Politie laat extern onderzoek doen naar oude arrestatie collega
Een externe commissie moet gaan uitzoeken wat er allemaal mis ging bij de politie nadat een ervaren politie-inspecteur in mei 2016 een beginnende Amsterdamse politie-agent aanhield op het bureau in Enschede.
Het besluit, genomen door de politiechefs van de eenheden Amsterdam en Oost-Nederland, is de zoveelste stap in het al jarenlang slepende dossier.
De agent vergezelde zijn broer, die aangifte wilde doen wegens diefstal, naar het bureau waar hij vervolgens het verzoek kreeg zich te legitimeren. Een woordenwisseling daarover liep uit de hand, met de aanhouding tot gevolg.
De bewuste agent trad daarop veelvuldig in de publiciteit waarbij hij de inspecteur betichtte van racisme en etnisch profileren. Dit raakte de ervaren diender zo in het hart dat hij zelfs een speciale verzoekprocedure begon. Daarbij verzocht hij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden met succes het OM opdracht te geven hem te vervolgen. De zaak, uitgesteld vanwege de coronacrisis, draait om de vraag of de arrestatie rechtmatig was.
Eerder, na een aangifte van de Amsterdamse agent, besloot het OM de zaak tegen de inspecteur te seponeren. Hij zou rond de aanhouding wel wat steken hebben laten vallen, maar een disciplinaire sanctie door de chef van de eenheid Oost-Nederland zou volstaan. Die maatregel, een berisping, werd echter resoluut teruggedraaid door de korpschef van de nationale politie, nadat de diender in beroep was gegaan.
De politie stelt dat de commissie, onder leiding van oud-D66-Kamerlid Magda Berndsen, een objectief en compleet oordeel moet vellen over de gebeurtenissen na de aanhouding en beleidsaanbevelingen moet doen.