Shoppen is geen burgerplicht, maar zonder zal het niet gaan
Shoppen is nu hoogste burgerplicht. Die kop zette een grote Duitse krant dinsdag boven een artikel over de Britse premier Johnson. Die had een winkelcentrum bezocht om daarmee te laten zien dat shoppen weer kan. Het geld moet natuurlijk weer gaan rollen.
Tegelijkertijd staan er in kranten artikelen die juist oproepen tot een ander leefpatroon. Dat de coronacrisis een gouden kans is om duurzamer te gaan leven. Dus geen wijn uit Australië meer, maar vruchtensap uit eigen regio; meer fietsen en minder autorijden.
Veel pleidooien voor een andere levensstijl zijn Bijbels te onderbouwen. Het uitpersen van de mogelijkheden van de aarde geeft weinig blijk van eerbied tegenover de Schepper.
Ook niet-christenen zijn gemotiveerd voor verandering. De Franse president Macron zei zondag dat Europa minder afhankelijk moet worden van de Verenigde Staten en China. Hij pleitte voor een nieuw economisch model waarin meer op eigen bodem wordt geproduceerd. „Zodat we minder afhankelijk zijn van anderen.” Zijn motief is meer politiek dan ethisch, toch prikkelt de coronacrisis hem tot verandering.
Of er echt draagvlak bestaat voor zo’n koerswijziging, is echter de vraag. Toen premier Rutte aankondigde dat de grenzen zouden opengaan, gonsde het direct over de zomervakantie in het buitenland. Zoals het er nu uitziet, zullen veel mensen inderdaad weer de grens overgaan, per auto of zelfs per vliegtuig. Dat men met vakantie in eigen land zwakke sectoren een dienst zou bewijzen, krijgt weinig aandacht. Het idee is: zo snel mogelijk weer naar het normale. Het ‘oude’ normale dan.
Premier Den Uyl zei eind 1973 na de oliecrisis: „Wij zullen ons blijvend moeten instellen op een levensgedrag met een zuiniger gebruik van grondstoffen en energie. Daardoor zal ons bestaan veranderen.” Na bijna vijftig jaar voelt het natuurlijk ongemakkelijk om dit terug te lezen. Het energiegebruik is na 1973 alleen maar gestegen. En het ziet er niet naar uit dat dit verandert.
Een nieuwe levenswijze vraagt een verandering van gedrag. En laat gedrag nu juist heel moeilijk bij te sturen zijn. Toen Den Uyl in 1973 zijn toespraak hield, begon door te dringen dat roken slecht is. Maar nog dagelijks steken nieuwe rokers hun eerste peuk op.
Bovendien is het de vraag of het roer wel zo snel om kan en moet. In onze economie zijn investeren en consumeren wezenlijk. Zonder die twee zijn er geen banen en geen belastinginkomsten. Als de hele wereld zuinig gaat leven, zal er voor zorg en onderwijs vrij snel minder geld zijn. Ook de werkloosheid zal dan groeien. Dit vraagt een heel ander soort economie, die op dit moment nergens op de wereld bestaat.
Die ‘betere wereld’ is dus niet te bereiken door simpelweg een knop om te zetten. De enige oplossing is verantwoord leven voor het aangezicht van de Schepper.