Omgekeerde wereld: migranten willen weg uit ‘virusland’ Spanje
Het lijkt de wereld op zijn kop. Op de vlucht voor het coronavirus proberen Marokkaanse migranten vanuit Spanje terug te keren naar hun geboorteland. Maar dat lukt hen niet kan niet omdat de regering in Rabat de grenzen heeft gesloten om besmettingen te voorkomen.
Marokko telt nu iets meer dan vierduizend coronagevallen. Dat is een slordige vijftig keer minder dan Spanje en Italië. Van meet af aan is het aantal besmettingen in Marokko veel lager geweest dan in de grote Zuid-Europese landen.
Voor een groep van 150 Marokkanen in Italië was dat voldoende reden om na de invoering van de lockdown per bus naar Algeciras te reizen. In de Zuid-Spaanse havenstad wilden ze op de veerboot naar Tanger in Marokko stappen. Dat ging niet door omdat de Marokkaanse grens inmiddels op slot zat.
In Ceuta en Melilla, de Spaanse enclaves aan de noordkust van Marokko, is de situatie niet anders. Ook daar stuiten Marokkaanse migranten op de onmogelijkheid om naar huis terug te keren. Volgens de plaatselijke krant El Faro zitten in Ceuta 300 Marokkanen vast. In Melilla hebben de autoriteiten 350 mensen in dezelfde situatie tijdelijke opvang geboden. Zoals het er nu uitziet, blijft de Marokkaanse grens tot 20 mei op slot.
Niet iedereen legt zich daar bij neer. Eind maart zwommen vier jongens langs het grenshek van Ceuta naar het strand aan Marokkaanse zijde. Daar werden zij gearresteerd en onderworpen aan een medische controle. Hun voorbeeld om de grens clandestien over te steken kreeg navolging. Sinds de instelling van de lockdown zijn volgens de Guardia Civil in Ceuta zeker twintig Marokkanen zwemmend naar hun land teruggekeerd.
Het meest opmerkelijke incident werd echter gemeld door ”Het Marokkaanse Nieuws”, een krant uit Casablanca. Het blad meldde dat zo’n honderd Marokkanen in twee opblaasboten vanuit Spanje de overtocht naar Marokko hadden gemaakt. Door hoge golven en sterke stroming waren ze flink afgedreven. Uiteindelijk konden ze voet aan wal zetten op het strand van Larache aan de Atlantische Oceaan, bijna honderd kilometer ten zuiden van Tanger. De trip, georganiseerd door een professioneel smokkelnetwerk, zou 5400 euro per persoon hebben gekost. Volgens de Spaanse politie is dat vijfmaal zo veel als wat nu een clandestiene overtocht in omgekeerde richting kost. De meeste opvarenden zouden illegaal in Spanje hebben gewoond.
Het uitroepen van de alarmtoestand in Spanje heeft met name migranten zonder papieren in een moeilijke situatie gebracht. Velen leven van de straatverkoop, of van het verzamelen van oud ijzer. Door de beperkingen van de bewegingsvrijheid hebben zij nu geen inkomsten. Hoe zij dan toch zo’n hoge prijs voor de overtocht hebben kunnen betalen, is niet duidelijk.
De vlucht voor het virus uit Europa betekent niet dat er geen Afrikanen meer naar Europa willen. Volgens het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken probeerden in de eerste helft van april drieduizend migranten clandestien Spanje binnen te komen. In dezelfde periode vorig jaar waren dat er 5500. Deze daling is deels het gevolg van de beperking van de bewegingsvrijheid in de kustgebieden van Spanje en Marokko.
Opvallend is de comeback van de migratieroute vanuit Zuid-Marokko naar de Canarische Eilanden. Sinds de invoering van de alarmtoestand loopt driekwart van de clandestiene pogingen om Spanje binnen te komen via deze gevaarlijke route van honderd kilometer over de Atlantische Oceaan. Begin april verging hier een bootje met 62 Afrikanen uit landen ten zuiden van de Sahara. Slechts 21 van hen konden worden gered.