Binnen voelt het aan als buiten: rond het vriespunt
Onwerkelijke toestanden van armoede onder ouden van dagen in Moldavië, een land dat niet eens zo heel ver weg ligt van Nederland.
Een steenkoude woonkamer, met daarin twee hoogbejaarden, liggend in bed. Het is een onwerkelijke ervaring op het moment dat de deur van de kamer krakend opengaat en de twee zichtbaar worden. Anna veert op en wijst naar een kruk: „Kom, ga zitten, ga zitten.” Even later wordt duidelijk dat er die dag nog niemand is langs geweest. Pavel, haar man van 80, heeft de ogen half gesloten en reageert niet op ons bezoek.
Buiten schommelt de temperatuur rond het vriespunt, binnen verwacht je dan ter compensatie een aangename warmte, afstralend van een smeulend kacheltje. In de kamer van Anna (78) en Pavel (80) niets daarvan: de kachel staat er ongebruikt bij en de temperatuur is die vanbuiten.
Pavel heeft de smoezelige dekens strak om zich heen getrokken en vecht zichtbaar tegen de kou. Een lege colafles herinnert aan zijn enige warmtebron, die alweer een tijdje is uitgewerkt: opgewarmd water in een zelfgemaakte kruik. Naast Pavel staat op een tafeltje zijn eten van die dag: een homp brood en een potje met gestampte bonen.
En dan dat aftandse interieur, die bezoedelde kleden aan de muur, die de kilte vanbuiten moeten weren. In een hoek staan wat geblakerde potten en pannen op een haveloos uitziend fornuis.
Verwaarloosd en vergeten, zo valt de toestand van Anna en Pavel te omschrijven en daarmee is die getypeerd van vele duizenden bejaarden in Moldavië. Na de uittocht van werkzoekende landgenoten zijn zij achtergebleven en moeten ze het zonder hulp van kinderen of familie doen. En dat juist in een fase van hun leven dat ze die steun hard nodig hebben.
De meesten moeten rondkomen van een ontoereikend staatspensioentje – nog geen honderd euro per maand– en daardoor worden ze vooral in de winter worden geconfronteerd met een onmogelijk dilemma: geven we geld uit aan eten om onze magen te vullen, of aan brandhout om de kamer warm te krijgen? Als een van de ouderen medicijnen gebruikt wordt die keuze nóg moeilijker.
Wat extra steun van de overheid in de winter (nog geen twintig euro) is er enkel voor hen die geen kinderen hebben. Zijn die er wel, dan word je overgeslagen, ongeacht of die zonen en dochters wel of niet in staat zijn om te helpen. Ook een werkloze zoon, of gehandicapte wordt geacht zijn ouders te onderhouden. Sowieso krijgen niet alle ouderen die wintersteun; dat gaat groepsgewijs bij toerbeurt.
Is het vreemd dat ouden van dagen als een berg opzien tegen de komst van de winter? En dat ze de schaduw van dat zorgvolle seizoen al in de zomer boven zich zien hangen? Dat is niet vreemd, maar volstrekt begrijpelijk.
Voordat we weggaan bij Anna en Pavel overhandigt een zuster uit de plaatselijke baptistengemeente een voedselpakket. Vuile kleren van het echtpaar neemt ze mee om het te laten wassen. Anna huilt en klemt haar handen om die van de vrouw.
Hoe het komt weet ik niet, maar plots lijkt het toch iets warmer te worden in de kamer.