Sorgdrager: Boeren eerstverantwoordelijk voor veilig voedsel
De pluimveesector is de eerstverantwoordelijke voor voedselveiligheid in de eierketen. „Zij moet goed beseffen dat ze met eten bezig is.”
Dat zei mr. W. Sorgdrager maandagmiddag bij de presentatie van haar rapport ”Onderzoek fipronil in eieren” in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag. In dat rapport stelt ze dat bedrijven in de eierketen fouten hebben gemaakt in de fipronilaffaire. In de eerste plaats het bedrijf Chickfriend, dat fipronil toepaste bij het tegengaan van bloedluis in kippenstallen. Daarvoor mocht het middel helemaal niet worden gebruikt.
Sorgdrager verwacht niet dat elke kippenboer alle wetten en regels uit zijn hoofd kent. Wel zijn pluimveehouders „te goed van vertrouwen geweest” jegens Chickfriend. „Ze waren te weinig kritisch op wat er op hun erf gebeurde. Terwijl je dat als boer wel moet weten.”
De Chickfriendseigenaren wilden tegen veel boeren niet zeggen welke werkzame stof ze gebruikten. Pluimveehouders hadden daardoor op hun hoede moeten zijn en niet met Chickfriend in zee moeten gaan, zei Sorgdrager.
De oud-minister van Justitie constateerde dat met voedselfraude veel geld te verdienen valt. „En mensen met kwade bedoelingen kunnen vrij gemakkelijk hun kwade pratkijken uitoefenen.” Er zijn geen mensen overleden door het misbruik van fipronil, gaf ze aan. „Maar in de toekomst kan het wel fout gaan.”
Sorgdrager maakt in haar rapport ook verwijten aan voedselwaakhond NVWA en aan de overheid, die na de sector als tweede verantwoordelijk zijn voor voedselveiligheid. Ze zou het echter „eeuwig zonde” vinden als de discussie over haar onderzoek zich toespitst op de vraag welke (politieke) koppen er nu moeten rollen. „Het gaat er om dat de voedselveiligheid beter wordt gewaarborgd.”
Ze hoopt dat de Kamer „een goed debat” over voedselveiligheid gaat voeren met minister Bruins (Volksgezondheid) en Schouten (Landbouw). De Kamer moet er bij het kabinet op aandringen om de aanbevelingen uit haar rapport over te nemen. „Een poosje later moeten de partijen de regering dan nog eens vragen hoe het staat met de uitvoering ervan.”
Sorgdrager verwacht overigens dat de politiek, de NVWA en bedrijven in de eierketen haar aanbevelingen serieus nemen. „De vorige keer, na het paardenvleesschandaal, is er niets met verbetersuggesties gedaan. Toen was het wachten op een nieuw incident. Dat is er gekomen. Ik denk dat men er nu wel van doordrongen is dat je niet goed bezig bent als je je leven niet betert.”
Pluimveehouders die hopen op een schadevergoeding of tegemoetkoming in gemaakte extra kosten omdat de overheid en de NVWA steken hebben laten vallen, kon Sorgdrager niets beloven. „Daar gaan wij als commissie niet over.” Ze wees er op dat er nog een rechtszaak loopt tegen het bedrijf Chickfriend.
Het kabinet heeft maandagmiddag laten weten dat het zich de harde conclusies van de commissie-Sorgdrager aantrekt. Minister Bruins en zijn collega Schouten willen de aanbevelingen van de commissie opvolgen, schrijven ze aan de Tweede Kamer.
Op enkele harde verwijten van de commissie gaan de beide ministers niet in. Zo stelt de commissie dat het kabinet de Kamer bij het uitbreken van het schandaal vorige zomer niet alles heeft verteld wat het wist. Ook valt de politiek aan te rekenen dat toezichthouder NVWA het werk niet aankon en daardoor fouten maakte.
De commissie stelt dat bij kippenboeren, maar ook bij de NVWA en op de ministeries van Bruins en Schouten de voedselveiligheid te weinig vooropstaat. Het kabinet overvraagt bovendien de NVWA en vraagt te weinig zelfregulering van de eiersector. De beide ministers schrijven dat zij inderdaad meer de touwtjes in handen moeten nemen om de voedselveiligheid te bewaken.