Column: De beloften van technologie
Het blad De Ingenieur kent al jaren een rubriek Voorwaarts. In die rubriek gaat het om voorspellingen die decennia, of soms al eeuwen geleden gedaan zijn over technologische ontwikkelingen. De meeste afleveringen hebben iets vermakelijks, omdat de voorspellingen er vaak flink naast zaten. Je denkt dan onwillekeurig aan de uitspraak: ”Voorspellen is altijd lastig, maar helemaal als het om de toekomst gaat”, die al aan heel wat beroemdheden is toegeschreven. Soms kwamen voorspellingen niet uit omdat wat verwacht werd onmogelijk bleek. Dan weer haalde de technologie al snel de voorspellingen in en kijken we er nu op terug als een behoorlijke onderschatting van wat mensen tot stand kunnen brengen. Het gebeurt ook wel dat de voorspelling een soort ”self fulfilling prophecy” wordt: een voorspelling die waar wordt, omdat we erdoor op een idee gebracht worden. Wie de communicatiedoosjes in de oude Star Trekafleveringen bekijkt, ziet er onze mobieltjes in, en die zijn er uiteindelijk ook uit afgeleid.
In het afgelopen oktobernummer van De Ingenieur ging de rubriek Voorwaarts over kernfusie. Het zou een ideale oplossing zijn voor ons energieprobleem, want de brandstof ervoor is waterstof en dat is op aarde rijkelijk aanwezig, omdat water bestaat uit twee atomen waterstof en een atoom zuurstof. Het kost wel energie om die twee waterstofatomen af te splitsen uit water, maar dat is niets vergeleken bij de energie die het oplevert als we twee waterstofatomen laten fuseren tot een heliumatoom. De ellende is echter dat het ook gigantisch veel energie kost om die twee waterstofatomen zo dicht bij elkaar te krijgen, dat ze fuseren. Daarvoor moeten ze zo heet gemaakt worden dat er een plasma ontstaat. Het gaat dan echt om honderdvijftig miljoen graden Celsius. Er is geen metaal waarin zo’n plasma opgeslagen kan worden en dus moet het in een magnetisch veld worden vastgehouden. Heel veel kunst- en vliegwerk dus, en tot op heden is het nog nergens gelukt om een proces op gang te brengen dat langere tijd energie uit fusie oplevert.
Het artikel laat zien hoe toch keer op keer voorspeld wordt dat kernfusie binnen enkele decennia commercieel beschikbaar zal zijn. Dat werd al in 1955 beweerd door de Indiase kerngeleerde Homi J. Bhaba. Als je maar genoeg van dat soort voorspellingen doet, groeit vanzelf het aantal kernfusiesceptici, en die zijn er inmiddels dus in ruime mate. Tegelijk blijft er enorm veel geld gepompt worden in de ontwikkeling van kernfusiereactoren. Dat laat iets zien van het beloftekarakter van technologie. Ik heb iemand eens heel aardig horen zeggen over de heteluchtmotor, nog zo’n technologie waaraan al heel lang gewerkt wordt zonder dat er een doorbraak in zicht is: „De Stirlingmotor is veelbelovend, en zal dat ook altijd blijven.” Als geloof in de technologie maar sterk genoeg is, blijven er altijd mensen aan doorwerken. In het boek ”Sun in a bottle” van wetenschapsjournalist Charles Seif uit 2008 noemt de auteur dit een „ongeneeslijk wensdenken”. ”The science of wishful thinking” heet het in de ondertitel van het boek.
Dat het geloof in kernfusie ernstige vormen kan aannemen, wordt in het Ingenieur-artikel benadrukt door een aanhaling uit het boek van Seif: „Keer op keer heeft de droom van kernfusie wetenschappers aangezet tot liegen, het breken van beloftes en het bedriegen van hun vakgenoten. Kernfusie kan de beste natuurkundigen tot de rand van de afgrond brengen. Een afgrond waarvan niet ieder terugkeert.” Ik haast me hieraan toe te voegen dat ik niet geloof dat dit liegen en bedriegen voor elke kerngeleerde geldt. Maar er zijn wel dubieuze voorbeelden, zoals de claim van Martin Fleischmann en Stanley Pons, die in 1989 publiekelijk beweerden dat zij kernfusie op kamertemperatuur gerealiseerd hadden. Al snel bleek dat niemand dat kon overdoen, en het geloof in hun woorden zakte snel weg. Ik heb het voorbeeld vaak gebruikt in de cursus Wetenschappelijke Integriteit, om promovendi ervoor te waarschuwen niet te snel beweringen te doen die niet waar te maken zijn.
Een absoluut geloof in de beloften van wetenschap en techniek is niet ongevaarlijk. Christenen zijn geen wetenschapssceptici, maar weten wel van een ander vertrouwen, namelijk dat op God, die de atomen maakte en met het scheppen van de zon heeft laten zien dat Hij kernfusie werkend kan krijgen. De ultieme oplossing voor ons energieprobleem vinden we niet door vertrouwen op wetenschap alleen, maar allereerst op Hem, en pas dan op wat wij dankzij de gaven die Hij ons gaf tot stand kunnen brengen.
Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? rubriekforum@refdag.nl