Haalbare hulp bij huiswerk
Huiswerk: een bron van veel ergernis bij leerlingen en hun ouders. Huiswerkinstituten kunnen leerlingen vaak studievaardigheden bijbrengen waardoor het beter gaat, maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Ouders springen ook zelf bij.
Een van de onderwerpen waar middelbare scholieren regelmatig over klagen, is de hoeveelheid huiswerk die ze krijgen. Huiswerk is er natuurlijk niet voor niets: uit onderzoek blijkt dat leerlingen die hun huiswerk maken, beter presteren dan degenen die dat niet doen. Ook blijkt dat de scores beter worden naarmate leerlingen meer tijd aan hun huiswerk besteden. Soms gaat het hierbij om oefenen met stof die al bekend is, om er steeds vertrouwder mee te worden, totdat het uiteindelijk als vanzelf gaat. Het kan ook gaan om voorbereiding op nieuwe lesstof of juist om verdieping ervan.
Toch blijken jongeren er in de praktijk niet altijd even gemotiveerd voor te zijn: er zijn zo veel andere dingen te doen. Als de motivatie er wel is, ben je er nog niet. Er zijn genoeg jongeren die achter hun bureau gaan zitten en al snel vastlopen doordat ze het overzicht missen: wat is het belangrijkst, waar moet ik beginnen, hoe maak ik een planning? Een ander begint ijverig te leren maar haakt af als het voor de zoveelste keer niet lukt om alle Franse woordjes in het hoofd te stampen.
Studievaardigheden
Voor leerlingen die hierbij vastlopen, komt steeds vaker een huiswerkinstituut in zicht. Zo’n instituut kan aan de school verbonden zijn, maar dat hoeft niet. Anders dan bij bijles gaat het bij huiswerkbegeleiding niet in eerste instantie om hulp bij één specifiek vak –hoewel kan blijken dat dat nodig is–, maar vooral om het leerproces.
Als een jongere naar huiswerkbegeleiding komt, bijvoorbeeld in een klaslokaal, is daar om te beginnen al veel minder afleiding dan thuis. Verder geven studiecoaches tips bij het plannen en kunnen ze opdrachten verduidelijken of vakken overhoren. Wanneer de jongere dan thuiskomt, is het huiswerk af: een zorg minder voor leerling en ouders.
Uiteindelijk is het doel niet om alleen maar hoge cijfers te halen voor de vakken waarvoor huiswerk is opgegeven, of zelfs om te slagen voor het eindexamen. Het idee is dat leerlingen de studievaardigheden zelf onder de knie krijgen, zodat de hulp niet de hele schooltijd nodig blijft en jongeren op vervolgopleidingen ook kunnen voldoen aan een nog grotere vorm van zelfstandigheid, die daar wordt verwacht.
Strijd
Naast alle voordelen voor leerlingen die er baat bij kunnen hebben, heeft huiswerkbegeleiding ook nadelen. Daarbij springen vooral de kosten in het oog. Extra begeleiding is vaak alleen mogelijk voor kinderen van ouders die dit kunnen betalen.
Natuurlijk kunnen ouders ook bijspringen, als ze een kind met huiswerk zien worstelen of aan de cijferlijst zien dat het niet de goede kant op gaat. Dat gaat alleen niet altijd vlekkeloos: soms gaat het huiswerk een ouder boven de pet of weet een ouder geen goede aanpak te bedenken.
Steeds meer scholen organiseren daarom huiswerkavonden speciaal voor ouders. Op het Van Lodenstein College in Amersfoort wordt er eind deze maand zo’n avond aangeboden. De bedoeling is dat ouders er handvatten krijgen waarmee ze thuis aan de slag kunnen gaan, met hun zoon of dochter. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn het invullen van de agenda, de beste manieren om een bepaald vak te overhoren en helpen bij het structureren. De reden dat deze avond wordt aangeboden, is dat „uit onderzoek blijkt dat in de helft van de gezinnen met schoolgaande kinderen elke week wel een keer strijd over huiswerk geleverd wordt.”
Prijskaartje
De avonden voor ouders zijn doorgaans gratis, in tegenstelling tot de huiswerkbegeleiding die de leerlingen kunnen krijgen. Het is dus een voordelige investering. Als leerlingen via het Van Lodenstein College deelnemen aan de huiswerkbegeleiding door Studiekring, de praktijk die ook deze avond organiseert, hangt daar wel een prijskaartje aan. Wie bijvoorbeeld drie dagen per week onder begeleiding huiswerk maakt, betaalt hiervoor 279 euro per maand. Dat is na aftrek van de schoolkorting; het standaardtarief zou namelijk 309 euro zijn.
Huiswerk maken in een huiswerkklas, een speciaal lokaal in de school, is goedkoper: dat kost 179 euro per maand voor leerlingen die er drie dagen per week gebruik van maken. Ze krijgen dan alleen geen inhoudelijke begeleiding. Deze vorm is specifiek bedoeld voor scholieren die goed zelfstandig kunnen werken, maar behoefte hebben aan een rustige werkplek waar ze zich op hun huiswerk kunnen concentreren. Een studiecoach houdt hier wel toezicht op.
Tips voor ouders
„Op de basisschool hadden [onze kinderen] niet geleerd om te leren. En nu ze eenmaal op de middelbare school zaten, moesten ze het eigenlijk al kunnen”, schrijven Eva Rensman en Hajo Schoppen in ”De huiswerkhulp” (uitg. Scriptum, 2015). Ze sprongen in dat gat door niet alleen een zelfhulpboek te schrijven met huiswerktips voor leerlingen, maar ook een variant voor ouders die hun kinderen willen helpen.
Een docente die in het boek aan het woord komt, adviseert ouders om vooral vragen te stellen bij een slecht cijfer, zodat kinderen leren van hun fouten. „Hoe heb je je voorbereid en waarom werkte dat niet? Hoe ga je het de volgende keer doen? Maar ook: Hoe voel je je na een slecht cijfer?”
Het boek staat vol met tips per vak. Wie als ouder wil helpen bij het maken van een werkstuk, hoeft het werkstuk niet zelf te maken. „Je helpt je kind het beste door je vooral te richten op de structuur van het werkstuk”, aldus de auteurs.
Daarmee kan het kind aan de slag. Pas daarna komt de ouder weer in beeld. „Lees het werkstuk, kijk of het logisch is, wijs je kind op spel-, type- en grammaticale fouten.” Bij een vak als geschiedenis kunnen ouders kinderen stimuleren tijdvakken uit het hoofd te leren, helpen bij het maken van een samenvatting en zoon- of dochterlief overhoren. „Vraag zeker niet alleen naar jaartallen en feiten, maar ook naar oorzaken en gevolgen. (…) Je zult dan eerst zelf het hoofdstuk moeten bestuderen. Als dat je te veel tijd kost, kun je het ook omdraaien: vraag je kind om jou de stof uit te leggen.”
Ook komt in het boek naar voren dat het belangrijk is om het gesprek aan te gaan en uit te leggen waarom huiswerk belangrijk is en wat de consequenties zijn als het niet gemaakt wordt. Is een puber niet geïnteresseerd in langetermijngevolgen, zoals het halen van een diploma, dan helpt het misschien om gevolgen op de korte termijn te benoemen: „Als je met goede cijfers overgaat, hoef je in de zomervakantie niet van alles in te halen.”
Op de basisschool
Over het nut van huiswerk op de basisschool zijn de meningen verdeeld. Doen kinderen echt meer kennis op als ze thuis van alles moeten leren?
Heather Shumaker deed er in 2016 onderzoek naar en ontdekte dat huiswerk geen positief effect had op de prestaties van leerlingen. Ze concludeerde dat het beter was om te stoppen met het geven van huiswerk op de basisschool, ook omdat het de relaties binnen gezinnen negatief zou beïnvloeden.
Toch is dit beeld wel wat eenzijdig. Zo hangt er natuurlijk ook veel af van de manier waarop er met huiswerk wordt omgegaan door de docent. Als het doel ervan duidelijk is voor een kind, als hij of zij ook weet wat er precies verwacht wordt en vervolgens feedback krijgt, heeft huiswerk zeker een positieve invloed: ook dat blijkt uit onderzoek.
Onderzoeker Harris Cooper kwam met cijfers waaruit blijkt dat huiswerk ook effecten heeft op andere vlakken dan alleen het opdoen van meer kennis. De betrokkenheid, zelfstandigheid en studievaardigheden van leerlingen zouden er namelijk door verbeteren. Reden genoeg dus om het huiswerk op de basisschool niet af te schaffen, maar wel kritisch te kijken naar de manier waarop ermee wordt omgegaan.
Wanneer leerlingen al het een en ander gewend zijn, kan de overstap naar het huiswerk op de middelbare school gemakkelijker zijn. De andere kant is er natuurlijk ook: ongeacht of er op de basisschool wel of geen goede basis voor het maken van huiswerk gelegd is, zouden middelbare scholen gewoon bij het begin kunnen beginnen. Dan zijn er zeker geen leerlingen die om deze reden starten met een achterstand en op een gegeven moment vastlopen.