze kwamen overeen om oud-PvdA-Kamerlid en huidig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Mariëtte Hamer te vragen als informateur. Ook nog eens een mooie geste richting de PvdA, die VVD en D66 op termijn mogelijk bij de formatie wil betrekken.
Ook voor CDA-leider Hoekstra is samenwerking met de VVD nog geen gelopen race. Hoekstra sprak wel over de verantwoordelijkheid die er ligt om „problemen aan te pakken” en „niet alleen met onszelf bezig te zijn.” Maar zo ver als Kaag in haar denkproces zit, zo ver is Hoekstra (nog) niet. Dat heeft ook te maken met de positie van de nummer twee op de CDA-lijst, Pieter Omtzigt (zie punt 5).
PvdA en GroenLinks, die begin april de moties van wantrouwen en afkeuring tegen VVD-voorman Rutte steunden, stelden dat het vertrouwen in Rutte niet is teruggekeerd. Maar ze steunen wel de komende inhoudelijke ronde in de formatie. Als blijkt dat de partijen inhoudelijk tot overeenstemming kunnen komen, dan kan het vertrouwen er wel komen. De twee linkse fracties willen het proces wel een kans geven. Ook dat is winst voor Rutte.
5. Er komt een gesprek tussen Rutte en Omtzigt
Het CDA zit in deze fase van de formatie in een spagaat. CDA-voorman Hoekstra kan niet gaan onderhandelen voor hij weet wat de nummer twee van de lijst, Pieter Omtzigt, wil. Als die het niet ziet zitten om met Rutte samen te werken, dan kan Hoekstra met goed fatsoen niet zeggen dat hij dat wel wil. Dan zou Omtzigt zich zomaar terug kunnen trekken uit het CDA.
Rutte stelde maandag bij Nieuwsuur dat hij Omtzigt heeft uitgenodigd voor een gesprek. Omtzigt staat daar niet afwijzend tegenover, maar omdat hij overwerkt thuis zit, kan dat gesprek niet op korte termijn plaatsvinden.
Rutte zal in dat gesprek al zijn charmes gebruiken om Omtzigt binnenboord te houden. Omtzigt heeft zich nog niet uitgesproken over Rutte, maar zijn vrouw wel. Die twitterde begin april: „Deze premier kan toch nooit meer het vertrouwen in de rechtsstaat herstellen?”
Maar net als bij D66 kunnen ook bij het CDA en bij Omtzigt de meningen zich ontwikkelen. Het feit dat Omtzigt bereid is om het gesprek met premier Rutte aan te gaan, kan de liberale voorman in ieder geval als een winstpunt noteren.