Door te spreken over terrorisme in Hongkong dreigt China met militair ingrijpen
Er lijkt maar geen einde te komen aan de onrust in Hongkong, de vroegere Britse kroonkolonie die in 1997 aan China werd teruggegeven op voorwaarde dat die een speciale status binnen de Volksrepubliek zou krijgen. Daardoor zou Hongkong zijn vrije markt behouden, een democratische rechtsstaat blijven en zijn onafhankelijke rechterlijke macht behouden. Stuk voor stuk zaken waarvan men in China alleen maar kan dromen.
Onder de noemer van ”één land, twee systemen” (een Chinees autoritair én een liberaal westers systeem) kreeg Hongkong een plek binnen China’s grenzen.
Toch vroeg menigeen zich in 1997 al af of deze combinatie houdbaar was. Zo’n enclave zou in een autoritaire omgeving immers voor onrust kunnen gaan zorgen, omdat miljoenen onderdrukte Chinezen het als voorbeeld ter navolging zouden gaan zien.
Het kapitalistische Hongkong bracht echter veel geld in het laatje. Om die reden was Peking niet van plan deze kip met gouden eieren te slachten.
Daar komt bij dat de speciale regio Hongkong als proefplaats dient met het oog op een veel grotere ‘vangst’ in de toekomst: het onafhankelijke Taiwan, dat China beschouwt als een rebelse provincie die ten koste van alles moet worden teruggehaald. Als het project Hongkong slaagt, is er voor Taiwanezen reden om terug te keren binnen de grenzen van China, is de Chinese gedachte.
Is het project Hongkong geslaagd? Wie de protesten van de laatste weken in ogenschouw neemt, heeft alle reden om daaraan te twijfelen. De aanhoudende onrust onder burgers komt voort uit onvrede over maatregelen die de vrijheid ondermijnen.
Al vele jaren is sprake van een sluipende uitholling van Hongkongs bijzonder positie, waardoor het al lang geen vrije enclave meer is waarop Peking geen vat heeft. Onder de huidige Chinese president Xi Jinping is het ”één-land-twee-systemenmodel” zelfs aangevuld met iets anders: het concept van de Grote Baai Regio, waarvan Hongkong integraal deel uitmaakt. Xi hecht in dit verband veel waarde aan het oude Chinese model van Gaituguiliu, waarbij hereniging én integratie rigoureus worden nagestreefd.
De felle protesten van prodemocratische burgers zijn om die reden alleszins begrijpelijk, al wordt daarmee wel verdere ondermijning van Hongkongs bijzondere positie geriskeerd. Aanhoudende onrust zou Peking ertoe kunnen verleiden om vanbuiten militair in te grijpen. Dat de Chinese ambassadeur in Londen deze week sprak over „tekenen van terrorisme” in Hongkong, is verontrustend. Eerder viel dit ”t-woord” in verband met ontwikkelingen in de Chinese moslimregio Xinjiang, en bekend is wat daar aan gruwelijkheden is aangericht door Chinese militairen.
Mocht Peking ook in Hongkong voor deze militaire optie kiezen, dan kan het een vreedzame inkapseling van Taiwan wel vergeten. Het project Hongkong heeft dan immers geen enkele aantrekkingskracht meer.