„Wijs migrant op gevaar zwemwater”
Met huiveringwekkende regelmaat verdrinken in de warme maanden jeugdige asielzoekers in recreatieplassen. Een onlangs gestarte campagne wijst migranten op de gevaren van het water.
Niet ouder dan elf jaar was Michael. De knaap uit Eritrea ging vorige week zwemmen in recreatieplas Het Hulsbeek, nabij Oldenzaal. Daar verdronk de jongen. Woensdagavond wordt Michael tijdens een herdenkingsdienst in Oldenzaal herdacht. Hij zal in een familiegraf in Eritrea worden bijgezet. Wrang genoeg was de jongen onlangs aangemeld voor zwemles.
Een ander recent voorbeeld: ruim twee weken geleden ging een 19-jarige asielzoeker samen met een groepje vrienden zwemmen in de IJssel bij Kampen. Toen de jongeman begon te spartelen en onder water verdween, alarmeerden zijn kameraden de hulpdiensten. Na een zoekactie werd enkele uren later het levenloze lichaam van de bewoner van het asielzoekerscentrum in Dronten gevonden.
Zeker in de zomermaanden sterven keer op keer vaak jeugdige migranten de verdrinkingsdood. In de periode 2006 tot 2015 verdronken er ruim twee keer zo veel niet-westerse allochtonen als autochtone Nederlanders, blijkt uit vorig jaar gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Jaarlijks verdrinken er in ons land zo’n 86 mensen. Migrantenkinderen tussen de 5 en de 10 jaar zijn naar verhouding het vaakst slachtoffer van dergelijke ongevallen. Allochtone kinderen uit bijvoorbeeld Afrikaanse landen kunnen vaak niet of niet goed zwemmen.
Op je rug
„Schokkend”, noemt Arie Brinkman het gegeven dat er geregeld onervaren zwemmers uit allochtone kring in het water om het leven komen. Brinkman is coördinator zwemlessen bij sport- en recreatiebad Dol-fijn in Maassluis.
Dat zwembad geeft sinds januari een cursus aan migrantenkinderen. Ze leren daarbij om te gaan met de gevaren van het water. „Kinderen uit bijvoorbeeld Somalië en Eritrea weten wat zwemmen betreft nogal eens van toeten noch blazen. In die landen heb je kennelijk niet veel zwembaden. De kinderen doen aan de hondjesslag: ze zwaaien wat met de armen. Maar na een meter of vijftien zijn ze op. Dus als ze in dieper water verzeild raken, komen ze al gauw in de problemen.”
Tijdens de cursus leren de kinderen wat ze het beste kunnen doen als ze met kleren en al in het water vallen. „Ga dan op je rug drijven, in de richting van de wal. Roep om hulp.” De jeugdige vreemdelingen krijgen ook tips hoe je het best kunt reageren als iemand door het ijs zakt. „We adviseren hun vooral om níét met z’n allen naar de drenkeling te duiken. Denk aan je eigen veiligheid. Beter is om meteen hard om hulp te roepen. Of te proberen iemand met hulp van een tak of een touw naar de kant te trekken.”
Om jeugdige asielzoekers te waarschuwen voor de gevaren van het water lanceerden onder meer het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Nationale Raad Zwemveiligheid deze maand een campagne met video’s. In Arabisch ondertitelde vlogs wijzen leeftijdsgenoten uit Eritrea, Somalië en Syrië jongeren op de risico’s van zwemmen in rivieren of van een brug duiken.
„Jonge asielzoekers overschatten hun zwemvaardigheden nogal eens”, verklaart zegsvrouw Marjolein van Tiggelen van de Nationale Raad Zwemveiligheid. „Kinderen uit Eritrea zeggen dat ze les hebben gekregen van familie. Maar die asielzoekers beseffen vaak niet dat ze bijvoorbeeld in een zwemplas ineens in een diepte kunnen stappen. En dan geen grond meer onder de voeten hebben.”
Groepsdruk kan funest zijn. „Jonge migranten willen niet toegeven dat ze nauwelijks kunnen zwemmen. Ze willen stoer doen en springen samen met leefstijdsgenoten het water in. Met alle gevaren van dien.”
Extra alert
Riskant is dat jeugdige vluchtelingen die verkoeling zoeken in het water, „collectief denken”, zegt Van Tiggelen, verwijzend naar het recente onderzoek ”Verkenning zwemveiligheid bij nieuwkomers, 12-18 jaar” van VeiligheidNL. „Die migranten denken dat anderen hen wel in de gaten houden als ze gaan zwemmen.” Ze ziet daarom een taak voor autochtone omstanders. „Laten die extra alert zijn als een jeugdig groepje uit een azc het water in gaat.”
In stilte
Verdrinkingen of dreigende verdrinkingen gaan vaak niet gepaard met veel lawaai, waarschuwt Van Tiggelen. „Op grond van tv-series denken velen dat mensen die dreigen te verdrinken hard om hulp roepen en wild met hun armen zwaaien. In het echt gaat het vaak anders. Als mensen in het water benauwd worden, krijgen ze glazige ogen en zijn ze als het ware niet meer in het hier en nu. Een verdrinking voltrekt zich vaak in stilte.”
Daarom is alertheid geboden, geeft ze aan. „Als je ziet dat bijvoorbeeld een allochtone jongen met zijn hoofd onder water verdwijnt, denk dan niet te snel: Die wil alleen maar even zijn gezicht natmaken. De bewegingen van de jongen kunnen erop duiden dat hij aan het eind van zijn krachten is. Dus stel vragen aan zo’n zwemmer en grijp zo nodig in.”
In het Gelderse Rheden leren asielzoekerskinderen met de gevaren van het water om te gaan. „We brengen hun bijvoorbeeld bij dat het goed kan zijn om onder water je ogen open te doen”, zegt Jochem Müller. Hij is voorzitter van de Gelderse stichting Alles Voor Sport. Die club is betrokken bij een cursus om migranten „meer zelfredzaamheid” in het water bij te brengen. „Sommigen durven aan het begin van de cursus maar net te lopen in water. Wij leren hun hun angsten te overwinnen. Mensen zijn enthousiast dat ze het uiteindelijk aandurven om iets van de bodem in het water op te rapen.”