Opinie

Toegespitst: Genderideologie: heidense religie in postmoderne tijd

De genderideologie domineert het debat in kerk en samenleving. Aanhangers ervan stellen dat het geloof in God de Vader in een door mannen gedomineerde wereld ontstond. Daarom sluit het christelijk belijden mensen uit. Waarom kun je God niet ook als Moeder of Het aanroepen? Is Gods identiteit geslachtelijk bepaald?

Dr. C. P. de Boer
1 May 2021 15:04
beeld iStock
beeld iStock

De Apostolische Geloofsbelijdenis zet in met de woorden „Ik geloof in God de Vader.” Tegen het einde van de eerste eeuw circuleert dit credo in grote delen van de vroegchristelijke kerk. Vermoedelijk hebben Jezus’ apostelen deze belijdenis niet geschreven, maar hun brieven bevatten daarvoor wel belangrijke bouwstenen en aanzetten.

Begin tweede eeuw bestaat de kerk vooral uit Joden. Voor het formuleren van het geloof ontlenen deze christenen van de tweede generatie woorden aan de overlevering van Jezus’ apostelen –eveneens Joden– en aan Israëls Schrift, het Oude Testament; de canon van het Nieuwe Testament is in deze periode nog niet afgerond.

Beide bronnen komen terug in de aanhef: „Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere.” Met dit credo belijden deze Joden hun geloof in Israëls God. Hun getuigenis klinkt in het Middellandse Zeegebied, dat meer dan 30.000 tempels telt. Daarin worden goden vereerd die vaders en moeders, mannen en vrouwen, androgyn (niet mannelijk en niet vrouwelijk) of zelfs biseksueel zijn.

Met het eerste deel van de Apostolische Geloofsbelijdenis veroorzaken de Joodse christenen onder hun volksgenoten vanzelfsprekend geen ophef. De Schrift verkondigt immers klip-en-klaar dat God hemel en aarde in zes dagen schiep. Daarnaast heet God op meerdere Schriftplaatsen Vader en noemt Hij de Messias, Zijn gezalfde Koning of Zijn volk Israël Mijn Zoon, dus ook die woorden staan niet ter discussie.

De stelling dat naast God nog Iemand anders ”kurios”, Heere, heet, baart onder Joden evenmin opzien. In verschillende vroegjoodse geschriften uit de tijd vóór Christus heten Mozes, Henoch, andere Bijbelheiligen of een van de hoofdengelen kurios. Zij bezitten goddelijke eigenschappen, beschikken over goddelijke krachten en worden als kurios vereerd. Een van deze geschriften beschrijft dat God voor Mozes opstaat van Zijn troon. Hij staat hem toe om voor even over de wereld te heersen: Mozes kurios op Gods troon.

Bij alle onderlinge verschillen delen Joden begin tweede eeuw de overtuiging dat de identiteit van JHWH, Israëls God, niet geslachtelijk bepaald is. In die zin is JHWH geen vader, moeder, biseksueel of androgyn, Hij is uniek, onvergelijkbaar. Wel gaan de wegen uiteen als een Jood belijdt dat God een tot de kruisdood veroordeelde Timmersmanszoon uit de doden heeft opgewekt en tot Messias en Kurios heeft gemaakt. Iemand die dat belijdt, bezondigt zich aan blasfemie.

Veelgodendom

Heidense godsdiensten leren vanouds dat goden een grote familie vormen. Aan het hoofd van zo’n godenfamilie staat een godenpaar of een godheid die eerst of mannelijk en vrouwelijk ineen of androgyn is geweest.

Op enig moment heeft deze godheid uit zichzelf een godin gemaakt en bij haar godenkinderen verwekt. Vanaf dat moment is de identiteit van elke godheid bepaald door geslacht en seksualiteit.

Deze goden maakten in eerste instantie een androgyn mens. Later bepaalden de goden ook zijn identiteit door geslacht en seksualiteit; een androgyn werd man of vrouw. Geslacht en seksualiteit maakten de grenzen tussen de godenwereld en de mensenwereld vloeiend. De gedachte dat seksualiteit een mens in staat stelt om de godenwereld binnen te treden, heeft in de verering van verschillende goden en godinnen een centrale plaats gekregen. Denk bijvoorbeeld aan omvangrijke tempelprostitutie te Korinthe. In zo’n heiligdom is seks religie.

Tegen het einde van de eerste eeuw zwelt de kritiek op deze voorstellingswereld aan. Heidense filosofen distantiëren zich steeds opener van deze klassieke voorstelling. Volgens hen staat aan het begin van de werkelijkheid een godheid die man-vrouw of mannelijk-vrouwelijk in zich verenigt. Met behulp van de vier elementen –water, lucht, aarde en vuur– maakt deze godheid een manvrouwelijke, dat wil zeggen een volkomen kosmos. Aan de hand van de twee geslachten is de kosmos ingedeeld. Zo weerspiegelt de kosmos wie god is. De hogere en mannelijke planeten bijvoorbeeld zijn Helios, Zeus en Chronos, de lagere en vrouwelijke planeten zijn Selene, Aphrodite en Ares. Ook de kosmos is dus ingedeeld in mannelijk en vrouwelijk. Mannelijk staat voor het goede, de geest, het vervaardigen en het actief domineren; het vrouwelijke staat voor het nederige, de materie, het slechte, het lijden en het ontvankelijke.

De verschillen tussen goden en godinnen en tussen een hogere en een lagere werkelijkheid worden met seksueel getinte termen beschreven. Alleen harmonie heft de tegenstellingen tussen beide geslachten op; harmonie creëert volmaakte rust.

In deze godenwereld ontstaat de gnostiek, een religieuze stroming die allerlei joods-christelijke elementen absorbeert, uitgaat van een godheid en de Vroege Kerk in haar voortbestaan bedreigt. In tegenstelling tot het veelgodendom beperkt de gnostiek de tegenstelling tussen mannelijk en vrouwelijk niet tot de kosmologie.

De gnostiek stelt deze tegenstelling ook centraal in zijn verlossingsleer. Alleen ware kennis van god, in wie alle tegenstellingen oplossen, heft elk verschil tussen mannelijk en vrouwelijk op. Deze kennis leidt tot volmaakte rust in god. God is volgens de gnostiek geen man of vrouw, maar een idee, een ”het”. In het kennen van god wordt iemand zichzelf: androgyn.

In deze complexe wereld belijden christenen zoekend naar woorden en motieven hun geloof in „God de Vader, Schepper van hemel en aarde”, terwijl zij afstand houden van een god wiens identiteit geslachtelijk bepaald of van een god die enkel een Idee is, een god zonder identiteit.

Moeder

De confrontatie met de genderideologie dwingt christenen tot een gezamenlijke bezinning op de Bijbelse betekenis van Gods Vaderschap. Zo’n bezinning kan voor christenen behorend tot verschillende kerkverbanden tot grote zegen worden. Bijvoorbeeld wanneer zij tijdens deze gezamenlijke bezinning ontdekken dat ook andere kerkverbanden belijden in dezelfde Vader te geloven en heimwee ontstaat om weer samen bij moeder Ecclesia, de ene Kerk, aan één tafel te zitten. Als dat gebeurt, heeft hun Vader de genderideologie gebruikt om Zijn gezin te herenigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer