Kabinet biedt Howick en Lili weinig hoop
De in Nederland opgegroeide Armeense kinderen Howick en Lili hoeven er niet op te rekenen dat ze bij wijze van uitzondering toch niet worden uitgezet. „Het ligt niet voor de hand dat we tot een ander oordeel komen”, zegt staatssecretaris Mark Harbers van Immigratie.
Lili (12) en Howick (13) moeten uiterlijk op 8 september Nederland hebben verlaten, heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) van het ministerie van Justitie hun laten weten. Niets staat die terugkeer nog in de weg nu ook de Raad van State heeft bepaald dat de kinderen geen recht hebben op een langer verblijf in Nederland. Harbers heeft altijd de bevoegdheid om alsnog een uitzondering te maken, maar ziet daartoe dus geen aanleiding.
Advocaat Flip Schüller van de kinderen heeft nog geen besluit genomen of hij de zaak gaat voorleggen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Hij verwijst naar het Jeugdjournaal woensdagavond, waar Lili en Howick zelf uit de doeken willen doen hoe de situatie nu is.
Mocht de zaak wel bij het hof aanhangig worden gemaakt, dan kan het hof eventueel een ordemaatregel nemen waardoor uitzetting van de kinderen vooralsnog niet doorgaat. Schüller zei bovendien dat Harbers nog altijd kan besluiten toch zijn bevoegdheid te gebruiken om de kinderen te laten blijven. „Er is nog altijd een muizengaatje”, aldus de advocaat.
Hij noemt het besluit van de Raad van State „juridische bagger” en een zwarte dag voor de kinderrechten.