Tachtig jaar Reichskristallnacht
Rijkskristalnacht. Je vraagt je af waarom de beruchte nacht van 9 op 10 november 1938 juist deze naam heeft gekregen. Kristal doet toch denken aan iets fraais, iets kostbaars – en die nacht ging in Duitsland heel veel waardevols aan diggelen. Van Joodse zijde is dan ook wel bezwaar aangetekend tegen de naam Reichskristallnacht. Andere aanduidingen zijn sindsdien ”Reichspogromnacht”, ”Novemberpogrome 1938” of ”Nacht van het gebroken glas”. Toch lijkt het woord Kristallnacht het meest ingeburgerd: ook het persbericht waarmee het Centraal Joods Overleg (CJO) de herdenking zondag in de Portugese Synagoge in Amsterdam aankondigt, gebruikt het bijvoorbeeld.
In de bewuste nacht, deze week tachtig jaar geleden, gingen uitzinnige nazihordes tot in de kleinste Duitse dorpen toe de straat op en vernielden op vrijwel hetzelfde moment vele honderden synagogen, scholen, Joodse winkels en woningen. Als ‘feestje’ van Joseph Goebbels.
Nog altijd wordt de Rijkskristalnacht herdacht. Dinsdag bood Klaas de Jong, auteur van het boek ”Kristallnacht en Kamp Westerbork” (uitg. Toetssteen), een petitie aan de Tweede Kamer aan waarin hij de overheid oproept om excuses aan de Joodse gemeenschap aan te bieden voor haar zwijgen destijds.
Dat synagogen én Joden zelf overigens ook anno 2018 niet veilig zijn, bewijst onder meer de recente aanslag in het Amerikaanse Pittsburgh, waarbij elf slachtoffers vielen.