Muziek

Jan Wijn (86) bij afscheid als pianodocent: Pianospelen is vooral heel erg lekker

Een blessure aan zijn rechterhand maakte een eind aan zijn carrière als concertpianist. Maar via het spel van een indrukwekkend aantal succesvolle pianoleerlingen is pedagoog Jan Wijn (86) nog steeds te beluisteren. Na 58 jaar stopt hij met lesgeven aan het Amsterdams Conservatorium. „Als je het volmaakte wil nastreven, remt dat tegelijkertijd je spel.”

Geerten Jan van Dijk
11 December 2020 21:51
Pianopedagoog Jan Wijn leidde een groot aantal beroemde pianisten op. beeld RD, Anton Dommerholt
Pianopedagoog Jan Wijn leidde een groot aantal beroemde pianisten op. beeld RD, Anton Dommerholt

„Waarom wordt de ”Mondschein-sonate” toch altijd zo tergend langzaam gespeeld?” Verbolgen loopt de 86-jarige Jan Wijn naar zijn piano. In slow motion volgen de overbekende openingsmaten. „Zo moet het dus niet! Dan klinkt Beethoven nog slechter dan de muziek van Philip Glass. De partituur van Beethoven geeft aan dat je deze muziek in tweeën moet voelen en niet in vieren. Niemand doet dat! Alles moet zo nodig in de overdrive: té snel of té langzaam. Daar kan ik mij echt kwaad om maken. Ik wil blijven bij wat de componist zelf heeft bedoeld. Ik doe niet mee met die plechtige aanstellerij.”

Ook andere interpretaties moeten het ontgelden. Het ene na het andere citaat uit het pianorepertoire klinkt door de studeerkamer achter de villa in Soest. Beethoven, Rachmaninov, Brahms. Vooral veel Brahms.

Weer terug in zijn stoel naast het raam staart Wijn weemoedig de herfsttuin in. Na 58 jaar stopt de nestor van de Nederlandse pianistenwereld met lesgeven aan het Conservatorium van Amsterdam. Een groot aantal leerlingen groeide onder zijn vleugels uit tot een succesvolle pianist. „Jammer dat het niet meer kan. Anders zou ik het allemaal zo graag weer willen demonstreren op het podium of tijdens een les. Maar het is welletjes geweest.”

U bent 86 jaar. U had eerder kunnen stoppen met lesgeven.

„Ik was blij dat ik mocht blijven. Het is heerlijk om met leerlingen te werken. Maar het gedoe eromheen begon me tegen te staan. De reis naar Amsterdam, om vervolgens bij aankomst te ontdekken dat de parkeergarage vol is: daar heb ik geen zin meer in.”

Al vrij snel moest u uw carrière als concertpianist beëindigen. Wat ging er precies mis?

„Een van mijn vingers hield ermee op. Als ik druk uitoefen op mijn rechterpink, dan klapt mijn ringvinger naar binnen. Focale dystonie: meer musici tobben ermee. Omdat vingerwerk bij een pianist zo nauw luistert, werd het iets heel groots. In plaats van een octaaf pakte ik nog slechts zeven tonen. Mijn hand werd kleiner. „Je hand krimpt ineen? Dat is angst. Dat doet een spin ook als hij bang is”, wist een psychiater te vertellen. Freudiaanse onzin.”

Toch bent u op een gegeven moment weer concerten gaan geven.

„Neurologen, fysiotherapeuten, psychologen: niemand kon mij verder helpen. Er komt veel vuilnis in je hoofd als je lichaam weigert. Angsten, verkeerde ideeën. Al die rommel werd stapsgewijs opgeruimd tijdens cursussen die ik volgde bij de Scientology-beweging. Daarna stond ik weer heel vrij in het leven. Pianospelen ging toen wel weer, maar het kostte mij erg veel moeite. Over elke noot moest ik nadenken. Na een paar concerten ben ik dan ook weer gestopt met het optreden voor publiek.”

Wat hebt u met het publiek?

„Ik vind het fantastisch om op te treden voor publiek. Er zit iets in mijn persoonlijkheid dat het podium opzoekt. Ik vroeg eens aan een bevriende psychiater waarom ik toch altijd weer op het podium terechtkwam? „Dat is omdat je talent hebt en talent wil zich manifesteren”, zo vertelde hij. En dat vind ik eigenlijk ook wel een legitieme uitspraak. Daarom vind ik het zo gek dat sommige oud-leerlingen die minstens zoveel talent hebben als ik vroeger, helemaal niet aan de bak komen. Blijkbaar heb ik de wind mee gehad.”

Talent is blijkbaar niet de enige factor voor succes.

„Je moet ook een goed gevoel hebben voor pr. Daarom moeten jonge musici ook goed ingewijd worden in zaken als het lanceren van een website en het opbouwen van de juiste contacten. Langzaam sijpelen deze vaardigheden het curriculum van de conservatoria binnen. Er zijn pianisten die werkelijk overal spelen. En dat zijn echt niet altijd de uitblinkers. Netwerken, dat is het. En dat moet je maar liggen als musicus.”

Wanneer besloot u zelf te gaan voor een pianistencarrière?

„Ik ben niet christelijk opgevoed, maar mijn ouders stuurden mij wel naar het Christelijk Lyceum in Bussum. Tijdens de weekopeningen op maandagmorgen in de Spiegelkerk naast de school las de rector altijd iets voor uit de Bijbel. Bij de lezing van de gelijkenis van de talenten viel voor mij het kwartje. De ene dienaar stopte zijn talent in de grond, de anderen gingen ermee woekeren. Ik bezat talent om piano te spelen, dus besloot ik dat talent niet te begraven. Mijn eigen pianoleraar had het mij afgeraden: „Het muzikantenbestaan is hard en moeilijk en er is geen droog brood mee te verdienen.” Maar de gelijkenis van de talenten gaf de doorslag. Ik moest naar het conservatorium.”

Wat is uw motto als pedagoog?

„Het boek dat Sandra Kooke over mij schreef heet ”Speel!” (zie kader ”Pedagoog Wijn”). Met een uitroepteken. Dat is uiteindelijk ook mijn motto. Als je begint op het conservatorium krijg je een heleboel aangeleerd, maar je moet minstens zoveel afleren. Het is een periode van omschakelen. De onbevangenheid van de leerling als jonge hond valt weg. Doordat je verantwoordelijkheidsgevoel toeneemt, wordt je spel geremd. En daar moet ik ze natuurlijk altijd weer overheen helpen. Aan het begin ben ik als docent heel peuterig en precies, maar later moet ik vaak zeggen: „Speel nou gewoon eens voor de lol!” Het is dan zaak om de oorspronkelijke liefde voor de muziek terug te vinden én het plezier in het spelen zelf. Pianospelen is namelijk vooral heel erg lekker. Veel lekkerder dan bijvoorbeeld vioolspelen in zo’n ongemakkelijke houding. Als pianist zit je lekker op je kruk en je laat je vingers maar wapperen.”

En als concertpianist?

„Toen had ik geen motto. Ik was nog veel te eerzuchtig. Het moest allemaal honderd procent verantwoord. Een 10 met een griffel. Maar als je het volmaakte wil nastreven, remt dat tegelijk je spel. Daar had ik echt last van. Behalve tijdens de toegiften. Dan is de klus geklaard en durfde ik mij even te laten gaan. Maar wat was het ongelooflijk leuk, dat spelen voor publiek. Tegelijk ook zwaar. Ik kende een soort podiumangst vanwege mijn verantwoordelijkheidsgevoel. IJdelheid speelde zeker een rol. Ik moest immers een goede indruk maken.”

Waarom klopten er zoveel jonge pianisten bij u aan?

„In de tijd dat ik nog vaak op het podium zat, was ik bekend als concertpianist. Jonge pianisten willen natuurlijk graag studeren bij een bekende pianist. Aan het begin van mijn carrière verscheen daar opeens Ronald Brautigam, toen al een ontzettend muzikale jongen die goed van blad kon lezen. Zijn pianodocent vond dat hij les moest nemen bij mij. Daar is een ontzettend leuke samenwerking uit voortgekomen. Toen Ronald furore maakte, werd steevast mijn naam genoemd in zijn cv. Dus Jan Wijn is goed. Zo gaat dat.” Lachend: „Op een gegeven moment is je naam zo onverwoestbaar, dat men denkt dat het echt waar is dat je zo goed bent.”

Hoe maakte men u als docent boos?

„Als ik een leerling drie keer iets heb gezegd en het wordt niet opgepikt, dan word ik erg chagrijnig. Werd het mij echt te gortig, dan wilde ik weleens een lelijk woord in de partituur van de leerling kalken. Zullen die woorden later zijn weggegumd? Ik vraag het mij af.”

Wat gaat u nu doen?

„Dat zou ik werkelijk waar niet weten. Ik denk dat ik maar ga pianospelen. Er liggen hier nog een paar stukken van Chopin die ik nog nooit gespeeld heb. Die ga ik maar eens onder handen nemen. Zo houd ik mijn brein een beetje fit. Zo goed en kwaad als het gaat met die slome vinger.”

Speel! De lessen van Jan Wijn, Sandra Kooke; ISVW uitgevers; 192 blz.; € 19,95

Fragment uit ”Speel!”

Fragment uit ”Speel!”

Fragment uit ”Speel!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer