Opinie

Column (Henk Jochemsen): Toeslagen, overheid en ideologie

De ontknoping van de toeslagenaffaire is wel dé politieke gebeurtenis van 2020, ook al heeft de corona-epidemie een groter gevolg voor de samenleving als geheel. In deze affaire hebben centrale instituties van de rechtsstaat, de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht, gefaald. Hoe kon dat gebeuren?

Henk Jochemsen
31 December 2020 09:20
„Gezinnen die op een correcte manier een toeslag hadden ontvangen, werden op grond van verkeerde aannamen kapotgemaakt.” Foto: hoorzitting in verband met de toeslagenaffaire. beeld ANP, Bart Maat
„Gezinnen die op een correcte manier een toeslag hadden ontvangen, werden op grond van verkeerde aannamen kapotgemaakt.” Foto: hoorzitting in verband met de toeslagenaffaire. beeld ANP, Bart Maat

In de antwoorden die de afgelopen weken naar voren kwamen, blijft een bepaald aspect onderbelicht. Dat is de dominante, neoliberale ideologie die het publieke leven doortrok en nog doortrekt. Voordat ik hierop inga, wil ik benadrukken dat sociale verbanden en instituties als overheid en school aan de ene kant een eigen karakter, taak en manier van werken kennen. Zo zijn de taak en de plaats van de overheid in onze samenleving onafhankelijk van welke coalitie er zit. Maar tegelijk maakt dat wel veel uit, want de politieke kleuren met bijkomende visies op mens, maatschappij en overheid verschillen fors van elkaar. Zulke uiteindelijk levensbeschouwelijk gefundeerde visies en overtuigingen spelen altijd een rol. Een ‘neutrale’ visie op overheid en samenleving bestaat niet, al willen liberalen ons dat wel doen geloven („de openbare school is goed voor iedereen”).

De overheersende opvattingen over politiek en samenleving die in de afgelopen decennia het overheidsoptreden in belangrijke mate hebben gestuurd, komen uit een neoliberale ideologie. Hierin staan, te midden van variaties en accentverschillen, enkele overtuigingen centraal. Dit is allereerst de gedachte dat mensen in het publieke leven elkaars concurrenten zijn en dat, als ieder primair het eigenbelang nastreeft, het algemene belang het beste gediend wordt. Dus economische activiteiten moeten zoveel mogelijk vrijheid hebben, zodat mensen het eigenbelang kunnen nastreven. Dan wordt de meeste welvaart voor iedereen gecreëerd. Verder bestaan bedrijven primair om geld voor de aandeelhouders te genereren. Collectieve lasten moeten zo laag mogelijk zijn, want die belemmeren een vrije economische ontwikkeling. Publieke instituties, zoals de overheid, moeten dus zo weinig mogelijk kosten. Daarom moeten die instituties bedrijfsmatig gerund worden. Kort gezegd: de overheersende norm is doelmatigheid, het doel is (financiële) winst en de belangrijkste deugd is hebzucht.

Voor publieke instituties, zoals de overheid, instellingen voor gezondheidszorg en het onderwijs, houdt dit algemeen gesproken het volgende in: Deregulering (dan kan ‘iedereen’ relatief gemakkelijk aanbieder worden op de markt) en concurrentie (alleen meetbare productie (output) telt). En verder steeds meer regels voor het primaire proces, om de omvang en kwaliteit van de output te bepalen en te beheersen, met enorme registratiedruk (bijvoorbeeld het aantal zorgminuten per zorghandeling).

Deze ideologie heeft vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw ook het overheidshandelen sterk beïnvloed, al lijkt die invloed sinds kort tanende. Op collectieve lasten is vanaf die periode sterk bezuinigd. Dus ook op uitkeringen en toeslagen. En op ic-bedden. Het bestrijden van fraude is daar onderdeel van. Op zich zal ieder het daarmee eens zijn. Fraude ondermijnt het draagvlak voor sociale voorzieningen. En collectieve lasten moeten beheersbaar blijven. En collectief bezit en beheer van de productiemiddelen leidt tot gedeelde armoede (zie Cuba).

Met de neoliberale ideologische lading kreeg dit overheidsstreven echter een nietsontziend karakter. Dat is kenmerkend voor een ideologie. Terwijl de regering meewerkte aan regelingen waardoor grote multinationals voor vele miljarden belasting konden ontwijken, werden ondertussen gezinnen die op een correcte manier een toeslag hadden ontvangen op grond van verkeerde aannamen kapotgemaakt. We hadden dit toch voor onmogelijk gehouden in Nederland?

We kunnen het geheel niet begrijpen zonder die neoliberale ideologische lading, ook als we de verantwoordelijkheid van individuen in de instituties niet ontkennen. Zoals die ideologie ook mede de oorzaak is van de te kleine buffer aan capaciteit in de gezondheidszorg, die een belangrijke achtergrond vormt van de huidige lockdown, met alle persoonlijke en economische drama’s die daarmee samenhangen. Overigens, zonder het heilzame karakter ervan op bepaalde punten te ontkennen.

Onredelijke besparing op collectieve lasten brengt via een omweg nog veel grotere lasten mee. Iets wat we ook zien in de klimaatproblematiek. Wie zich afvraagt welke politieke partij (of partijen) het meest door die ideologie wordt beheerst, weet ook wat hij in maart 2021 niet moet stemmen.

De auteur is emeritus hoogleraar christelijke filosofie aan de Wageningen University & Research.

Meer over
Toeslagenaffaire

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer