Jenny D., de vrouw die verdacht wordt van opruiing, moet volgens het Openbaar Ministerie (OM) een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden krijgen. Bij een verdachte die dwang zou hebben gebruikt, luidt de eis een half jaar cel, waarvan drie maanden voorwaardelijk.

Voor de meeste verdachten werd een taakstraf van 120 uur gevraagd. Zeven personen die een grotere rol zouden hebben gespeeld, hoorden 150 uur taakstraf eisen. Het gaat onder anderen om een man die zijn blote achterwerk had getoond aan de anti-Zwarte Piet-demonstranten. Bij twee man was de vordering een taakstraf van 80 uur omdat zij een kleiner aandeel hadden. De verdachte tegen wie een celstraf is geëist, heeft deze week voor een ander delict een taakstraf gekregen.

Een geldboete is volgens het OM niet op zijn plaats. „Dat zou geen recht doen aan de aard en ernst van de gepleegde feiten.” Ook moeten de verdachten de straf zelf voelen, vindt het OM. Voor de verdachten was een boetefonds in het leven geroepen door sympathisanten.

Alle verdachten hadden volgens justitie als doel het betogingsrecht van de demonstranten „om zeep te helpen”. Ook is de verkeersveiligheid in gevaar gebracht. Het OM neemt het Jenny D. kwalijk dat zij ondanks waarschuwingen van de politie is blijven doorgaan met het „opjutten van mensen” en hen „voor haar karretje heeft gespannen.”

Ook de Friese identiteit werd aangehaald bij het voorlezen van de eis. „Verdachten zeggen namens het gehele Friese volk te spreken, maar er zijn ook Friezen met plaatsvervangende schaamte over de actie.”

De vierde zittingsdag kon rekenen op veel belangstelling. Bij de groepjes mensen voor de ingang van de rechtbank stond een grote kunstbanaan met daarop een zwart aapje, voorzien van de tekst ”Zwarte Piet is Zwarte Piet, anders willen we niet”.