Ds. A. Schultink gaat met emeritaat
Hij blijft doen wat hij moet doen: preken. Toch gaat ds. A. Schultink, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, per 1 januari met emeritaat. „Preken is het liefste wat ik doe, verkondigen dat de Heere wil omzien naar het verlorene en het weggedrevene.”
In het kerkelijk leven moet er veel vergaderd worden, maar vergaderingen duren hem al gauw te lang. Preken is zijn eerste roeping. „De discipelen zullen ook weleens vergaderd hebben, maar ze waren allereerst geroepen om het land door te gaan, om erop uit te trekken, om te verkondigen dat de Heere recht is. Dát was in de eerste plaats hun werk. En het mijne ook.”
Ds. Schultink is 72 jaar. Met zijn gezondheid gaat het redelijk goed, zegt hij. Hoewel, hij heeft wel „pittig suiker.” „Het kerkelijk leven brengt vaak zorg en spanning met zich mee. En de dokter heeft al eens gezegd: „Dominee, dit gaat een keer fout. U hebt uw hele leven aan anderen gedacht, nu is het tijd om aan uzelf te denken.” En dus probeer ik verstandig te zijn en zelf het besluit te nemen om met emeritaat te gaan. Dat is beter dan dat straks een ander moet zeggen dat ik er nodig mee stoppen moet.”
Sinds 2015 dient ds. Schultink de gemeente van Rhenen. Toen hij kwam, telde de gemeente 424 leden en doopleden. In vier jaar tijd is dat aantal gegroeid tot 639. „Er is wat aanwas van buitenaf en er worden veel kinderen geboren. Het is een jonge gemeente. Hier is werk genoeg, ook als ik met emeritaat zal zijn. Veel van het ambtelijke werk in de gemeente en daarbuiten hoop ik te blijven doen.”
Schultink werd geboren op 7 december 1947 in Rotterdam-Delfshaven, in een arbeidersgezin dat behoorde bij de Gereformeerde Gemeenten. In 1986 ging hij met zijn eigen gezin over naar de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Autoschadeherstel
Schultink leerde voor timmerman, maar is nooit timmerman geworden. Hij raakte aan het werk als autoschadehersteller in Middelburg en later in Oostvoorne. Nadat hij tweemaal aan zijn arm was geopereerd, werd hij voor dat werk afgekeurd. In 1985 verhuisde hij naar Capelle aan den IJssel, waar hij werk kon krijgen bij de douane, eerst als bode, daarna bij de surveillancedienst in de Rotterdamse havens.
Het liefst was Schultink altijd aan het werk. Hij maakte lange dagen en op zondag zat hij uitgeput in de kerk. „Toen ik 29 jaar was, zette de Heere mij met kracht stil. Op een zondagmorgen had ik geen zin om naar de kerk te gaan, maar liet me door mijn vrouw toch overhalen. Ik was van plan om alle slaap die ik die week tekort was gekomen in de kerk in te halen, maar ik heb niet geslapen. Klaarwakker heb ik zitten luisteren naar een leespreek over Lukas 15, over de verloren zoon. Met dat woord schoot de Heere een pijl in mijn hart. Afgelopen was het met al mijn plannen. Het was over en uit. Toen ik naar huis ging, was er alleen nog deze vraag overgeschoten: „Mannen broeders, wat moet ik doen om zalig te worden?”
Sindsdien ging ik anders naar de kerk, ging ik anders luisteren, anders bidden, anders Bijbellezen, want ik moest bekeerd worden. Ik ging mijn leven reformeren. Alles wat in het gezin niet was naar Gods heilig Woord, dat ging eruit. Ik zei: „Heere, heb nog wat geduld, ik zal alles betalen”, nog niet begrijpend dat ik niets had om te betalen, dat er door een Ander betaald moest worden.”
Dat duurde zes maanden. „Toen werd mij de zaligheid in een Ander ontsloten, in de Christus der Schriften, in Jezus Die geboren werd in Bethlehem.”
Bezorgd: „Wat horen we toch weinig van deze dingen, van het beginnende leven, hoe de Heere leidt, hoe Hij de weg wijst, hoe Hij alles wordt in Zichzelf. De herders in het veld van Efratha mochten wel horen: „U is heden geboren de Zaligmaker, Welke is Christus, de Heere”, maar daarmee waren ze nog niet bij de kribbe. Als de mogelijkheid van zalig worden wordt aangewezen, dan is dat wel groot, maar daar mag het niet bij blijven. Het moet verder, naar de kennis van Christus. In Genesis 28 wordt de ladder opgericht tussen hemel en aarde. Zo wordt de breuk opgeheven, van boven naar beneden.”
In 1996 werd Schultink door het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland toegelaten tot de opleiding voor predikant. Zijn eerste gemeente was Barneveld, vervolgens diende hij Bruinisse, Gouda-Stationsplein en Rhenen. Over het beroepingswerk zegt hij: „De Heere heeft altijd de weg gewezen.”
Uitgeredeneerd
Na 21 jaar predikantschap gaat ds. Schultink met emeritaat. Wat de boodschap was, al die jaren? „Dat er voor verloren Adamskinderen genade is te vinden. Ja, dat is een ruim aanbod. Ja, dat is het ruimste Evangelie dat er is. Christus is in deze wereld gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Hij is gekomen voor zondige Adamskinderen die hun verloren staat voor God inleven. Geen mens wil verloren gaan, maar God zoekt juist verloren mensen op. Als voor ons alle deuren op slot zitten, als wij uitgepraat en uitgeredeneerd zijn, dan is het voor de Heere de tijd. Dan gaat Hij de weg der zaligheid aanwijzen. Als je als predikant zelf weet waar je vandaan bent gehaald, gun je de zaligheid een ander ook.”
Wie er ook bekwaam is om de boodschap van vrije genade uit te dragen, ds. Schultink in eigen oog niet. „Ik ben niet zo’n bekwame dominee geweest. En het lijkt wel alsof dat steeds erger wordt. Naar mijn waarneming wordt de weg almaar nauwer en smaller, maar ook op het smalle pad kan het in het hart weleens ruim gesteld zijn.”
Ds. A. Schultink
Abraham Schultink werd geboren op 7 december 1947 in Rotterdam-Delfshaven. Als predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland diende hij Barneveld (1998), Bruinisse (2003), Gouda-Stationsplein (2010) en Rhenen (2015). Binnen zijn kerkverband bekleedde hij vele functies. Onder meer was hij voorzitter van het curatorium, voorzitter van Huize Winterdijk in Gouda, deputaat hoge overheid en deputaat algemene kerkelijk zaken. Recent verscheen van zijn hand een tweedelige verklaring van de Heidelbergse Catechismus.
Het echtpaar Schultink heeft twee kinderen en zes kleinkinderen. Ze blijven in Rhenen wonen.