Italiaanse situatie vertoont parallellen met ‘brexit’
De Italiaanse begrotingsplannen zullen de economie niet helpen. Maar als deze verder verzwakt, zal Rome dit eerder aangrijpen om een referendum over de euro te houden dan om beleid bij te stellen.
Veel aandacht gaat nu uit naar de brexit. Logisch, want het is erg spannend hoe deze zal verlopen. Als het akkoord met de EU-onderhandelaars door het Britse parlement wordt verworpen, komt datgene waar de tabloids zo op aandrongen, een harde brexit, snel dichterbij.
De perikelen rond Italië zijn hierdoor naar de achtergrond gedrongen, maar zijn niet minder belangrijk. De regering van links- en rechts-populisten presenteerde onlangs een begroting die niet in lijn is met gemaakte afspraken in Europees verband. Door het invoeren van een basisinkomen en het vasthouden aan een lage pensioenleeftijd zal het begrotingstekort hoger uitvallen dan gepland en blijft de staatsschuld torenhoog.
De regering redeneert dat de maatregelen een stimulans geven aan de economie, waardoor de extra uitgaven zich terugverdienen. Berekeningen van het Internationaal Monetair Fonds geven echter aan dat de Italiaanse regering zich daarmee rijk rekent. Al sinds de financiële crisis presteert de Italiaanse economie slecht. De euro-sceptici geven daarvoor de schuld aan de euro, met als argument dat een eigen, goedkopere munt de export zou stimuleren. Dé oorzaken zijn echter structurele zwaktes van de economie, zoals geringe investeringen in nieuwe technologie, een falend onderwijssysteem en verstikkende bureaucratie.
Door elkaar snel opvolgende kabinetten is hier decennia lang weinig aan gedaan. De premier die langere tijd aan de macht was, mediatycoon Berlusconi, deed dit evenmin en was de eerste die Europa als zondebok gebruikte. Door het politieke falen is niet alleen de economische groei laag, maar zijn ook de overheidsfinanciën niet op orde gebracht. De EU dringt er terecht op aan dat dit alsnog gebeurt.
Als tegenargument wordt gesteld dat de hoge staatsschuld geen probleem is omdat deze grotendeels in handen is van de Italianen zelf. Dit maakt de schuldverplichtingen inderdaad minder kwetsbaar voor een verlies aan vertrouwen op de financiële markten. De keerzijde is echter dat door het grote beroep van de overheid op het voor investeringen beschikbare kapitaal, economische stimulansen minder effect hebben. Dit geldt ook voor de nieuwe begroting. Sterker nog, als de regering deze doorzet, zal zij later juist sterker moeten bezuinigen om een bankroet te voorkomen.
Of die bezuinigingen er dan komen is nog maar de vraag, want er is een parallel met de brexit. Net als in het Verenigd Koninkrijk is het er bij de Italianen door pers en politici ingepompt dat de economische problemen veroorzaakt worden door de EU. De laatste jaren is in Italië de populariteit van de Unie sterk afgenomen. De opkomst van Lega en de Vijfsterrenbeweging, met veel uiteenlopende ideeën maar verenigd in hun afkeer van de EU, hangt hiermee samen. Als de economische situatie in Italië onverhoopt verder verslechtert, zal Rome dit eerder aangrijpen om een referendum over de euro uit te schrijven dan het beleid bij te stellen. Het zou dan zomaar kunnen dat Italië de muntunie gaat verlaten.
De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.