„Media boden podium aan haatprediker Anderson”
Haatprediker Steven Anderson komt niet naar Nederland. Was de ophef rond zijn voorgenomen reis achteraf te voorbarig?
Hoe slaagde staatssecretaris Harbers (Asiel) erin Anderson te weren uit Nederland? Woensdag meldde de bewindsman maatregelen te hebben genomen „om de inreis van betrokkene in de Schengenzone te voorkomen.” Kortom, hij heeft opdracht gegeven de haatprediker te laten registreren in het zogeheten Schengeninformatiesysteem (SIS).
Met succes. „Ik ga niet tien uur in een vliegtuig zitten, om vervolgens vijf uur lang te worden verhoord en dan weer op een vliegtuig naar huis te worden gezet”, zo citeerde de NOS Anderson.
In het SIS kunnen grensbewakers zoals marechaussees zien wie het Schengengebied niet in mogen. Vereiste voor de registratie is dat uit een individuele beoordeling door het ministerie moet blijken dat betrokkenen een gevaar vormen voor de openbare orde of veiligheid, of de nationale veiligheid.
Met de grensalarmering neemt de overheid een zeker risico. De rechter kan later alsnog bepalen dat iemand naar binnen mag en dat overheden maar moeten wachten met ingrijpen tot diegene strafrechtelijk over de schreef is gegaan. Bijvoorbeeld door aan te zetten tot haat of op te roepen tot geweld.
Dreigde dat scenario eigenlijk wel, of zou Nederland het bezoek van de prediker massaal hebben genegeerd?, luidt een vraag die woensdag op sociale media en internetfora een paar keer voorbij kwam. Theoloog Alain Verheij denkt dat Anderson nu in zijn vuistje lacht: in een land waar niemand hem kende, kwam de politiek in actie op het hoogste niveau.
Hoogleraar rechtswetenschap Jan Brouwer zei op Radio1 dat Nederland zeker bestand zou zijn geweest tegen Andersons komst. Ook hij betreurt het grote podium dat de Amerikaan de afgelopen dagen door al de aandacht kreeg.