„Levensfaseselectie laatste optie voor ic-arts”
Als de ic’s overvol zijn en artsen moeten kiezen wie zij nog kunnen opnemen, mogen zij als laatste optie kijken naar iemands levensfase en gaat jong voor oud.
Dat stelden de Federatie Medisch Specialisten en artsenfederatie KNMG dinsdag voor.
Ze deden dat in een draaiboek, bedoeld als ruggensteun in een kritieke fase. Het protocol moet voorkomen dat artsen achteraf kunnen worden bekritiseerd of aansprakelijk gesteld voor het niet kunnen bieden van zorg. Met het stuk willen de medici verder bereiken dat elk ziekenhuis dezelfde benadering kiest.
Achterliggende gedachte in het draaiboek is dat artsen in het geval van ic-schaarste zo lang mogelijk moeten blijven selecteren op medische criteria, zoals iemands overlevingskansen. Uitgangspunt daarbij is dat elk leven evenveel waard is; ras, sekse, handicaps of een ongezonde leefstijl spelen geen rol.
Pas aIs de medische selectie niet meer toereikend is om het tekort aan ic-bedden te verhelpen, komen andere criteria in beeld. Patiënten die met kortdurende ic-zorg kunnen worden gered, moeten dan de voorrang krijgen boven patiënten die langdurig moeten worden opgenomen. Is er dan nog een beddentekort dan gaan zorgwerkers die besmet zijn geraakt met het coronavirus, zonder dat ze zich daar goed tegen konden beschermen, voor. Pas als de ic-schaarste dan nog niet is opgelost komt het levenfasecriterium in beeld.
Minister Van Rijn (Medische Zorg) zei dinsdag dat hij de leidraad beschouwt als discussiestuk. Hij heeft waardering voor het geleverde werk, maar onderstreepte daarbij dat het kabinet de passages over de levensfaseselectie niet onderschrijft. Leeftijd dient altijd in samenhang met iemands medische conditie te worden bezien, aldus de bewindsman. Patiënten selecteren op volgorde van binnenkomst zou volgens het kabinet een betere aanpak zijn.
De medische beroepsgroepen gaan met hun achterban in discussie over de leidraad. Mogelijk volgen er daarna ook nog publieksdebatten. Van Rijn wacht eerst af tot welke aanpassingen dit leidt, voor hij in actie komt om het levensfasecriterium ongedaan te maken. Ook over de voorrangsbehandeling voor besmet geraakte zorgwerkers is volgens Van Rijn het laatste woord nog niet gezegd.
Er zijn vragen over de uitvoerbaarheid, én het is de vraag hoe rechtvaardig zo’n keuze is ten opzichte van andere beroepen die zich tijdens een crisis ook in risicovolle situaties moeten begeven.