Roep om stevigere bewapening politie neemt toe
Spuugzat zijn veel agenten het geweld op straat. Ze willen meer wapens om relschoppers van repliek te kunnen dienen, bleek afgelopen weekend uit een enquête. Wordt de diender steeds meer een vechtjas? En is dat wenselijk?
Of de mond het beste wapen is voor een agent? „Die stelling is voor een deel waar. Je tong is je beste zwaard. Maar een politieman heeft helaas meer nodig”, zegt Jan Struijs, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB). „De harde realiteit is immers dat de politie jaarlijks duizenden keren met agressie wordt geconfronteerd. Er doen zich veel te veel incidenten voor. Echt, een agressieveling die onder invloed is van drank en pillen, is niet voor rede vatbaar.”
Cameraatje
De diender mort. Dat blijkt duidelijk uit een vorige week zaterdag gepubliceerd onderzoek van EenVandaag. De tv-rubriek peilde, in samenwerking met drie politievakbonden, de stemming onder 3500 politiemedewerkers. Van de ondervraagden vindt 70 procent dat het fysieke geweld tegen de politie toeneemt, 83 procent stelt dat het verbale geweld stijgt. Van de straatagenten zegt 54 procent zich minder veilig te voelen dan twee jaar geleden.
Veel dienders voelen zich onthand. Van de politiemedewerkers vindt 81 procent dat ze te weinig middelen hebben om hun werk goed te kunnen doen. Om agressievelingen beter aan te kunnen pakken, klinkt de roep om meer middelen. Menig agent voelt wel voor invoering van een stroomstootwapen (taser). Ook is er animo voor de bodycam, een cameraatje dat een agent bij zich draagt. Camerabeelden kunnen de opsporing vergemakkelijken.
Korpschef Erik Akerboom kondigde recent aan dat de politie komende tijd proeven doet met de taser en de bodycam. In ieder geval is het de bedoeling dat ruim 40.000 straatagenten (werkzaam in de zogeheten basispolitiezorg) vanaf volgende jaar hun korte wapenstok inruilen voor een langer exemplaar: de uitschuifbare wapenstok.
Wapenwedloop
De Nederlandse politieman of -vrouw in de reguliere straatdienst heeft al diverse wapens: het dienstpistool, de pepperspray en de wapenstok. Ook zijn de agent allerlei aanhoudings- en zelfverdedigingtechnieken aangeleerd én kunnen sommige dienders een politiehond inzetten.
Is er meer nodig? Of raakt de sterke arm dan overbelast? Wordt het te gortig dat een straatagent ook nog een stroomstootwapen moet meesjouwen?
„We moeten oppassen voor een wapenwedloop. We leven gelukkig niet in het door oorlogsgeweld verscheurde Syrië”, reageert voorzitter Struijs van de Nederlandse Politiebond. „We moeten een agent niet vol hangen met tien verschillende wapens. Een diender moet soms in een fractie van een seconde een beslissing nemen. Dan moet hij niet gehinderd worden door keuzestress.”
Toch is Struijs niet op voorhand tegen invoering van bijvoorbeeld het stroomstootwapen als extra geweldsmiddel voor de reguliere agent. „Van belang is dat we ook bij de politie gebruikmaken van de nieuwste inzichten op technologisch gebied. Nu zit er een groot gat tussen enerzijds pepperspray en de wapenstok én anderzijds het vuurwapen. Een stroomstootwapen kan een zinvol extra middel zijn. Bijvoorbeeld om controle te krijgen over mensen die een gevaar voor zichzelf of hun omgeving zijn. Agressievelingen met wie niet goed garen te spinnen is – denk aan bewapende figuren die onder invloed zijn van drank en drugs.”
Het is niet per se nodig dat een diender een stroomstootwapen continu met zich meedraagt, geeft de vakbondsvoorzitter aan. „We moeten ons gezonde verstand blijven gebruiken. Is het functioneel om iedere agent een taser mee te geven? Een mogelijkheid is om zo’n stroomwapen bijvoorbeeld standaard mee te nemen in het politievoertuig.”
Misdragen
Gebruik van de bodycam juicht Struijs toe. „Zo’n camera helpt de politie bij de waarheidsvinding. Bovendien kan de bodycam ertoe leiden dat burgers ervan afzien om zich te misdragen.”
Kritiek van politiewetenschapper Timmer dat agenten de training van beroepsvaardigheden vaak laten versloffen, deelt Struijs. „Er valt qua training nog een wereld te winnen. Te weinig agenten volgen daadwerkelijk de voorgeschreven 32 uur training per jaar. Het is erg belangrijk dat agenten in staat zijn om zich goed te verweren tegen mensen die agressief zijn tegen de politie. En dienders moeten juist ook adequaat kunnen optreden tegen agressievelingen die onschuldige burgers aftuigen.”
„Veel agenten laten training versloffen”
Gemengde gevoelens heeft politiewetenschapper dr. Jaap Timmer bij de roep om meer wapens voor agenten. Nodig is vooral dat dienders de training van de beroepsvaardigheden serieuzer oppakken, vindt hij.
„Dat agenten om meer wapens roepen is van alle tijden”, zegt Timmer, politiesocioloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en expert op het gebied van geweldsgebruik door en tegen de politie.
De afgelopen weekend gepresenteerde enquête-uitslag dat 70 procent van de agenten vindt dat het fysieke geweld tegen de politie toeneemt, neemt Timmer met een korreltje zout. „Ik spreek dat tegen. Weliswaar nam het aantal gewonde agenten door burgergeweld toe van 600 in 1995 tot bijna 1600 in 2009. Maar nadien daalde dat weer naar 1300 in 2011.”
Geenszins echter wil hij de zorgen van agenten wegwuiven. „Ik wil niet de koele statisticus uithangen en snap frustraties heel goed. Politiemensen krijgen niet alleen te maken met fysiek geweld, maar worden ook uitgescholden en bespuugd. Dat is goor en verwerpelijk. Agressief tuig blijft voor de politie een serieus probleem.”
Het is niet zinvol om telkens te roepen om meer wapens, stelt Timmer. „Het vraagstuk rond gevaar en geweld in politiewerk is complex. De suggestie dat je met de simpele aanschaf van een wapen alle problemen oplost, is vals.”
Nodig is volgens hem dat de politie meer werk maakt van de training van de beroepsvaardigheden, zoals het oefenen van wapengebruik en aanhoudingstechnieken. „Agenten dienen op een van de pakweg 25 trainingscentra minimaal 32 uur per jaar hun vaardigheden te trainen. Die 32 uur wordt verdeeld over vier dagen, waarin ook twee toetsmomenten zitten. Die twee toetsmomenten nemen bij elkaar zo’n 12 uur in beslag. Dan blijft er 20 uur voor training over. In de praktijk oefenen veel agenten echter een stuk minder. Ze laten die training vaak versloffen, bijvoorbeeld omdat ze zeggen dat ze het te druk hebben. Ik maak me echt zorgen over die laksheid. Ik kom geregeld in politietrainingscentra en hoor van trainers dat de opkomst nogal eens bedroevend laag is. Ook in dossiers van de rijksrecherche, waarin optreden van de politie wordt onderzocht, lees ik nogal eens dat agenten niet voldoen aan hun trainingsverplichting van minimaal 32 uur per jaar.”
Politiekogel
De bewapening van de politie is de afgelopen decennia „zeker verbeterd”, zegt Timmer, die in een onderzoeksgroep zit die de proef met stroomwapens gaat evalueren. „Pepperspray heeft zijn nut bewezen. Verder is het in 2013 ingevoerde dienstpistool, de Walther P99Q NL, duidelijk beter dan zijn voorganger, de Walther P5. Ook politiekogels zijn nu effectiever. Met de vroegere zogeheten volmantelmunitie moest een agent soms meerdere keren op iemands been schieten, voordat hij neerviel. De huidige politiekogel veroorzaakt in een keer meer letsel. Vergeleken met vroeger heeft een verdachte minder verwondingen, omdat veelal maar één schot nodig is.”
Politiewapens zijn „geen tovermiddelen”, waarschuwt hij. „Neem pepperspray. Als er veel wind staat, is dat middel lastig te gebruiken en kan het spul de agent zelf of zijn collega raken.
Ook blijkt dat pepperspray in 10 procent van de gevallen geen effect heeft op de verdachte. Dat betreft vooral verdachten die gestoord zijn of onder invloed van verdovende middelen minder gevoelig zijn voor pijnprikkels.”
Engeland
De Nederlandse diender kan zich wat betreft bewapening meten met collega’s in bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en België. Wel is in ons land de uitschuifbare wapenstok relatief laat ingevoerd. In een land als Engeland hangt de vlag er anders bij, geeft Timmer aan. „Straatagenten in Engeland zijn niet standaard voorzien van een vuurwapen. Oorspronkelijk was de Engelse politie bedoeld als ongewapende, civiele ordedienst. Om de burgerij te dienen, bijvoorbeeld door schooiers en zakkenrollers op te pakken.”
Wapenstok
De ongeveer 42.000 politiemensen op straat krijgen vanaf 2018 een uitschuifbare wapenstok. De Koninklijke Marechaussee begon vorig jaar al met de invoering van dit vernieuwde wapen. Die vervangt de huidige korte wapenstok. Het langere exemplaar is enkele jaren geleden getest in Deventer en Zwolle. Politiewetenschapper dr. Jaap Timmer en collega-onderzoekers evalueerden de proef en concludeerden dat de uitschuifbare wapenstok „beduidend meer impact heeft” dan de huidige. Agenten zijn positief. Door van de nieuwe wapenstok gebruik te maken „is het oordeel van agenten over het eigen optreden in termen van uitstraling, gezag en doortastendheid positiever geworden.” Met de nieuwe wapenstok kunnen agenten tegenstrevers een hardere mep verkopen dan met de oude.
Pepperspray
Pepperspray behoort sinds 2001 tot de standaarduitrusting van agenten. Het bijtende goedje verblindt amokmakers. Politiewetenschapper dr. Otto Adang, die onderzoek deed naar het gebruik van pepperspray door de politie, concludeerde in 2003 dat agenten die pepperspray spoten in 93 procent van de 1600 bestudeerde gevallen de verdachte konden aanhouden. Verder stelde Adang destijds vast dat niemand van de ruim 2000 mensen die door de politie waren getrakteerd op een portie pepperspray daar „ernstige medische complicaties” aan overhield.
Pepperspray is geen wondermiddel. In 2014 meldde toenmalig minister Opstelten (Justitie) aan de Tweede Kamer dat het spul soms wegwaait, dat verdachten die worden bespoten extra driftig kunnen worden en dat het goedje soms onbedoeld een politiecollega of onschuldige omstander treft.
Bodycam
De bodycam, een cameraatje dat een agent meedraagt, behoort nog niet tot de uitrusting van de politie. De komende maanden gaat de politie er proeven mee doen, maakte korpschef Akerboom recent bekend.
In sommige eenheden dragen sommige agenten al een bodycam. De politie in Amersfoort probeerde vorig najaar met behulp van bodycams de identiteit van relschoppers op een kermis te achterhalen. In Bergen op Zoom toonde de politie ouders bodycambeelden van hun ladderzatte kroost. „De jongeren zelf geven vaak aan dat zij zich erg schamen tegenover de agenten en hun ouders bij het zien van de beelden”, aldus wijkagente Sandra Westdorp op de website van de politie.
Stroomwapen
De politie start komende tijd een proef met stroomstootwapens (tasers) voor straatagenten. Met een taser kan een diender iemand die door het lint gaat, tijdelijk uitschakelen. De verdachte krijgt een stroomstoot toegediend doordat twee afgeschoten draden zich met weerhaakjes hechten in diens kleding.
Er is discussie over nut en noodzaak van het stroomstootwapen. Amnesty International stelde in 2009 dat er in Amerika sinds 2001 meer dan 350 doden waren gevallen door gebruik dan wel misbruik van de taser.
Arrestatieteams hebben sinds 2009 ervaring met de taser. Elk van de zeven teams gebruikt het stroomwapen jaarlijks een keer of drie. Het is de vraag of elke straatagent een stroomstootwapen krijgt. Al was het maar om het prijskaartje: 1500 euro per taser, waarbij de prijs van onder meer het holster niet is meegeteld.