Netanyahu doet er verstandig aan zich terug te trekken
Israël gaat op 17 september opnieuw naar de stembus, na de verkiezingen van april. Premier Netanyahu slaagde er niet in een coalitie te vormen. Hij had zich daarop beter terug kunnen trekken.
Netanyahu had een ander de kans moeten geven. Hij had zich vervolgens terug kunnen trekken om zich te concentreren op een aanklacht wegens corruptie die tegen hem loopt.
Als hij dat had gedaan, was er waarschijnlijk al een regering gevormd van de rechtse Likud en de centrumpartij Blauw-Wit, die elk 35 van de 120 zetels in de Knesset veroverden. Israël had dan een regering gekregen die steunt op het middenvlak. Eventueel hadden andere partijen zich daarbij aan kunnen sluiten. Israël had zich zo ook de ruim 100 miljoen euro kunnen besparen die nieuwe verkiezingen kosten.
Maar Netanyahu riep eind mei op tot nieuwe verkiezingen. Het is te begrijpen waarom: hij wil dat de volgende coalitie een wet aanneemt die hem immuniteit biedt tegen rechtsvervolging wegens corruptie. De Knesset gehoorzaamde en ontbond zich. De verwachting is dat de verkiezingen in september ongeveer net zo zullen aflopen als in april.
Het is er in de tussentijd voor Netanyahu niet gemakkelijker op geworden zijn huidige coalitie overeind te houden. Het rechtse blok valt uiteen in een seculier en gematigd religieus deel aan de ene kant en een radicaal-religieus deel aan de andere kant. Beide kampen vinden elkaar op het thema veiligheid: er mag geen Palestijnse staat naast Israël komen en Israël zal geen Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever ontmantelen.
Maar als het over de toekomst van de staat gaat, blijken de laatste maanden duidelijk verschillen. Avigdor Lieberman van de partij Yisrael Beytenu pleit bijvoorbeeld voor een wet die bepaalt dat het aantal ultra-orthodoxen in het leger toeneemt. Hij speelt in op de ontevredenheid in de samenleving over het gemak waarmee de streng-religieuzen vrijstelling van dienstplicht kunnen krijgen. Aangezien de ultra-orthodoxen grote gezinnen hebben, wordt de last voor de rest van de samenleving steeds groter. Peilingen laten zien dat een groeiend aantal Israëliërs Lieberman steunt. Het behoeft geen betoog dat dit voorstel slecht ligt bij de religieuze partijen.
De gespletenheid in de coalitie bleek ook op andere fronten. Minister van Onderwijs Rafi Peretz van Verenigd Rechts sprak vorige week over een therapie om homoseksuelen te veranderen. Hij zei ook dat Israël de Westelijke Jordaanoever moet annexeren zonder de Palestijnen burgerrechten te geven en pleitte daarmee dus openlijk voor een apartheidsstaat.
Zijn partijgenoot, Bezalel Smotrich, beweerde in juni bovendien dat Israël de bepalingen van het Hooggerechtshof moet vervangen door die van de Joods-religieuze wetten.
Dit soort uitspraken vormen een schrikbeeld voor gematigd-rechtse burgers. Zij willen een onafhankelijke rechterlijke macht en staan voor liberaal-democratische waarden.
Netanyahu zag tot nu toe kans beide stromingen te verenigen. Hij distantieert zich van al te drastische uitspraken van de radicalen.
Dat Blauw-Wit en Likud zich straks toch gaan verenigen, is mogelijk. Maar dat kan pas in het post-Netanyahu tijdperk. In het middenveld bestaat namelijk verzet tegen samenwerking met een politicus die wordt verdacht van corruptie.