Hamza bin Laden ontpopt zich steeds meer tot boegbeeld van al-Qaida
Ooit van Hamza bin Laden gehoord? De ”zoon-van” ontpopt zich steeds meer tot het hedendaagse boegbeeld van terreurorganisatie al-Qaida. Maar de tijden zijn sinds de dood van zijn vader veranderd.
Ongeveer dertig jaar is-ie, Hamza bin Laden. Hij is de zoon van één van de vijf vrouwen van Osama bin Laden, de beruchte terrorist die al-Qaida oprichtte en verantwoordelijk was voor de grootste terroristische aanval op westers grondgebied aller tijden: de aanslagen van 11 september 2001.
In 2011 werd Bin Laden tijdens een spectaculaire operatie door de Amerikanen gedood in Pakistan. In de jaren die volgden, nam een flink deel van zijn minstens twintig kinderen afstand van Osama’s jihadistische gedachtegoed.
Maar niet allen. Hamza heeft zich de afgelopen jaren meer en meer ontpopt tot opvolger van zijn vader. Dat was reden voor de Amerikanen om afgelopen week een miljoen dollar uit te loven voor informatie die leidt tot de opsporing van Hamza.
Het is volstrekt onzeker of hij inderdaad spoedig zal worden opgespoord: vader Osama zat na de aanslagen van 11 september 2001 nog bijna tien jaar verborgen in een huis, nota bene onder de rook van een Pakistaanse legerbasis. En ook Hamza houdt zich mogelijk schuil in het onherbergzame grensgebied tussen Pakistan en Afghanistan.
Maar los van de uitkomst van de zoektocht, is het de vraag of Hamza dezelfde soort gruweldaden in het Westen kan verrichten als zijn vader. Er zijn minstens twee redenen om Hamza’s mogelijkheden daarvoor in twijfel te trekken.
Allereerst hebben westerse regeringen in het algemeen, en die van de Verenigde Staten in het bijzonder, sinds 2001 vele miljarden geïnvesteerd in het opsporen en voorkomen van jihadistische terreur. Een grootschalige aanval à la Osama bin Laden is daardoor vele malen moeilijker geworden.
Maar er is nog een reden, en die komt van binnenuit. De soennitische jihad richt zich steeds meer op lokale doelen in het Midden-Oosten en niet in het Westen. De wereldwijde agenda van Bin Laden senior verandert langzaam maar zeker in een plaatselijke agenda.
Dat geldt niet alleen voor al-Qaida, maar voor tal van jihadistische groepen. Zo stelde het Syrische Jabhat al-Nusra, een afsplitsing van al-Qaida, in een handleiding uit 2016 dat alle inspanningen buiten de lokale strijd „een onacceptabele afleiding” vormen.
Die handleiding is in bezit van jihadexpert Hassan Hassan. Hij schreef vorige maand een gedegen analyse voor The Atlantic, waarin hij uiteenzet dat jihadisten vandaag de dag voor heel andere uitdagingen staan dan in de tijd van Osama bin Laden. Sinds de tijd van Osama hebben Arabische opstanden op veel plaatsen om zich heen gegrepen en dat dwong jihadisten snel te reageren. Die lokale onrust duurt nog altijd voort en slokt veel energie op van jihadgroepen. De ondergang van het kalifaat van Islamitische Staat heeft voor hen alleen maar bevestigd dat een wereldwijde jihad op dit moment niet de hoogste prioriteit heeft. Kortom, de tijden zijn veranderd.
Maar dat betekent natuurlijk niet dat westerse inlichtingendiensten achterover kunnen leunen. Want als een globale jihad lokaal gaat, kan diezelfde beweging ook andersom gemaakt worden. Hamza’s haat tegen het Westen is er in elk geval niet minder om geworden.