De houding van de fractievoorzitters is volgens Frissen onderdeel van een verharding van de lokale bestuurscultuur, waarbij in ‘vijanden‘ wordt gedacht en weinig respect bestaat voor minderheidsstandpunten.

In september zegden alle drie de wethouders het vertrouwen in De Vries als waarnemend burgemeester op. In de ogen van Frissen is de bestuurscrisis niet los te zien van de lopende herindelingsprocedure. De provincie heeft daarin de regierol. Zij zou er, zo adviseert hij, goed aan doen om op korte termijn duidelijkheid te geven: of onverkort toewerken naar een herindeling (wat samenvoeging met Barneveld inhoudt) of de procedure stopzetten. Daarmee ontstaat duidelijkheid en rust, waardoor de Scherpenzeelse politiek kan gaan werken aan een andere bestuurscultuur.

Tussen de regels door pleit Frissen voor een (voorlopige) stopzetting van de herindelingsprocedure. Hij noemt dat onvermijdelijk. ,Het kan het begin zijn van een herstel van vertrouwen in politieke zin.”

De hoogleraar deed samen met andere medewerkers van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur onderzoek in Scherpenzeel op verzoek van commissaris van de koning John Berends. Die gaat Frissens rapport bespreken met de Scherpenzeelse fractievoorzitters en er bij hen op aandringen om excuses te maken aan De Vries. “Ik vind die meer dan terecht”, zegt Berends. Ook zal hij vragen hoe er werk gemaakt kan worden van een andere bestuurscultuur.

Over de rol van de provincie zegt Berends in lijn met het rapport te zullen werken: “Volgende maand neemt het college van Gedeputeerde Staten een besluit over het beste scenario voor de toekomst: een zelfstandige gemeente Scherpenzeel, een gemeente met één strategische samenwerkingspartner of herindeling. Met dat besluit ontstaat ook de gewenste duidelijkheid en daarmee rust en ruimte die zo nodig is.”