Passend onderwijs is toe aan grondige evaluatie
Na zes jaar passend onderwijs is er ontevredenheid onder ouders en leraren. Betere samenwerking met jeugdhulp en extra ondersteuning in de klas zijn hard nodig om knelpunten op te lossen.
Binnenkort evalueert de Tweede Kamer passend onderwijs. Daarop vooruitlopend verschijnen er diverse negatieve geluiden in de kranten. Bijvoorbeeld de kop boven een artikel in het RD (16-6) meldt: ”Meerderheid ouders negatief over passend onderwijs”. De vereniging Ouders & Onderwijs geeft aan dat 60 procent van de ouders ontevreden is over dit onderwijsconcept. Het roer moet volgens directeur Lobke Vlaming om.
Opvallend is dat een van de conclusies van een ander onderzoek, Evaluatie Passend Onderwijs (evaluatiepassendonderwijs.nl), gebaseerd op vijfjarig wetenschappelijk onderzoek door het Nationaal Regieonderzoek Onderwijs (NRO), ook spreekt over ontevredenheid van ouders. Echter, dit onderzoek stelt dat de meeste ouders juist tamelijk tevreden zijn. De gevoelens van ontevredenheid hebben te maken met het feit dat ouders door het geboden maatwerk en de flexibiliteit minder houvast hebben. Ze weten niet altijd wat ze van de school kunnen en mogen verwachten.
Communicatie met ouders is dus een blijvend aandachtspunt. Het onderwijs kan niet alles oplossen, maar ouders moeten zich wel gehoord voelen. Iedere ontevreden ouder is er één te veel.
Ook een deel van de leraren toont zich ontevreden. Het recente onderzoek van de NRO toont aan dat die gevoelens niet alleen aan passend onderwijs te linken zijn. Klachten over werkdruk, bureaucratie en onvoldoende ondersteuning bij de toenemende zorgzwaarte dateren al van vóór 2014. Onze leraren lopen zich elke dag het vuur uit de sloffen om hun leerlingen te begeleiden. In de periode die recent achter ons ligt, zorgden zij er samen met de ouders voor dat het onderwijs op afstand door kon gaan. Een groot compliment voor leraren èn ouders is op zijn plaats. Elke dag wordt een grote inspanning geleverd voor een goede ontwikkeling van de kinderen!
Stabiel
Het onderzoek van de NRO toont verder aan dat na vijf jaar passend onderwijs het aantal leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte in het basisonderwijs stabiel is gebleven. Tegelijkertijd is het aantal kinderen in het speciaal onderwijs juist gestegen. De complexiteit van de ontwikkelbehoeften van leerlingen is wel groter geworden, zowel in het basisonderwijs als in het speciaal onderwijs. Juist dit gegeven moeten we ons als samenleving aantrekken! Sluit ons onderwijs wel aan bij wat leerlingen nodig hebben? Wat kunnen we doen tegen de toename van maatschappelijke problematiek waar kinderen de dupe van zijn? Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de toekomst?
De prestatiedruk in het onderwijs is enorm. Natuurlijk moeten scholen ervoor zorgen dat leerlingen goede resultaten behalen, maar wel in de goede volgorde: Eerst een goede, stabiele emotionele en sociale ontwikkeling en daarna, direct daaraan verbonden, resultaten die passen bij die ontwikkeling. Als deze aspecten van de ontwikkeling van een kind niet in evenwicht zijn, dan leggen we een te grote druk op onze kinderen.
Wachtlijsten
Het onderwijs kan niet alles oplossen. Samenwerking met jeugdhulp, zo veel mogelijk in of dicht bij de school, is noodzakelijk. Daar knelt het nog te veel. Dat geeft het onderzoek van de NRO ook aan. Wachtlijsten bij jeugdhulp creëren situaties waardoor de zorgen groter worden en leerlingen soms niet meer naar school kunnen. De toenemende complexiteit bij een deel van de leerlingen zorgt ervoor dat zonder inzet van jeugdhulp onderwijs voor hen niet of onvoldoende mogelijk is. Laat jeugdhulpmiddelen hoe dan ook ter beschikking komen aan het onderwijs! Het zorgt voor minder overleg en bureaucratie en snellere beschikbaarheid van deskundigheid.
De overheid moet zich ook afvragen of de financiering van het onderwijs wel voldoende is. Met geld is niet alles op te lossen, maar de hoge ambitie van passend onderwijs vraagt wel een passende financiering. Als onderwijs en jeugdhulp voor de opdracht staan thuiszitten te voorkomen, dan horen daar toereikende middelen bij. Bij de start van passend onderwijs is in de financiering geen rekening gehouden met de complexe groep leerlingen. Datzelfde geldt voor leerlingen die vanuit kinderdagcentra instromen in het onderwijs. Passend onderwijs is een kruipend concept; er komt onderweg steeds meer bij!
In de concept-contourennotitie van het ministerie van OCW is te lezen dat we redelijk tevreden kunnen zijn met de stand van zaken, maar dat een aantal randvoorwaarden wel aangepast moet worden. De ruimte ontbreekt om daar nu verder op in te gaan, maar laat het een wenkend perspectief zijn!
Nascholing
We zien uit naar kleinere klassen, naar een betere facilitering van leraren (door de inzet van onderwijsassistenten en door opleiding en nascholing) en wat ons betreft zeker ook naar een bezinning op ons huidige onderwijssysteem. We verwachten kennelijk nog steeds dat alle kinderen in dezelfde tijd, bij dezelfde leraar, in dezelfde jaargroep, dezelfde leerstof zich eigen maken. Als kinderen niet leren door de manier waarop wij lesgeven, moeten wij dan niet gaan lesgeven op een manier waardoor kinderen wel tot leren komen?
Gert van Leeuwen is bestuurder en Jan de Waard is beleidsmedewerker van Berséba, het landelijk samenwerkingsverband voor reformatorisch passend onderwijs.