Een dag ‘thuiswerken’ in een hotel
De deur van hotelkamer 318 klikt van het slot. Een frisgeboende slaapkamer met keukenblok en toilet staat tot mijn beschikking. Voor een ochtend en een middag het kantoor van een redacteur van het Reformatorisch Dagblad. Ik ben in hotel 2L De Blend in Utrecht, pal naast de koffiefabriek van Douwe Egberts.
Het lijkt de omgekeerde wereld: normaalgesproken boek je een hotelkamer om te overnachten. Nu heb ik de ruimte gereserveerd om er te werken.
De verhuur van hotelkamers als werkplekken is één van de alternatieven van hotels voor leegstaande kamers. Door de maatregelen van de overheid om de uitbraak van het virus Covid-19 in te dammen, mist het hotelwezen opeens veel inkomsten. Stel op sprong hebben de logementen hun restaurants en eetzalen moeten sluiten. Hoewel het aanbieden van overnachtingen nog wel mag, blijven de meeste mensen op voorschrift van de overheid zoveel mogelijk thuis.
Daarnaast lukt het veel mensen niet om thuis hun werk goed te kunnen doen. Een overvolle keukentafel waar ook nog eens kinderen vermaakt of onderwezen moeten worden, leidt voor menigeen tot veel stress. Gebrek aan concentratie en geen scheiding kunnen maken tussen werk en privé zijn veelgehoorde klachten.
Om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, lanceerde freelancer Olivier Kruger drie weken geleden de boekingswebsite Voordethuiswerkers.nl. „Onze gasten zijn veelal jonge stellen met allebei een drukke baan en kinderen. In steden wonen ze klein, maar moeten ze veel gedaan krijgen. Met een hotelkamer gunnen ze zichzelf een dag focus en rust. Daarnaast boeken mensen die in een verbouwing van hun huis zitten, of mensen wiens buren aan het verbouwen zijn, een kamer via ons.”
Inmiddels hebben zestig hotels zich aangesloten bij het platform. De logementen houden rekening met de coronahygiëne: de kamers worden na elk bezoek schoongemaakt.
Ik vraag mij af of een hotel wel een geschikte werkplek kan zijn. Thuiswerken ben ik wel gewend. Al moeten er dan niet nog te veel huishoudelijke klussen liggen te wachten; die leiden af. Vaak zoek ik daarom de studieruimte van de openbare bibliotheek op. Met wat scholieren en studenten om mij heen, lukt het me goed op mijn werk te richten. Maar de bieb is nu dicht.
De smalle eettafel van de hotelkamer bombardeer ik tot bureau. Er daalt rust over mij heen. De ochtend typ ik een artikel voor het Reformatorisch Dagblad van de volgende dag. Een kop koffie tap ik uit de Nespresso-automaat op het aanrecht. Voor een lunch verwees de gastheer bij de receptie mij naar de supermarkt om de hoek.
De middag besteed ik aan het uitwerken van een interview voor Terdege. Met een onderbreking om 14 uur voor een teamoverleg. Dit keer zien mijn collega’s op de achtergrond van mijn videobelscherm een deur met ontruimingsplan erop, in plaats van mijn boekenkast thuis.
De hele dag hoor ik nauwelijks omgevingsgeluiden. Eén keer hoor ik de deur van de naastgelegen hotelkamer open- en dichtgaan. Vaag dringen geluiden van buiten door: een snerpende zaagmachine, een voorbijcrossende brommer.
Ik kan me voorstellen dat sommige mensen deze werkplek te rustig vinden, als ze liever geroezemoes om zich heen hebben. Of ze zouden het te steriel kunnen vinden, als ze het toch al niet zo hadden op strak opgeruimde kantoren.
Maar dat dit een verademing is voor een werkend koppel met kinderen, kan ik mij goed indenken. Even een paar uur stilte. Geen afleiding. Meters maken. Rustig bellen met de klant.
Gemiddeld kost een hotelkamer voor een dag 35 euro. Koffie, thee en water zijn bij de prijs inbegrepen. Voor gebruik van bed, douche en roomservice moet meestal worden bijgelegd.
Die kosten zouden mensen ervan kunnen weerhouden gebruik te maken van de kamers, vermoed ik. Thuis aan het werk zijn, kost immers alleen wat elektriciteit, waterverbruik en eten en drinken. Aan de andere kant: als er nauwelijks werk uit je handen komt, heeft dat ook een prijs voor werkgevers. Misschien willen zij de kosten van telewerkplekken wel vergoeden. Zomaar een idee. Per slot van rekening besparen werkgevers nu veel reiskosten.
Om 17 uur berg ik mijn laptop op. Ik trek de hotelkamerdeur achter mij dicht. Voldaan fiets ik naar huis.