„Hoekstra verlegde de koers te drastisch”
Hoe kon het zo mis gaan bij het CDA? Nu de ergste kruitdampen zijn opgetrokken, wordt de verbazing over de gevoerde campagne alleen maar groter.
Een toekomstbezinning. Die moest het CDA hoognodig organiseren, oordeelde de partijtop begin 2019. Nog datzelfde jaar bracht de daarvoor in het leven geroepen denktank een rapport uit, Zij aan zij geheten. Het CDA moest een alternatief bieden voor het neoliberalisme, was de centrale gedachte.
In een vraaggesprek met het Reformatorisch Dagblad haalde voorzitter Leonard Geluk zelfs de namen van Groen van Prinsterer en Isaäc da Costa erbij. Ook zij reflecteerden van tijd tot tijd stevig op de tijdgeest. Net zoals de partij dat, om een nieuwe koers te kunnen uitdragen, nu ook had gedaan.
De slogans, die de nieuwe koers moesten onderstrepen, stonden als een huis. Van ratrace naar relaties. Van winst naar waarden. Van regelzucht naar burgerruimte. Dat hadden de partijideologen knap bedacht. Wie bij de komende verkiezingen de kar zou trekken, was toentertijd nog niet bekend. Maar ach, zo was de overheersende gedachte, het CDA heeft twee kroonprinsen –Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra– die daar beiden prima geschikt voor zijn.
„Achteraf bekeken is dat anders uitgepakt”, tekent parlementair historicus prof. dr. Gerrit Voerman aan. Het hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) zegt de campagne van de christendemocraten met verbazing te hebben gevolgd. „Toen De Jonge afhaakte en Hoekstra hem opvolgde, bleek die laatste niet zijn evenknie te zijn. Hoekstra wilde opeens niet het alternatief, maar de betere versie van de VVD zijn. Je kunt zeggen dat hij een vergelijkbare agenda presenteerde als die partij, met als enige verschil dat hij die anders wilde uitvoeren. Dat is dus verkeerd uitgepakt, want onbedoeld legde hij daarmee vooral bloot dat er in de partij onenigheid is over de koers.” De partijhistoricus vraagt zich af of het CDA-partijbestuur daar voldoende op bedacht is geweest.
Vergelijkbare kritiek op Hoekstra’s campagne viel woensdagavond al op te tekenen uit de mond van politicoloog prof. dr. Tom van der Meer, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Van der Meer vroeg zich af waarom Hoekstra zich amper uitliet over normen & waarden, terwijl dat hét thema is waarin het CDA zich in de ogen van de kiezers onderscheidt. Vooral Balkenende maakte daar in de campagnes van 2002 en 2003 gebruik van.
„Kamerleden of anderen hoor je er niet publiekelijk over, maar duidelijk lijkt mij wel dat niet de hele partij zich in december achter Hoekstra’s voordracht heeft geschaard”, zegt Voerman. Inderdaad, achter de schermen valt her en der te beluisteren dat Hoekstra razend intelligent is en zich een snelle leerling toont, maar dat „de ondervloer” waarop hij staat nog niet helemaal in orde is.
Merkwaardig is dat niemand minder dan oud-CDA-fractievoorzitter Elco Brinkman, toch geen vreemde in de partij, Hoekstra in de Eerste Kamer jarenlang onder zijn hoede nam. Een tweede bijspijkercursus lijkt voor de partijleider geen overbodige luxe. Als de tijd het toestaat: voorlopig zal veel van zijn aandacht door de formatie worden opgeslokt.