Binnenland

Van schipper tot sluiswachter

Evert Barten
16 July 2004 22:18Gewijzigd op 14 November 2020 01:26
AMERONGEN – Sluiswachter Adrie Buitjes op zijn werkplek bij de sluis in Amerongen. „Het gebeurt regelmatig dat vakantiegangers de touwen van hun boot vergeten los te maken. Daar hangen ze dan, schuin tegen de kade.” Foto RD
AMERONGEN – Sluiswachter Adrie Buitjes op zijn werkplek bij de sluis in Amerongen. „Het gebeurt regelmatig dat vakantiegangers de touwen van hun boot vergeten los te maken. Daar hangen ze dan, schuin tegen de kade.” Foto RD

Op zoek naar verhalen op en langs het water varen RD-verslaggevers met de Cornelis van Kampen naar Kamperland. Zaterdag: Wageningen naar Amerongen. Meer foto’s op www.refdag.nl, dossier Van Kampen naar Kamperland. A/B CORNELIS - De Deutz-motor onder in de Cornelis komt grommend tot leven. Na een korte warmdraaisessie van de viercilinder glijdt het vaartuig de jachthaven van Wageningen uit. Schipper Knulst wijst naar de borden met rode driehoeken langs de oever. „We gaan vandaag met de stroom mee. Rood met de punt naar beneden is stroomafwaarts, groen met de punt omhoog is stroomopwaarts.”

De Cornelis is 65 pk sterk en heeft daarom niet de minste moeite om op koers te blijven. „De motor heeft eigenlijk te veel kracht voor deze boot”, zegt Knulst, die een grote liefde voor techniek aan de dag legt. „Maar dat is helemaal niet erg. Met veel tegenstroom hebben we pk’s over en nu draait de diesel lekker rustig.” Knulst kan uren vertellen over de techniek in zijn boot. Of het nu de oliegekoelde motor is, of het GPS-systeem dat hij via zijn laptop laat zien. Bij elk verhaal is hij enthousiast.

Duikelaars vliegen langs de boot en pikken hier en daar een visje uit het water. Enkele honderden ganzen kleuren de oevers wit en bruin. Even voorbij Eck en Wiel, een klein dorpje in de Betuwe, staan stacaravans te glimmen in de ochtendzon. Een kleine aanlegsteiger is te uitnodigend om zomaar voorbij te varen. Met slechts 30 centimeter onder de boeg manoeuvreert Knulst zijn jacht langs de steiger.

Een al wat oudere vrouw staat de vaat te doen in haar caravan. Ze blijkt samen met haar man uit Wassenaar te komen en geniet hier langs het water van de rust. Natuurlijk wil ze een RD-verslaggever even te woord staan om te vertellen waarom ze hier op vakantie is. Een woedende campingbeheerder met priemende ogen kan zich daar bepaald niet in vinden. „Bent u van dat jacht dat daar zomaar ligt? Waarom heeft u zich niet gemeld? U weet best dat dat moet. Nee, ik heb niets met kranten te maken. Wegwezen hier, ik geef u twee tellen.” Er zit niets anders op dan terug te gaan en af te varen. Welkom in Eck en Wiel.

Schipper Knulst stoort zich niet aan de onvriendelijke ontvangst en stuurt zijn jacht in de richting van de Amerongse sluis. „Hier de Cornelis, 10 meter. Kunnen we erdoor?” Na enkele seconden komt het antwoord. „Ja hoor, ik laat nu een paar jachten vrij, daarna kunt u uw gang gaan.” De stem komt uit een gebouw dat zo’n 30 meter van de sluis afstaat. Een uitgesleten voetpaadje voert door hoog gras naar de deur. Een bel, dezelfde stem en een uitnodiging om naar boven te komen. Een uitgestoken hand. „Adrie Buitjes, aangenaam.”

Na een leven als binnenvaartschipper verruilde Buitjes tweeënhalf jaar geleden zijn schuit voor een riante bureaustoel in het sluisgebouw. Monitors boven zijn hoofd geven een blik op de Neder-Rijn, de radar spoort ieder schip op dat de sluis nadert. Buitjes is alleen. Stilte heerst in het gebouw. „Het bevalt me prima. Vrij uitzicht, alles in de hand. Geen dag is hetzelfde, altijd weer zijn er andere schepen, andere mensen.”

De slechte ontwikkelingen in de binnenvaart deden Buitjes besluiten het roer aan de wilgen te hangen. „Ik ben geboren op een schip. Toen ik trouwde, begon ik voor mezelf. Het ging prima, maar de laatste jaren lagen we soms twee weken leeg in Frankrijk. Dat kost erg veel geld.” Voordat Buitjes sluiswachter werd, voer hij onder meer op een pontje bij Beusichem.

Knulst en zijn boot zakken ondertussen 3 meter. In de zomer is het verval in de sluis zelfs 4 meter. In de sluis heeft de schipper het druk met het vieren van de touwen. „Het gebeurt regelmatig dat vakantiegangers hun touwen vergeten los te maken”, zegt Buitjes glimlachend. „Daar hangen ze dan, schuin tegen de kade. Tot het moment dat de touwen het niet meer houden. Dan vallen die mensen pardoes met hun schip naar beneden.”

Nog niet zo lang geleden beleefde Buitjes de eerste aanvaring in zijn sluis. Een technische storing aan het roer van een binnenvaartschip zorgde ervoor dat de boot tegen zijn voorganger botste. „De schade bleef beperkt, maar je moet er niet aan denken dat er een pleziervaartuig tussen ligt.”

Naast de sluis bevinden zich de stuwen van Nuon. Ze torenen hoog boven het sluisgebouw uit. Scholen organiseren regelmatig excursies naar deze waterwerken. Een welkome afwisseling in het stille leven van een sluiswachter. „Dit hele spul zorgt ervoor dat het water op de IJssel, Waal en Neder-Rijn op peil blijft. Zo blijft er voldoende water voor de scheepvaart.”

Na een halfuur is de weg voor de Cornelis weer vrij. „Pfoe”, zucht Knulst als hij de toerenteller op 2000 zet. „Dit was de eerste keer dat ik alleen op m’n schip was in een sluis. Het was wel even opletten geblazen, maar het is gelukt.” Op naar de volgende sluis, bij Hagestein.

Volgende keer: De sluizen van Vreeswijk

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer