Vitamine D kan complicaties RS-virus voorkomen
UTRECHT. Vitamine D kan complicaties door een RS-virusinfectie voorkomen. Dat was de belangrijkste conclusie uit onderzoek van het UMC Utrecht in 2011.
De uitkomsten zijn weliswaar vijf jaar oud, maar nog altijd actueel. Per jaar belanden zo’n 2000 kinderen onder de vier jaar in het ziekenhuis vanwege een infectie met het respiratoir syncytieel virus (RS-virus). Zo’n 10 procent moet op de ic worden opgenomen. De kinder-ic’s hebben daardoor momenteel zelfs capaciteitsproblemen, zo meldde deze krant eind vorige week. Een deel van die ziekenhuisopnames was mogelijk niet nodig geweest als de kinderen voldoende vitamine D hadden binnengekregen.
Is die bewering niet wat al te kort door de bocht?
Nee. Ter illustratie nog enkele gegevens uit het Utrechtse onderzoek. Het ging om een studie onder 156 baby’s, gepubliceerd in het toonaangevende medische tijdschrift Pediatrics. De onderzoekers bepaalden het vitamine D-gehalte in het navelstrengbloed van de kinderen en keken vervolgens hoe het hun verging gedurende hun eerste levensjaar.
Achttien kinderen liepen een ernstige infectie op van de onderste luchtwegen vanwege een RS-virusinfectie. Kinderen met de laagste concentratie vitamine D hadden een zes keer grotere kans op complicaties door een RS-virusinfectie dan kinderen met de hoogste vitamine D-waarden in hun bloed. En juist die complicaties maken vaak een opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Vitamine D reguleert het afweersysteem waardoor er minder snel een longontsteking ontstaat.
Hoe kan het dat kinderen zulke verschillende vitamine D-niveaus in hun bloed hebben?
Dat hangt er voor een belangrijk deel van af wat de moeder eet en of ze zich wel of niet houdt aan het advies van de Gezondheidsraad om tijdens de zwangerschap extra vitamine D te slikken. De raad adviseert alle zwangeren dagelijks 10 microgram vitamine D uit een supplement te gebruiken.
De Gezondheidsraad adviseert daarnaast voor alle kinderen van 0 tot 4 jaar een supplement met 10 microgram vitamine D per dag. Voor kleintjes is er zo’n supplement in druppelvorm.
Bronnen van vitamine D in de voeding zijn vette vis, zoals haring, zalm en makreel. Ook vlees en eieren bevatten vitamine D, maar veel minder. Aan margarine en halvarine is vitamine D toegevoegd en ook roomboter bevat van nature een beetje vitamine D.
Uit het onderzoek van het UMC Utrecht bleek dat slechts 46 procent van de moeders vitamine D slikte. Bij deze vrouwen was het gehalte vitamine D in het navelstrengbloed hoger dan bij moeders die dat niet deden. Bij 27 procent van de pasgeboren baby’s was de concentratie vitamine zo laag dat er sprake was van een tekort, minder dan 50 nanomol per liter.
Is het slikken van vitamine D geen hype, zoals sommigen beweren?
Het is maar hoe je het bekijkt. Vroeger slikten kinderen levertraan. Dat was „goed voor je weerstand als de r in de maand zit”, wisten onze grootouders. En daarom gaven ze hun kinderen dagelijks enkele druppeltjes van de vettige emulsie met de karakterististieke smaak.
Wat ze niet wisten, is dat levertraan veel vitamine D bevat en ook omega 3-vetzuren.
De gewoonte om levertraan te slikken in de herfst- en wintermaanden is nagenoeg verdwenen. Maar niet verdwenen is onze behoefte aan voldoende vitamine D. Gezien de geconstateerde tekorten in bovengenoemd onderzoek bij een aanzienlijk deel van de pasgeborenen is het slikken van extra vitamine D geen modegril maar pure noodzaak.
Is voldoende zon in de zomer niet genoeg voor de hoeveelheid vitamine D in de winter?
Nee. Vitamine D wordt inderdaad in de huid gevormd onder invloed van zonlicht. Maar zwangere vrouwen en kleine kinderen komen doorgaans weinig in de zon.
Bovendien daalt de concentratie in het lichaam snel als de zon aan kracht inboet. En juist in de winter circuleren de griep- en verkoudheidsvirussen zoals het RS-virus.