Lokale pub in Dewsbury is nu shariarechtbank
Vrijwel iedereen is moslim in Savile Town in Dewsbury. In een vroegere pub zit een shariarechtbank. Zeker tien voormalige kerken gingen over in islamitische handen. Het gros van de vrouwen op straat is van top tot teen gesluierd.
Zie je dat? Danny Lockwood wijst naar een bordje op een schutting waarop ”Beware of the German Shepherd” staat – pas op voor de Duitse herder. „Ze hebben hier niet eens honden”, lacht hij. „Ze houden niet van onreine dieren.”
Het is dinsdag 20 november en Lockwood –oprichter en eigenaar van de lokale krant The Press News– rijdt zijn Nederlandse gast door de wijk Savile Town in het Noord-Engelse Dewsbury. Opvallend aan de circa 6000 mensen tellende buurt is dat vrijwel iedereen er moslim is. En dat zie je op straat. Mensen dragen traditionele kleding: mannen hebben ruimzittende gewaden aan en hebben een hoofddeksel op; de meeste vrouwen zijn gehuld in een nikaab.
Behoedzaam laveert Lockwood zijn auto door de straten, links en rechts dingen aanwijzend. De Engelse journalist geldt als kenner van de lokale islam. In 2011 verscheen zijn –niet in het Nederlands vertaalde– boek ”De Islamitische Republiek Dewsbury”. Onderweg vanuit zijn kantoor in Batley richting Savile Town (kwartiertje rijden) doemen links en rechts moskeeën op. De meeste behoren tot de Deobandi-islam. Die beweging heeft Indiase roots en is streng in de leer. De shariarechtbank die Lockwood even later passeert, huist in een voormalige pub.
Geen politie
Naarmate de tijd verstreek, transformeerden in Dewsbury niet alleen pubs in een moskee of islamitische instelling, maar kwamen ook zeker tien kerken in islamitische handen. Het is tekenend voor de migratie in Dewsbury – nu een stad met ruim 50.000 inwoners. Na de Tweede Wereldoorlog kampen (textiel)fabrieken met een schreeuwend tekort aan personeel.
Vanuit Pakistan en India –tot 1947 behorend tot Brits-Indië– settelden zich in de plaats grote groepen arbeiders. In tegenstelling tot de autochtone bevolking dronken zij geen bier en gingen zij niet naar de kerk. En terwijl de oorspronkelijke bewoners steeds minder kinderen kregen, werden er in moslimgezinnen gemiddeld vier zonen of dochters geboren. Pub en kerk werden vanzelf overbodig.
Savile Town is een heel andere wijk dan Kanaleneiland of Schilderswijk. De huizen zijn er minstens honderd jaar oud en zijn niet verpauperd. De satellietschotels ogen een stuk kleiner dan in genoemde Nederlandse wijken. Overal staan auto’s geparkeerd. Mensen vragen hem weleens of de wijk een getto is, zegt Lockwood. „Nee dus. De mensen werken er hard. Vrijwel alle huizen zijn koopwoningen. Over het algemeen zijn mensen welvarend. Ze helpen elkaar geweldig. Politie zie je er nooit. Criminaliteit, zoals woninginbraken en autodiefstallen, is er niet.”
Oudtestamentisch
Toch is de journalist kritisch op de bewoners van de buurt. „Ze zijn zó op elkaar gericht. Ze bedruipen zichzelf, doen vooral onderling zaken. Ze houden de welvaart voor zichzelf. Autochtonen komen er ook nauwelijks, want ze hebben er niks te zoeken. Restaurants en dergelijke zijn er niet.”
Maar vooral is hij kritisch op hun godsdienst. Want die drukt een wel heel stevig stempel op Savile Town en daarbuiten.
Hét symbool van de islam is de Markazimoskee. Lockwood laat zijn auto stationair draaien voor het pompeuze gebouw waar circa 4000 mensen in kunnen. Met enkele waarschuwingsborden wordt de bezoeker te kennen gegeven dat het op straffe van vervolging niet is toegestaan om foto’s te maken. De moskee is het Europese hoofdkwartier van Tabligi Jamaat. „Een geheimzinnige, fundamentalistische sekte die een globaal kalifaat predikt”, legt Lockwood uit in zijn boek. Volgens hem houden ze er oudtestamentische opvattingen op na. „Het is een ”back to basics”-religie.”
Tablighi Jamaat zegt de eigen doelstelling vreedzaam te willen realiseren. Duidelijk is dat niet alle volgelingen vreedzaam zijn. Bij aanslagen of bij voorbereidingen daarvan in het verleden werd meerdere malen gewezen naar de beweging in Dewsbury. „Notoire terroristen”, aldus de journalist, zijn Hammaad en Hassan Munshi. De eerste werd veroordeeld voor terrorisme, de tweede sloot zich aan bij IS in Syrië. „Hun opa en oom runnen de shariarechtbank.” Elke Engelsman kent ook de naam van Talha Asmal. Deze 17-jarige uit Dewsbury, die bevriend was met Hassan Munshi, blies zich in 2015 op in Irak. Hij is daarmee de jongste Britse zelfmoordterrorist ooit.
Naast de Markazimoskee zit een islamitisch seminarie, een opleidingsinstituut. Van buitenaf is te zien dat een jongeman in witte kleding de trap omhoog neemt. Binnen heerst een strikt klimaat, weet Lockwood. „De instelling trekt studenten uit de hele wereld. Het is er niet toegestaan om een telefoon te hebben. Muziek luisteren is verboden. Op straat mag je je niet tussen de kafir (niet-gelovigen, BP) bewegen.”
Een groot grasveld op een steenworp van de Markazimoskee was eind oktober het toneel voor het driedaagse religieuze festival Ijtema. Dit evenement trok ruim 10.000 moslims uit alle hoeken van Europa, schat Lockwood. „Niks vergeleken met 1994. Toen kwamen er 50.000.”
Grote menigten op de been brengen is niet zo’n probleem voor de sekte Tablighi Jamaat. De begrafenis van Hafiz Mohammed Patel –„de meest invloedrijke moslimleider van het Verenigd Koninkrijk”– voerde twee jaar geleden vele duizenden aanhangers naar Dewsbury.
Liegen
De journalist geeft gas en koerst naar de hoofdweg, de wijk uit. Hij informeert naar de plannen voor de komende dagen. „Ga je met moefti Mohammed Amin Pandor en de anglicaanse priester Simon Cash praten? Dat wordt dan een dagje ”love en peace”. Pandor is een interessant figuur. Je kunt veel van hem leren. Maar hij gaat ook tegen je liegen. Ik heb veel van hem gelezen op internet. Wat hij tegen jou en mij zegt, is heel anders dan hij zijn volgelingen voorhoudt.”
Hoe zal Dewsbury zich in de toekomst ontwikkelen? Lockwood hoopt dat in het Westen geboren en getogen moslims minder strikt in de leer zijn dan hun vader en moeder, maar is daar niet gerust op. „Het zou de integratie bevorderen. Maar voorlopig wijst weinig in die richting. De meeste jongeren zijn orthodox en bewegen zich graag in eigen kring.”
Jaren geleden had hij zijn hoop gevestigd op Sayeeda Warsi (1971), minister onder premier David Cameron. „Zij groeide op in een moslimgezin in Savile Town. Voordat ze minister werd, was ze advocaat. Ook haar zussen hebben goede banen.” Helaas heeft Warsi in moslimkringen voor weinig verandering gezorgd, oordeelt Lockwood. „Als er ergens aanslagen waren, sprak ze slechts sussende woorden. Nooit bekritiseerde zij moskeeën of het islamitisch establishment. Een gemiste kans.”
Gesloten deuren
De volgende dag staat een nieuw bezoek aan Savile Town op het programma: deze keer zonder gids. Zelf een gesprekje met iemand beginnen is niet nodig, want als westerling word je vanzelf bevraagd op je komst. Dat doet bijvoorbeeld Abraar Mulla, een vriendelijke supermarktmedewerker van 23 jaar met een baardje. „Wereldwijd zijn er veel moslims en daar zitten vanzelf slechte mensen tussen”, zegt hij ongevraagd. En als even later een vrouw in nikaab afrekent, zegt hij dat vrouwen zelf voor gezichtsbedekkende kleding kiezen. „Ze zijn hoogopgeleid en denken zelf na”, licht Mulla toe, die zelf aan de University of Bradford heeft gestudeerd. „Hun kleding is iets tussen hen en God.” Dan rinkelt zijn telefoon. Hij loopt naar buiten en rent er als een haas vandoor.
Ook bij de Merkazimoskee zitten vriendelijke mensen, maar naar binnen gaan is niet toegestaan. Een man in een bruin gewaad, lange baard, vraagt het voor de zekerheid na. Kom even wat drinken, nodigt hij na terugkomst uit. De man, die zich voorstelt als Achmed, gaat voor naar een keet bij de moskee. Daar maakt hij Engelse thee met melk klaar.
Vanuit de keet houdt hij een oogje in het zeil, legt de vijftiger uit. Waarop hij zoal let? „Dat er geen vrouwen naar binnen gaan. Zij kunnen beter thuis bidden. Dat levert meer beloning op.” Achmed is sinds zijn 28e vroom moslim. Daarvoor was hij naar eigen zeggen alleen bezig met geld verdienen. Het gaat er volgens hem om dat je je „time, health and wealth”, aan God geeft. Oftewel: je onderwerpen aan Allah kost alles.
Achmed vertelt dat hij zijn zaak heeft verkocht en nu tien dagdelen per maand vrijwilligerswerk in de moskee doet. Ook gaat hij meermalen per jaar met enkele anderen voor korte tijd naar het buitenland om andere moslims aan te sporen tot vroomheid. Met name degenen die zich niet vaak meer in een moskee vertonen, kunnen op een bezoekje rekenen. Ook Nederland heeft hij regelmatig bezocht.
Kritisch is hij over hoe veel westerlingen leven. Ze zijn te druk met werk en leiden een gestrest leven. De islam heeft overal antwoorden op, vindt hij. „De islam heeft voor ieder aspect van het leven een regel.” Even later excuseert de man zich. „Sorry, jij bent christen. Maar wie lijkt er nu meer op afbeeldingen van Jezus die je in veel kerken ziet. Jij of ik?” Na een korte tijd stilte trekt hij zelf de conclusie. Na een uur is het tijd om afscheid te nemen. Achmed geeft nog twee mandarijnen mee voor onderweg.
Handen afhakken
Rond een uur of zes brandt er bij de shariarechtbank nog steeds licht. Voor wie niet bekend is in Dewsbury, is het gebouw lastig te vinden, want de website vermeldt alleen een postadres. Op e-mails die in de weken ervoor zijn gestuurd, volgt geen reactie. Er zijn meer prominente moslims die niet reageren op een interviewverzoek, want ook islamitische raadsleden hullen zich in stilzwijgen. Er zit weinig anders op dan een onaangekondigd bezoek te brengen. Het grote schoenenrek bij de ingang maakt duidelijk dat je met je schoenen aan in elk geval níét welkom bent.
Op de gang klinken kinderstemmen. Achter de deur zitten in meerdere ruimtes tientallen kinderen op de grond. Voor zich hebben ze een Koran op een soort lessenaar. De docent kijkt schichtig en weet niet onmiddellijk wat te doen. Even later stuurt hij een jongen om te informeren naar het doel van het bezoek. Shariarechtbank? Bestuur? „Loop maar even door.”
Wacht even vijf minuten, gebaart een leraar in een volgende ruimte. Hij moet eerst een Koranrecitatie overhoren. „Ik ben niet van de shariaraad”, zegt de man nadat hij klaar is. „Dat is een andere tak. Je moet ze maar bellen.” Wel helpt hij graag een vooroordeel de wereld uit. „Hier hakken ze geen handen af. Islamitische gehuwde vrouwen die willen scheiden, kunnen hier terecht. Vergelijk het met de interne Joodse rechtspraak.”
De man stelt zich voor als Shabbir, is vijftig jaar en komt uit India. Hij vertelt dat hij aan Leeds University is gepromoveerd op een islamitisch onderwerp. Overdag is Shabbir zakenman. Na zijn werk geeft hij les aan de kinderen.
De leraar informeert naar Nederland. „Bij Holland denk ik aan een liberaal land waar mensen drugs gebruiken.” Nederland raakt, net als het Verenigd Koninkrijk, zijn christelijke roots kwijt, oordeelt Shabbir. „Atheïsme wordt de nieuwe religie.” Spijtig vindt hij, want christenen en moslims delen volgens hem veel waarden.
Christenen zijn volgens hem ook slap. „Waarom keuren ze nooit publiekelijk zaken af als het homohuwelijk, seks voor het huwelijk en samenwonen? Alles moet maar kunnen.”
Hoeveel moslims wonen er eigenlijk in Nederland, vraagt de man nieuwsgierig. „Wonen er ook veel uit Indonesië, jullie voormalige kolonie?” Als vanzelf komt het gesprek op Geert Wilders. „Hij wil alle moslims eruit hebben. Wat vind je daarvan?”
Shabbir moet weer verder met zijn les. „Geloof niet alles wat media over Savile Town in Dewsbury schrijven”, adviseert hij. „Geef ons een goede pers.”