Rutte heeft de wind mee, maar het is zijn zeilkunst die hem naar de finish brengt
Als er niets geks gebeurt, wordt Rutte straks kampioen Torentjezitten. Dankzij corona. Toch? Nou, de pandemie helpt hem zeker. Toch is een crisis niet per definitie voordelig voor een zittend premier.
Wordt Mark Rutte zondag met een feestelijk gevoel wakker? Vast. Vandaag bezet hij op de kop af 3789 dagen het Torentje, precies even lang als de sociaaldemocraat Willem Drees minister-president was. Nog één nachtje slapen en hij streeft de sobere PvdA’er qua duur van zijn premierschap voorbij.
En dan? Op naar de volgende horde natuurlijk. Vanaf morgen nog 519 dagen en Rutte passeert de absolute recordhouder Torentjezitten, de CDA’er Ruud Lubbers.
Dat hij zover gaat komen, is waarschijnlijk. Immers, de VVD voor 17 maart nog kloppen is voor welke partij dan ook een haast onmogelijke klus. En worden de liberalen voor de vierde maal op rij bij Kamerverkiezingen de grootste, dan krijgen zij het initiatief bij de formatie. En leveren zij –dat staat wel vast– de premier.
Dat Rutte en zijn partij er in de peilingen zo riant voor staan, heeft onmiskenbaar iets te maken met de coronacrisis. Want de Covid19-pandemie mag dan maatschappij-ontwrichtend en voor tal van burgers desastreus zijn, voor Rutte is hij –electoraal gezien– alleen maar voordelig.
Wat een, voornamelijk positieve, publiciteit levert de bestrijding van dit virus hem op! Om de paar weken zit half Nederland aan het scherm gekluisterd om de minister-president, terzijde gestaan door secondant De Jonge, vermanend en bemoedigend uiteen te horen zetten wat de nieuwste wijzigingen in de coronaregels zijn.
Dat levert hem haast automatisch een reputatie van gezagvol leiderschap op. Ongezocht valt het optreden van de premier van alle Nederlanders plezierig samen met de belangen van de lijsttrekker van de VVD.
Voor Rutte is campagnevoeren dit keer amper nodig. Misschien zelfs ongewenst. Komt de verkiezingsoverwinning anno 2021 niet als een gebraden duifje zijn mond binnen vliegen?
Toch is deze voorstelling van zaken net iets te simpel. Alsof het voor een zittende premier, als er in het jaar voor de verkiezingen maar een flinke ramp optreedt, kat in ‘t bakkie zou zijn. Zo gemakkelijk gaat dat niet.
Denk aan Jan Peter Balkenende in het verkiezingsjaar 2010. Nederland was bevangen door een zware financieel-economische crisis. Maar in plaats van daarvan te profiteren, kregen de premier en zijn CDA een opdoffer; ze verloren twintig Kamerzetels.
Daarom, wie al te zeer benadrukt dat de coronacrisis voor Rutte en de liberalen zo gunstig is, kan zomaar vergeten dat de winst waar de VVD-leider op afstevent óók iets te maken heeft met zijn politieke vakmanschap.
Als geen ander voelde Rutte in coronatijd aan om welk type leider het volk verlegen zat: een empathisch politicus die „afspraken” met burgers maakt, die weliswaar als een streng schoolmeester vasthoudt aan de avondklok, maar die in het begin van de crisis ook als een vader des vaderlands gehakt maakt van de zogeheten dor-hout-redenering: laat ouderen en zwakken maar sterven, als dat jongeren en sterken ruimte biedt. En die daardoor vertrouwen hield bij een breed deel van het volk.
Vooral van die vaardigheid: slim kunnen profiteren van de crisis, gaat Rutte op 17 maart de vruchten plukken. Als er niets tussen komt…