Slechte verkiezingsuitslag: wat nu?
Als woensdagavond de eerste exitpolls binnenkomen, hebben persvoorlichters allang bedacht hoe politiek leiders daar het beste op kunnen reageren.
Hoe spontaan de reactie van politici na de eerste uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen ook lijkt, dat is het meestal niet. Ook aan een slechte uitslag is wel een positieve draai te geven. Het sleutelwoord? Framing: inzoomen op een aspect van de uitslag en dat uitvergroten. Grote kans dat partijleiders woensdagavond op één van de volgende manieren reageren op de verkiezingsuitslag.
Zetelwinst. Viel het resultaat vier jaar geleden tegen? En is de partij daarna bij lokale en landelijke verkiezingen gegroeid, maar is er nu toch verlies ten opzichte van de vorige provinciale verkiezingen? Dan is dit een slimme optie: vergelijk de uitslag met die van dezelfde verkiezingen vier jaar eerder.
Stijgende lijn. Deze optie is interessant voor partijen die vier jaar geleden goed scoorden, maar bij verkiezingen daarna fors verloren. Alles ten opzichte van de grootste nederlaag kan worden uitgelegd als winst. Deze aanpak zal aantrekkelijk zijn voor de PvdA. Die partij verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 maarliefst 29 zetels en kelderde van 38 naar een schamele 9 zetels.
Kabinet is meerderheid in Eerste Kamer kwijt. De uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen bepaalt hoe de Eerste Kamer eruit komt te zien. Wanneer de coalitie van VVD, CDA, D66 en CU haar meerderheid verliest, zullen vrijwel alle oppositiepartijen dit gaan uitleggen als overwinning. PVV-leider Geert Wilders hanteert zelfs de hashtag #stemzeweg, doelend op de huidige regering.
Beter dan de peilingen. Waar politici die het slecht doen in de peilingen het daar vóór de verkiezingen liever niet over hebben, zijn ze er op de verkiezingsavond als de kippen bij als dit de uitslag in een positiever daglicht kan zetten. Dit kan met name voor CDA en D66 een uitkomst zijn; voor deze partijen zien de peilingen er slecht uit.
Op veel plekken de grootste. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2015 werd de VVD in zeven provincies de grootste, het CDA in vier, en de SP in een. Zetels verliezen, maar toch de grootste blijven in bepaalde provincies, kan de uitslag zijn voor deze partijen. De nadruk zal dan vooral op het laatste aspect liggen.
Stemmenwinst. Voor sommige partijen is de opkomst bij de verkiezingen erg belangrijk voor de uitslag. Zo kan het gebeuren dat een partij meer stemmen krijgt, maar evenveel of zelfs minder zetels krijgt. Voor de SGP, een partij met een trouwe achterban, is een lage opkomst gunstig; de eigen achterban komt toch wel naar de stembus. Bij een hoge opkomst kan de partij dus meer stemmen halen, maar minder zetels krijgen. Dit geldt in mindere mate ook voor de CU. „Tegenstander heeft ook verloren.” Hoewel zeldzaam, nemen politici soms hun toevlucht tot deze reactie om zo een verlies recht te praten. Na de nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 noemde GroenLinks-leider Jolande Sap het „fantastisch” dat de PVV ook verloren had. „Het populisme is ver teruggedrongen”, aldus Sap. De PVV ging van 24 naar 15 zetels; GroenLinks daalde van tien naar vier zetels.