Drie zilversmeden in een watertoren
De vaartocht van Kampen naar Kamperland volgt nu het traject Nieuwegein-Krimpen aan den IJssel. Ter hoogte van Schoonhoven vormt de watertoren kilometers lang een markant herkenningspunt voor het verkeer op de Lek. Reden om af te meren in een kleine jachthaven.
Ruim 50 meter torent de Schoonhovense watervoorziening boven het Zuid-Hollandse stadje uit. Net iets minder hoog dan de kerktoren. „Hij mocht niet hoger zijn dan de toren van de kerk, die dé blikvanger moest blijven, maar diende wel bijna die hoogte te halen. Als de kerktoren in brand staat, kunnen we tot vrijwel bovenin blussen. Het is gelukkig nooit nodig geweest”, zegt Paul de Vries. De zilversmid heeft zijn atelier in de voormalige watertoren.
Ook de watertoren -in 1901 gebouwd- heeft de tand des tijds doorstaan. Dit fraaie gebouw -„het heeft een hoog Disney-gehalte”- in romantische stijl was de eerste watertoren van de Krimpenerwaard. Tot 1982 heeft hij dienstgedaan en druk op het Schoonhovense waterleidingnet gezet. Daarna kwam de toren voor het symbolische bedrag van 1 gulden in handen van de Stichting Behoud Watertoren Schoonhoven. Die liet het gebouw in 1995 restaureren.
Sindsdien zijn drie zilversmeden in de voormalige watertoren gehuisvest. In de kelder heeft Paul de Vries zijn atelier. Hij richt zich op modern zilver. Daarvan is nergens zo veel te koop als in Schoonhoven, beweert De Vries. „Mensen uit het hele land komen hier bijvoorbeeld hun trouwringen kopen.”
Samen met de Stichting Zilver in beweging en de andere zilversmeden heeft De Vries een tentoonstelling van moderne voorwerpen samengesteld. „Deze tentoonstelling is met de Schoonhoven Award van 7000 euro bekroond.” In april geopend, trok de watertoren 3000 bezoekers, „van wie er 2000 nog nooit in de toren waren geweest.” De belangstelling wordt volgens De Vries elk jaar groter. „We willen graag jong bloed interesseren voor het vak van zilversmid.”
De Vries beoefent een uitstervend vak. In heel Nederland zijn er nog slechts tien smeden werkzaam die zilver bewerken. „Eigenlijk zijn er nog maar vier die van hun werk kunnen leven.” Die hebben hun atelier in Schoonhoven. Drie zitten er in de monumentale watertoren. „Wij kunnen ons brood ermee verdienen, maar het is geen vetpot”, klinkt het weinig optimistisch uit de mond van de kunstenaar. „Kunst levert geen goedbetaalde banen.”
Niet verwonderlijk als je bedenkt dat een zilveren object al gauw enkele duizenden euro’s kost. „Och”, zegt De Vries, wijzend op een kunststuk ter waarde van 10.000 euro, „als je een Van Gogh hebt gekocht voor 2,3 miljoen euro dan neem je dit er gewoon bij.” Zijn inkomsten genereert De Vries vooral op de betere kunst- en antiekbeurzen. Daar zijn inderdaad de Van Goghs en Rembrandts te kust en te keur, aldus de kenner.
Buiten de watertoren valt op hoe dicht die bij de Lek staat. Terug bij de Cornelis staat schipper Cor Knulst lachend achter zijn gasfornuis. Daar glimmen drie gebakken eieren.
Nog steeds gebruikmakend van het getij -„Als je op de juiste tijd vertrekt, scheelt dat soms uren varen”- zakt de Cornelis de Lek af. Enkele uren na het vertrek uit Schoonhoven vaart het jacht naar de kruising met de Hollandse IJssel en de Noord. Op de Hollandse IJssel is voorlopig geen jachthaven te vinden om te overnachten. Terug op de Lek meert Knulst af in een rustig haventje in Krimpen aan den IJssel. We zijn vandaag 50 kilometer gevorderd.
Knulst haalt zijn laptop tevoorschijn en laat zien welke route hij gevaren heeft. Een satellietverbinding op het water in een jachtje van 10 meter. Glunderend toont de schipper zijn vaardigheden. Even later is hij weer achter de potten en pannen te vinden. De schipper is met keukenapparatuur niet minder vaardig dan met zijn laptop. Ook vandaag komt er weer een voedzaam maal op tafel: bruine bonen, gebakken aardappels en schnitzel.
voetnoot (u17(Volgende keer: De blusboot in Krimpen aan den IJssel.