Stikstofbeleid verschillende provincies bezwijkt onder druk
Nog geen week geleden kwamen de twaalf provincies nieuwe regels overeen over de uitstoot van stikstof. Na maanden van stagnatie zouden eindelijk weer vergunningen verleend kunnen worden voor bijvoorbeeld bouw- en infrastructuurprojecten. Maar inmiddels zijn de eerste provincies alweer afgehaakt.
Onder druk van boeren besloot Friesland vorige week als eerste het nieuwe systeem nog voor de invoering los te laten. Drenthe en Overijssel volgden maandag. Gelderland trekt het beleid formeel volgende week in, omdat het provinciebestuur deze week vakantie heeft.
Kort samengevat kwam het besluit dat de provincies vorige week namen erop neer om weer natuurvergunningen af te geven, maar alleen voor activiteiten die niet leiden tot meer stikstofbelasting voor de omgeving. Een aanvrager moet aantonen dat een project niet leidt tot meer stikstof in natuurgebieden. Te hoge concentraties stikstofverbindingen, zoals ammoniak van de landbouw en stikstofoxiden van wegverkeer en industrie, kunnen schade aan de natuur veroorzaken.
Wie een vergunning wil, moet de stikstofuitstoot beperken of zorgen dat de uitstoot van een andere bron daalt. Aan dat laatste, het zogeheten extern salderen, zitten echter veel haken en ogen. Zo mag het van de wet niet met varkensrechten, pluimveerechten of fosfaatrechten.
De boeren zijn boos, omdat zij hun ruimte voor toekomstige uitbreiding door de nieuwe regels ingeperkt zien. Het mag volgens boerenorganisaties ook niet zo zijn dat andere sectoren, zoals de bouw, voorrang krijgen bij het verdelen van de schaarse ‘stikstofruimte’. Als boeren niet mogen uitbreiden terwijl ze daar op papier wel recht op hadden, staat dat volgens hen gelijk aan diefstal.
Nieuw stikstofbeleid is noodzakelijk, omdat de Raad van State in mei bepaalde dat de manier waarop de overheid hiermee omging in strijd was met Europese natuurwetgeving. Het hele stikstofsysteem was ineens ongeldig, met grote gevolgen. Duizenden projecten konden ineens niet meer doorgaan, van uitbreiding van veehouderijen tot de bouw van hele woonwijken.