Lili en Howick uiterlijk 8 september land uit
De in Nederland opgegroeide Armeense kinderen Lili (12) en Howick (13) moeten op 8 september Nederland hebben verlaten. Dat heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) van het ministerie van Justitie hen laten weten, zei Howick maandag in de tv-uitzending Laat op Eén.
De Raad van State bepaalde vrijdag dat beide kinderen terug moeten naar hun geboorteland, waar hun moeder vorig jaar al naar is uitgezet. „Wij vinden het onbegrijpelijk dat ze dit doen”, zei Howick. „We hebben daar geen familie, geen vrienden. We komen daar in een soort weeshuis.” Ook zijn zusje Lili begrijpt er niets van. „Het is eigenlijk niet te geloven. Ik heb er geen woorden voor. Wij horen hier.”
De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de tieners in Armenië net als hun moeder geen gevaar lopen voor vervolging of ernstige schade door een onmenselijke behandeling. Evenmin komen zij in een mensonterende situatie terecht, aldus de Raad van State.
Maar volgens advocaat Scholtes is er nog niets concreet geregeld. Ze hebben geen woning en ze zijn niet op een school ingeschreven. De advocaten lieten in Laat op Eén weten de zaak mogelijk aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voor te leggen. Op korte termijn nemen ze daar een beslissing over.