Oud-president Donald Trump zei in 2016 dat de staat van wegen, bruggen en het spoor in zijn land meer doet denken aan een derdewereldland dan aan een goed ontwikkelde en welvarende samenleving. Wie meent dat deze typering meer past bij de ronkende taal die Trump soms gebruikte dan dat ze recht doet aan de staat van de Amerikaanse infrastructuur, heeft het mis. Ja, er zijn in de VS prachtig, goed onderhouden snelwegen. Maar deze zijn niet zelden eigendom van particuliere ondernemingen die met tolheffing hun voordeel halen.

Andere (snel)wegen zitten soms vol kuilen, die vaak jarenlang worden afgedekt met stalen platen. President Joe Biden wil de infrastructuur daarom grootschalig gaan aanpakken. Volgens het plan van Biden moet 32.000 kilometer autoweg direct groot onderhoud krijgen. Er zijn bruggen die deels zijn verzakt of waar het beton afbrokkelt. Wie bijvoorbeeld onder de Brent Spence Bridge bij de stad Cincinnati loopt, doet er goed aan een paraplu op te zetten omdat het stukjes beton regent. Hetzelfde geldt voor de Manhattanbridge, de hangbrug die de East River in New York overspant.

Soms worden bruggen geheel gesloten. Vaker beperkt het stadsbestuur het aantal beschikbare rijbanen om de belasting voor het verkeer te verminderen. Volgens de Infrastructure Report Card uit maart van dit jaar is 42 procent van de 617.000 bruggen in de Verenigde Staten meer dan 50 jaar oud; ruim 46.000 daarvan worden beoordeeld als „deplorabel.”

Klimaat

Ook het elektriciteitsnetwerk moet snel worden aangepakt. Veel leidingen zijn bovengronds aangelegd. De houten masten zijn vaak verzwakt door vocht of houtworm. Bij een storm knappen ze af. Hetzelfde geldt voor het waterleidingnet, dat voor een groot deel bestaat uit roestige gietijzeren pijpen die soms meer dan 120 jaar oud en giftig voor mensen zijn.

Net als Biden nu, probeerde Trump dit probleem aan te pakken. Maar hij kreeg onvoldoende steun van het Congres. Onder de critici hoorden ook partijgenoten. Biden heeft nu een plan op tafel gelegd waar 2300 miljard dollar (ruim 1900 miljard euro) mee is gemoeid. Het is bedoeld voor de verbetering van wegen, bruggen, het spoor, vliegvelden, waterleidingen en het electriciteitsnet. Daarnaast wil hij geld besteden aan verbetering van internetbereikbaarheid en vooral ook aan milieumaatregelen. Daarbij gaat het om oplaadstations voor elektrische auto’s, maar ook om investeringen in schone energiebronnen, zoals zonneparken en windmolens.

Zeker dat laatste maakt dat hij moet rekenenen op weerstand. Republikeinen vinden dat Biden de verbetering van de infractstructuur aangrijpt om „linkse hobby’s” te bedrijven. De Republikeinse fractieleider in de Senaat, Mitch McConnell, heeft het voorstel daarom al aangeduid als het paard van Troje.

Regionale verschillen bepalen soms ook de houding van de Amerikaanse politici. Staten aan de oost- en westkust zien voordeel in de plannen. Daar is de verkeersintensiteit het hoogst. De infrastructuur in de (oudere) steden is er beroerd aan toe. Bovendien hebben de kuststreken vaker te maken met stormen die een hevige aanslag doen op de conditie van bruggen en het electriciteitsnet. In de veelal dunner bevolkte staten van het binnenland zijn die problemen minder groot.

Verzet

Daarnaast is er verzet bij het Amerikaanse bedrijfsleven. Op zich vinden ondernemers ook dat de infrastructuur dringend moet worden verbeterd. Maar zij vrezen grotendeels voor de kosten te moeten opdraaien. Biden stelt voor de belasting voor het bedrijfsleven gedurende 15 jaar te verhogen van 21 naar 28 procent. Trump had die juist verlaagd. Ondernemers vinden verhoging van de branstofaccijns een veel eerlijker maatregel.

Hoe dringend noodzakelijk ook, het ambitieuze voorstel van Biden is voorlopig nog niet geaccepteerd. Om uit die impasse te komen, suggereren sommige Congresleden de plannen voor verbetering van wegen, bruggen en de nutsvoorzieningen los te koppelen van de andere planonderdelen.