Past Turkije nog wel in de NAVO?
Keer op keer laat Turkije in het nieuws van zich horen. En dat is in veel gevallen niet op een positieve manier. Begin deze week waarschuwden de Verenigde Staten het land voor ingebruikname van het luchtafweersysteem S-400. Vrijdag zou Turkije de eerste proef met het Russische defensiesysteem hebben uitgevoerd. Op een video was te zien hoe vanuit de provincie Sinop een raket boven de Zwarte Zee werd geschoten.
Drie jaar geleden zette de Turkse president Erdogan in Moskou zijn handtekening onder de bestelling van het geavanceerde verdedigingssysteem. Dit was tegen het zere been van Washington, dat liever zag dat Turkije de Amerikaanse Patriotraketten aanschafte.
Washington gaat het erom dat het Russische geschut niet in het gezamenlijke defensiesysteem van de NAVO is in te passen. Bovendien zou het risico bestaan dat op de een of andere manier vertrouwelijke informatie in handen van de Russen komt.
Vorig jaar zomer werden de eerste raketbatterijen van de S-400 door Moskou geleverd en deze maand heeft Ankara de raketten dus getest. Washington reageerde direct door Turkije uit het programma voor de ontwikkeling van het gevechtsvliegtuig F-35 te verwijderen. Andere straffen zullen volgen als Turkije de S-400 daadwerkelijk in gebruik neemt.
Het incident, want daar is zeker sprake van, volgt op een hele reeks voorvallen. Eind juni van dit jaar lag Turkije met buurland en NAVO-partner Griekenland in de clinch over het oostelijke Middellandse Zeegebied. Turkije wilde in zee illegale proefboringen naar gas verrichten. Griekenland tekende direct protest aan. Turkije dreigde daarop de grens met Griekenland, en daarmee met heel West-Europa, voor vluchtelingen open te stellen.
De spanning tussen Griekenland en Turkije was nog niet uit de lucht of Turkije begon zich met het conflict op de Kaukasus tussen Armenië en Azerbeidzjan te bemoeien. Ankara zou islamitische huurlingen –er was sprake van IS-strijders– naar de regio hebben gestuurd om het islamitische Azerbeidzjan te helpen in de strijd tegen het christelijke Armenië.
Zo zijn er nog wel een paar zaken te noemen die zo langzamerhand de vraag legitimeren of Turkije nog in de NAVO past. Denk bijvoorbeeld aan de Hagia Sophia in Istanbul, die sinds de zomer weer dienstdoet als moskee. De kwestie staat los van de defensie, maar daarmee streek Ankara de –christelijke– NAVO-partners tegen de haren in.
Turkije als bondgenoot aan de kant schuiven is een grote stap. Het land beschikt over een groot en sterk leger. De strategische ligging maakt het bovendien bijzonder waardevol voor het bondgenootschap. Er kan een moment komen dat de wegen zich scheiden, maar is het daarvoor niet te vroeg?
In Moskou wrijft president Poetin zich intussen in de handen. Hij wenst niets liever dan dat het bondgenootschap daadwerkelijk uit elkaar valt.