Keverschildjes prijken op plafond Brussels paleis
Anderhalf miljoen mestkevertjes prijken op het plafond van de Spiegelzaal in het werkpaleis van de Belgische koning. Het is een van de zalen die in de zomer toegankelijk zijn voor publiek. En die zich bevinden op grondgebied met Nederlandse historie.
Slechts één jaar genoot de Nederlandse koning Willem I van zijn paleis in Brussel. Toen brak de Belgische Opstand uit en moesten de Oranjes het veld ruimen. Eigenlijk zou Willem I het ene jaar in Brussel wonen en werken en het andere jaar in Den Haag. Na een jarenlange verbouwing was het Koninklijk Paleis in België pas in 1829 klaar voor gebruik. Maar de koning moest het al snel achterlaten toen de revolutie losbarstte.
Daarna troonde Leopold I er, nadat hij op 21 juli 1831 de eerste koning der Belgen werd. Vandaag de dag ontvangt zijn nazaat koning Filip hier ministers, staatshoofden en andere genodigden. In de salons houden hij en zijn vrouw Mathilde er werkvergaderingen, rondetafelgesprekken, recepties, diners en lunches.
Troonzaal
Vanbuiten toont het paleis niet zo koninklijk. Het gebouw oogt eerder massief en grauw. Binnen is dat anders. Daar domineren kandelaars, kroonluchters, vergulde versieringen, historische schilderijen, statig marmer, grote spiegels en zware gordijnen voor metershoge ramen. Zoals dat past in een paleis.
In de zomer kan het publiek diverse ruimtes met eigen ogen bewonderen. De Empirezaal bijvoorbeeld, waar de koning geloofsbrieven van buitenlandse ambassadeurs in ontvangst neemt. En de imposante Troonzaal, gebouwd tijdens de regering van de tweede Belgische koning, Leopold II.
Een decoratie in het middendeel verbeeldt in reliëfs economische activiteiten uit de Belgische provincies: de jacht (Luxemburg), de industrie (Luik), de visserij (West-Vlaanderen), de textielnijverheid (Oost-Vlaanderen), de overzeese handel (Antwerpen), de veeteelt (Limburg), de mijnbouw (Henegouwen) en de steenhouwerij (Namen). De provincie Brabant is impliciet aanwezig omdat het paleis op Brabantse bodem ligt.
Mestkevers
Bijzonder is ook de Spiegelzaal. Vooral het plafond. Koning Leopold II had gewild dat de ruimte in het teken stond van de Belgische kolonie Congo. De geveldriehoek boven de schoorsteenmantels liet hij versieren met een kaart van Afrika. Maar de koning stierf voor de zaal af was, waardoor die nooit zou worden zoals hij wenste. De symbolische versieringen over het Afrikaanse land moesten wijken voor spiegels. En het plafond werd nooit afgewerkt.
Pas in 2002 werd de zoldering versierd, in opdracht van koningin Paola. Kunstenaar Jan Fabre plakte er bijna 1,5 miljoen glanzende juweelkeverschildjes op. Ook een van de drie kroonluchters bekleedde de Vlaming met de groene mestkevers. De schildjes –elk 27 millimeter groot– werden verzameld in restaurants in Indonesië, Thailand en Maleisië, die mestkevers serveren. Normaal gesproken belanden ze in de afvalbak.
Koningin Paola legde zelf ook enkele schildjes in de Spiegelzaal. In het mozaïek prijkt dan ook de letter P van haar naam. Jaren later onthulde de kunstenaar dat het versierde plafond ook giraffenpoten, vissen, afgekapte handen en twee doodshoofden zou verbergen. Symbolen die een kritische noot moeten plaatsen bij het koloniale verleden van België.
Keverschildjes kijken was er nog niet bij toen het Brusselse paleis werd opengesteld in 1965. Bezoekers mogen er gratis naar binnen; dit jaar nog tot en met 2 september (behalve op maandagen, dan is het paleis gesloten). Traditiegetrouw gaan de deuren open na de nationale feestdag op 21 juli. Extraatje is dit jaar een tentoonstelling waarin ook twee schilderijen te zien zijn die koning Filip zelf schilderde van zijn oom Boudewijn. De voormalige vorst overleed 25 jaar geleden.
Open paleisdeuren
Het publiek kan deze zomer weer een kijkje nemen in Paleis Noordeinde. Hoe gaat dat in het buitenland? Deel 5 in een serie over Europese paleizen die de deuren openzetten voor het volk.