CDA dubt over toekomst boeren
De passage over het landbouwbeleid in het deze week verschenen CDA-discussiestuk roept binnen die partij zowel afkeurende als instemmende reacties op.
De auteurs, die het rapport opstelden op verzoek van het Wetenschappelijk Instituut (WI) van het CDA, laten de boeren vallen, vindt CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik. Ze verwijt het CDA in het spoor te gaan van D66, dat onlangs voorstelde de veestapel te hanteren.
Doel van het rapport was het uitstippelen van een langetermijnvisie op het Nederland van 2030. Over het landbouwbeleid zegt het stuk dat een deel van de boeren zich kan blijven focussen op de exportmarkt van vlees. Een ander deel zou zich voortaan in coöperatievorm alleen nog moeten richten op de productie en rechtstreekse verkoop aan burgers „voor de lokale markt dichtbij.” Duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van de boeren moeten belangrijker zijn dan de ambitie „om de tweede voedselexporteur te willen blijven.”
„Die passage moet van tafel”, twitterde Schreijer-Pierik vrijdagochtend. „Met een bedrag van 26 miljard euro draagt de landbouw voor bijna 50 procent bij aan ons nationale handelsoverschot. Daaraan danken we onze welvaart”, voegde ze er in het AD aan toe.
Eerder dreigde Schreijer al het CDA te verlaten en een eigen partij te beginnen, omdat ze vindt dat de rekening van de huidige stikstofcrisis te eenzijdig bij de boeren wordt gelegd.
Attje Meekma, melkveehouder en CDA-Statenlid in Friesland, liet zich donderdag juist lovend uit over de CDA-denktank. Veel boeren willen volgens haar graag onderdeel zijn van een lokale of regionale markt. Meekma leest in het rapport een terecht appel van het CDA op de burger om „de portemonnee bij het woord te voegen” en meer te willen betalen voor kwaliteitsproducten uit de streek.
De komende maanden wil het CDA met de leden in debat over het stuk. De aftrap daarvoor wordt zaterdag gegeven op een najaarscongres in Utrecht.