Dr. Dekker op GB-conferentie: Thema godsverduistering blijft van betekenis
Het is gevaarlijk om te spreken over een nieuwe manier van missionair-zijn en over kansen voor kleine kerken zonder het te hebben over godsverduistering, vindt dr. W. Dekker. „Missionaire initiatieven mogen niet werken als een vlucht naar voren.”
De hervormde emeritus predikant uit Oosterwolde sprak donderdagmorgen tijdens een conferentie van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland. Daarvoor waren zo’n tachtig predikanten naar Elspeet gekomen. Het thema was ”Ademnood en vitaliteit van het gereformeerde leven”.
Dr. Dekker zei dat het thema godsverduistering aan het einde van de vorige eeuw breed leefde. Hij vroeg zich af of deze crisis wel echt is verwerkt. „Op een gegeven moment schijnt bij decreet afgekondigd te zijn dat we het niet meer over de godsverduistering zouden hebben, omdat dat alleen maar deprimerend zou werken.”
De predikant noemde het gevaarlijk om het alleen te hebben over een nieuwe vorm van missionair-zijn en over kansen voor kleine kerken. Niet omdat missionaire initiatieven niet goed zijn, maar omdat de vanzelfsprekende aanwezigheid van God „alomtegenwoordig” is geworden, ook in de gereformeerde gezindte.
De predikant ziet ook geen reden om de crisis te veronachtzamen. Hij is ervan overtuigd dat de gereformeerde traditie kan helpen om het „voorlopig in de voortgaande crisis van de godsverduistering vol te houden.” Het leven vanuit deze traditie zou erdoor verdiept kunnen worden.
De theologie moet volgens dr. Dekker niet beginnen bij de mens en zijn gevoelens. „Wie vandaag begint bij de mens, houdt een heel kleine God over; een God in Wie weinig mensen meer kunnen geloven. Dat is per definitie geen God om van onder de indruk te zijn. Of er blijft een God over Die helemaal is ingekleurd door zijn vereerders, veelkleurig postmodern. Dat lijkt aantrekkelijk, totdat de vereerders erachter komen dat ze meer met zichzelf zijn bezig geweest dan met God.”
Toch wil dr. Dekker ook niet gewoon doorgaan zoals dat altijd gedaan is, omdat de huidige cultuur niet langer christelijk is. Hij stelde voor de Bijbelse verhalen opnieuw te gaan lezen om te ontdekken dat God Zich „vrijmachtig present stelt als een wonder, een verrassing. Er is hoop voor de postmoderne kerkganger.”
Inbreker
Deze God is geen inbreker van buitenaf, aldus dr. Dekker. „Hij was altijd al bij ons in alle ervaringen van het menselijke bestaan. Misschien moeten we dit terrein zelfs helemaal opnieuw ontginnen. De gekruisigde God is dicht bij allen die in vertwijfeling schreeuwen, zonder antwoord. Durven wij volkomen seculiere mensen erop aan te zien dat God met hen verbonden is?”
Mr. H. M. Oevermans, directeur Onderwijs en Onderzoek van de Christelijke Hogeschool Ede, pleitte voor eerherstel van het gevoel, dat in de bevindelijke traditie altijd al een plaats heeft gehad. Ook vroeg hij aandacht voor de moderne notie van het „dichter bij jezelf komen.” Die zou volgens hem in de prediking een plaats kunnen krijgen.
’s Middags sprak dr. J. van Eck, hervormd emeritus predikant, over de machten die het christelijke leven bedreigen. Over de moedeloosheid die kan opkomen na vergeefse pogingen om het tij te keren zei hij: „De ellende is dat wij controle over onze situatie willen hebben. Waar het in ons leven om gaat, brengen wij niet tot stand. Het overkomt ons. Het zou wel eens essentieel voor ons heil kunnen zijn dat we tot passiviteit worden gedwongen.”
Op basis van de Bijbelse geschiedenis van de storm op het meer concludeerde hij: „Hier hebben we de hele inhoud van wat we in de verkondiging hebben door te geven: dat Hij ons ziet, dat Hij bij ons is en dat wij niet bang hoeven te zijn. Voor Hem niet en voor de golven niet, want Hij is Heer over de machten.”
Macht van geld en goed
„Ik neem in de gemeenten een grote hang naar geld en goed waar”, zei ds. C.H. Hogendoorn, hervormd predikant te Katwijk aan Zee, donderdag tijdens de GB-conferentie in Elspeet. Veel gemeenteleden zijn volgens hem voortdurend bezig met het hier en nu. Ze wachten bijvoorbeeld met het krijgen van kinderen om hun welvaartsniveau in stand te houden of te verhogen. In christelijke bladen staan volgens hem nogal wat artikelen over eten en drinken en kleding en zijn ettelijke advertenties in de krant gericht op geld en luxe. „We hebben ons onder een vreemde macht laten brengen,” concludeerde hij, om daarna de predikanten aan te spreken. „Durven we als voorgangers hierin leiding te geven zijn of zijn we te behoedzaam geworden? Heeft het geld ons ook te pakken?”