Opinie

Achterban ouder dan krant

Ook al is het Reformatorisch Dagblad belangrijk geweest voor de uitbouw van de reformatorische zuil en voor het identiteitsbesef van de bevindelijk gereformeerden, toch gaat het te ver om te zeggen dat er voordien geen sprake was van een bevindelijk gereformeerde gemeenschap.

dr. C. S. L. Janse
14 January 2019 19:44Gewijzigd op 16 November 2020 15:04
De toenmalige redactie bewondert het eerste exemplaar van het RD, 1 april 1971.  beeld RD
De toenmalige redactie bewondert het eerste exemplaar van het RD, 1 april 1971.  beeld RD

Ongetwijfeld was het RD al spoedig na zijn ontstaan in 1971 het belangrijkste communicatiemiddel voor de achterban. Wie wilde weten wat in die kring leefde, wie daar zijn producten of diensten aan de man wilde brengen, wie iets met een reformatorische signatuur wilde oprichten, voor die was het RD het aangewezen medium. Hoewel onvermijdelijk ook allerlei conflicten en verschilpunten aan de orde kwamen, bevorderde de krant de integratie van de achterban.

Contouren

Uiteraard waren de contouren van de bevindelijk gereformeerde kring ook al voordien zichtbaar. Weliswaar was men kerkelijk verdeeld en lang niet in alle opzichten homogeen, maar toch herkende men elkaar in wezenlijke zaken betreffende leer en leven. Zaken die men juist elders in de protestants-christelijke wereld miste of verloren zag gaan. In die kring was behoefte aan een eigen krant. Zo hebben de oprichters van het RD het destijds ervaren.

Het is dan ook wat merkwaardig dat Martin Tijssen in zijn eind vorig jaar verschenen boek ”De krant en het pand” beklemtoont dat de bevindelijk gereformeerde gemeenschap pas gevormd werd met de komst van het RD. Hij beroept zich daarbij op historici als prof. dr. F. A. van Lieburg en dr. J. Exalto. Voor de komst van het RD zouden de bevindelijk gereformeerden deel uitgemaakt hebben van de (brede) gereformeerde gezindte. Tot op zekere hoogte is dat waar, zoals de gereformeerde gezindte weer deel uitmaakte van de protestantse wereld.

Maar dat neemt niet weg dat er in bevindelijk gereformeerde kring sinds jaar en dag sprake was van een specifieke identiteit, waardoor men zich onderscheidde. Zo werd het ook gezien door allerlei auteurs die zich met deze groepering bezig hielden. Die verwijzen daarbij altijd naar de SGP. De functie van die partij beperkte zich niet tot politiek geëngageerden, zoals Tijssen stelt.

Een halve eeuw voor de oprichting van het RD kwam de SGP tot stand. Ds. G. H. Kersten wist ook buiten de kring van zijn eigen kerkverband een volksdeel te mobiliseren. Zij herkenden zich in de politieke en geestelijke boodschap die hij bracht. Van de 93.000 stemmen die de SGP in 1933 kreeg, kwamen er hooguit 25.000 uit zijn kerkverband.

De SGP was meer dan een politieke partij. In zijn bijdrage aan het SGP-jubileumboek ”Mannen van Gods Woord” laat dr. Exalto dat ook duidelijk zien. De basis voor de bevindelijk gereformeerde groepsvorming werd volgens hem tussen 1900 en 1930 gelegd.

Die partij kende een heel eigen geestelijk klimaat. De vroeger veelvuldig voorkomende tijdrede (veelal een verkapte preek), georganiseerd door een plaatselijke kiesvereniging, was een uiting daarvan. Evenzo had het partijblad De Banier jarenlang een pagina waarop de zondagse en doordeweekse kerkdiensten uit de achterban stonden vermeld.

Eigen identiteit

In zijn begin jaren vijftig verschenen boekje ”Onze houding tot de SGP” wijst de christelijke gereformeerde dr. C. J. Verplanke dan ook uitdrukkelijk op deze zo kenmerkende verschijnselen. De SGP is weliswaar een interkerkelijke partij, maar de geestelijke ligging van de hervormden en christelijke gereformeerden die zich bij deze partij hebben aangesloten, komt in zijn ogen volledig overeen met die van de Gereformeerde Gemeenten. Er is hier volgens hem sprake van een volksdeel met een duidelijke eigen identiteit.

Prof. dr. J. Tennekes (VU) publiceerde in 1969 in het sociologisch tijdschrift Mens en Maatschappij een artikel over de ”Oud-Gereformeerden”. Hij zette die naam tussen aanhalingstekens omdat het hem ging om een bredere groepering: dat deel van de gereformeerde gezindte dat zich oriënteerde op de Nadere Reformatie.

„In politicis”, zo schreef hij, „kan deze religieuze groepering ruwweg worden gekarakteriseerd als de achterban van de Staatkundig Gereformeerde Partij.” Hij onderscheidde hen duidelijk van de gewone gereformeerden.

Een jaar daarvoor verscheen een boek van prof. dr. A. van der Meiden, getiteld ”De zwarte kousen kerken”. “Portret van een onbekende bevolkingsgroep”, luidde de ondertitel.Van der Meiden, inmiddels vrijzinnig, was van huis uit christelijk gereformeerd. Hij wist van de verscheidenheid in bevindelijk gereformeerde kring. Hij onderscheidde lichte zwaren en zware zwaren, maar ze hadden zoveel gemeen, dat je hen als een specifieke bevolkingsgroep kon zien. Ze stemden vooral SGP.

Dr. J. Zwemer ging in zijn historisch opgezette proefschrift getiteld ”In conflict met de cultuur” (1992) eveneens uit van het bestaan van een dergelijke groepering. Ook hij verwees daarbij naar de SGP. „Gangmaker van de integratie der bevindelijk gereformeerden onderling was uiteraard de Staatkundig Gereformeerde Partij”, zo schreef hij.

„Sinds het midden van de eeuw had zich namelijk een ‘reformatorische zuil’ ontwikkeld, versterkt vanaf 1970 met de oprichting van veel eigen scholen en de stichting van het ‘Reformatorisch Dagblad’”, zo voegde hij eraan toe. Hij zag de reformatorische zuil „als een uitbouw van de traditioneel aanwezige vroomheid in eigen kring, een poging tot verwezenlijking van de ideale samenleving op micro-schaal.”

Refozuil

We kunnen RD, SGP en reformatorisch onderwijs beschouwen als de belangrijkste manifestaties van de reformatorische zuil. De SGP werd al in 1918 opgericht, de uitbouw van het reformatorisch onderwijs vond met name plaats in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Het RD kwam in 1971 op de markt.

Zowel het verschijnen van de krant als de oprichting van tal van reformatorische scholen staat niet los van de sterke terugloop van het confessioneel gehalte van de bestaande christelijke scholen en dagbladen in de jaren zestig en zeventig. Met het RD presenteerde een bepaalde bevolkingsgroep zich naar buiten, zoals ze dat via de SGP al een halve eeuw eerder had gedaan. Partij, krant en school hadden ook een samenbindende functie.

Maar het is en blijft merkwaardig om de krant te zien als de instantie die de bevindelijk gereformeerde gemeenschap vormde. Zo belangrijk is een krant nu ook weer niet. Het RD kon alleen verschijnen omdat er een achterban was die zich in zijn geluid herkende en daarom bereid was zich daarachter te stellen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer