Blok: Niet bang zijn voor China
Het kabinet bracht woensdagochtend de langverwachte Chinastrategie naar buiten. „Wellicht zijn we in het verleden weleens te goedmoedig en goedgelovig geweest”, aldus minister Blok (Buitenlandse Zaken). Maar bang zijn voor China, dat is volgens hem niet nodig.
„Constructief kritisch”, duidt het kabinet zijn eigen insteek in het document ”Nederland-China: een nieuwe balans”. Er zijn zorgen, maar er is ook optimisme. Nederland heeft zijn grootste diplomatieke netwerk in China, aldus Blok. „Een weerspiegeling van de grootte, het gewicht en het belang van het land.”
Het kabinet wil in de eerste plaats werk maken van een eerlijkere handelsrelatie met China. Bovendien moet worden voorkomen dat Nederland afhankelijk wordt van China voor „bepaalde sleuteltechnologieën.” Over de aanleg van het nieuwe 5G-netwerk rept het document echter slechts beperkt; een taskforce van de NCTV komt later met een advies.
Het kabinet wil verder het „risico vanuit China voor de nationale veiligheid” beheersbaar maken.
Bezorgd is het kabinet waar het gaat om de mensenrechtensituatie in het land. Die „verslechtert op meerdere fronten”, stelt het document. De positie van de Oeigoeren, een islamitische minderheidsgroep, wordt besproken; de situatie van christenen niet.
„Chinese inspanningen om mondiale problemen op te lossen worden zeer verwelkomd”, stelt de strategie verder.
Een eenduidige Europese houding tegenover China is onontbeerlijk, aldus het kabinet. „Juist tegenover China en de VS zijn de individuele Europese lidstaten eenvoudigweg te klein”, stelt Blok.
Op de vraag of het verstandig is om de strategie openbaar te maken, antwoordt Blok: „Op het eerste gezicht wellicht niet. En toch vind ik het belangrijk. We zijn namelijk een democratie.”