Minister: weg met stereotype speelgoed
Speelgoedfabrikanten moeten zich afvragen of hun waar stereotypen over jongens en meisjes niet in de hand werkt, vindt minister Ingrid van Engelshoven. De minister, verantwoordelijk voor emancipatie, zou graag zien dat fabrikanten en winkeliers daarover afspraken maken.
Van Engelshoven kijkt met een schuin oog naar Frankrijk. Daar hebben fabrikanten en winkeliers afgesproken dat het uit moet zijn met rolbevestigend speelgoed. Speelgoedwinkels gebruiken niet langer aparte schappen voor jongens en meisjes, en die aanduidingen verdwijnen ook uit folders. Fabrikanten gaan meer speelgoed maken dat stereotypen doorbreekt en tegengaat.
De minister doet de oproep omdat ze vreest dat meisjes wordt bijgebracht dat zij niet in de wieg zijn gelegd voor bijvoorbeeld sport, spel en avontuur. En jongens op hun beurt dat bijvoorbeeld de zorg en het huishouden niets voor hen zijn.
In Frankrijk schoof de regering aan bij de besprekingen met de speelgoedindustrie. Dat is Van Engelshoven niet van plan. Toch valt haar oproep bij onder andere regeringspartijen VVD en ChristenUnie verkeerd.
De bemoeienis van de minister is helemaal niet nodig, zegt CU-Kamerlid Carla Dik-Faber. „De minister lijkt te lijden aan totale onderschatting van vrouwen. Ze zou er wel wat meer op mogen vertrouwen dat als meisjes met een zwaard willen spelen of jongens met een pop, ze dat gewoon kunnen doen.” Haar VVD-collega Antoinette Laan is dat met haar eens. „Doe normaal”, richt ze zich tot Van Engelshoven.
De PVV schampert over de „daadkracht” van de emancipatieminister op dit vlak, terwijl ze meisjesbesnijdenis en eerwraak ongemoeid zou laten. Forum voor Democratie-kopstuk Annabel Nanninga spreekt van futiliteiten en betutteling. „Gezegend het land waar de minister van onderwijs zich met deze flauwekul kan bezighouden.”