Migranten stuiten in Bosnië op grens
De migrant die op weg is naar de Europese Unie moet snel zijn, want Fort Europa gaat langzaam maar zeker op slot.
Kroatië bereidt zich voor op toetreding tot de Schengenzone en heeft de zuidgrens versterkt. Zodoende blijven de vluchtelingen steken in Bosnië, ten zuiden van de Kroatische grens. „Bosnië wil geen ontvangstbalie van Europa zijn.”
Half mei in Sarajevo: de federale regering van Bosnië-Herzegovina wilde 270 asielzoekers naar het opgeknapte centrum in Salakovac brengen. Met bussen valt die rit van 120 kilometer in ruim twee uur te doen.
De weg naar het zuiden leidde door de Ivantunnel. Bij de ingang zwaaide de politie van Sarajevo nog een laatste groet naar de bus; de chauffeur hoopte bij de uitgang te worden verwelkomd door de politie van het zuidelijke kanton Herzegovina-Neretva.
Maar dat liep anders. De zuidelijke politie wilde de bussen met asielzoekers eerst terugsturen naar de hoofdstad en liet ze uiteindelijk bijna vijf uur in de bergen wachten.
De toestemming om door te rijden werd pas gegeven toen minister Dragan Mektic (Veiligheid) persoonlijk ingreep. De verantwoordelijke politiecommandant werd gearresteerd.
Ontheemden
Het voorval laat zien hoe zwak het bestuur van Bosnië-Herzegovina (kortweg Bosnië) is. Het land kent drie talen, die staan voor evenzoveel verschillen en culturen. In veel landsdelen gelden andere regels en is een andere politie. Bestuurslagen werken elkaar graag tegen.
De voormalige Joegoslavische provincie kampt ook nog met ontheemden uit de burgeroorlog (1992-1995). Internationaal bestaat de zorg dat Bosnië-Herzegovina eigenlijk tot de categorie van mislukte staten behoort.
Geen wonder dat migratie te moeilijk is voor Bosnië, zegt Elvis Dzafic, coördinator Bosnië van de organisatie Croation Baptist Aid. In „geen enkel ministerie” zijn er mensen die weten hoe ze dit moeten aanpakken. „Minister Mektic heeft in de media zelf ook gezegd dat hij niet weet hoe hij het moet aanpakken.”
Dat laat de regering zich echter niet zomaar zeggen. Woordvoerder Adnan Mehania zegt dat de opmerking van minister Mektic stond in het kader van de crisis van 2015. „Toen kwam er een grote golf door ons land. Dat was uitzonderlijk.”
Dzafic: „Bosnië is samen met Albanië het zwakste land in de regio. Uit statistieken is bekend dat mensensmokkelaars hier de beste zaken doen.”
Lekken
Grensbewaking had nooit een hoge prioriteit in Bosnië. Dat gold voor alle landen op de (westelijke) Balkanroute, waarlangs in de zomer van 2015 tienduizenden migranten trokken. Wat vanuit Montenegro en Albanië Bosnië binnenkwam, ging er richting Kroatië weer uit. De Bosnisch-Kroatische grens is meer dan 900 kilometer en kende voldoende zwakke plekken.
Maar dat verandert allemaal. Kroatië, Montenegro en Servië werken hard aan grensbewaking, en de reizigers eindigen daarom in Bosnië.
Dat is voor Bosnië reden om ook de grenzen te versterken, zegt woordvoerder Mehania. „Er gaat meer douane naar de oostgrens, met Servië en Montenegro. We overwegen ook om het leger te gaan inzetten aan de grens.”
Kroatië zit al vijf jaar bij de EU en wil nog dit najaar toetreden tot de Schengenzone. Binnen die regio –die grotendeels samenvalt met de EU– kan iedereen vrij reizen. Kroatië wil laten zien dat het in staat is de buitengrens van ‘Schengen’ te beschermen en probeert alle lekken in de zuidgrens dicht te krijgen. Er zijn mensen die al zes keer bij de Kroatische grens zijn betrapt en teruggestuurd.
De Bosnische minister Mektic hoorde eind vorige week hoe de EU-regeringsleiders hadden besloten opvangcentra voor migranten langs de EU-grenzen te bouwen. Hij was er snel bij om te zeggen dat hij daar niet aan meewerkt. „Bosnië wil geen ontvangstbalie voor Europa zijn”, zo zei hij de volgende dag in de hoofdstad Sarajevo.
Volgens Dzafic is Bosnië feitelijk al een receptiebalie voor Europa. „Sinds Kroatië dichtzit, is Bosnië het laatste land waar migranten naartoe kunnen. Het hoopt zich hier allemaal op”, aldus Elvis Dzafic.
Bekeren
Met de kleine organisatie Croatian Baptist Aid probeert Dzafic zo veel mogelijk migranten in Bosnië te helpen. De organisatie steunt op de ruim 10.000 protestanten in Kroatië. „We proberen ook andere kerken te prikkelen mee te doen. Het gaat ons er niet om mensen te bekeren, maar hen te ondersteunen.”
Het liefst zou Dzafic zien dat ook moslims zich bij de hulpverlening aansluiten, maar uit die kring zetten alleen privépersonen zich in. „De meeste vluchtelingen in Bosnië zijn moslim. Maar de officiële instellingen doen niets voor hen. Alleen islamitische particulieren helpen migranten.”
Het jaar 2018 wordt vermoedelijk een piekjaar voor Bosnië. In 2017 kwamen er 755 migranten het land binnen, dit jaar zit dat nu al rond de 5500. Mehania, zelf manager van het asielzoekerscentrum in Salakovac, vermoedt dat het er zelfs 7000 zijn.
Dzafic klaagt over de gebrekkige zorg voor de mensen. „Ze slapen in de openlucht in parken. Alleen de hygiëne levert al problemen op. En ook als een migrant overlijdt of een baby krijgt, weet niemand daarmee om te gaan. Terwijl de regering volgens internationaal recht een zorgplicht heeft.”
Mehania ontkent dat de overheid dit verplicht is. „Wij hebben wel een noodplan. Maar we hebben de hulp van de EU nodig om dat uit te voeren.”
Volgens Dzafic is ook de registratie van de migranten gebrekkig. „Ze komen op zes plaatsen de grens over, maar ze moeten 200 kilometer door reizen naar Sarajevo om te worden geregistreerd”, zegt Dzafic.
Maar Mehania ontkent dat. „Mijn collega’s van het ministerie van Veiligheid gaan naar de grensposten toe om mensen te registreren. Daarvoor hoeven ze niet naar de hoofdstad. Probleem is alleen dat migranten er niet happig op zijn om te worden geregistreerd.”
Zelf geeft Mehania leiding aan het asielzoekerscentrum in Salakovac. Dat is een oud kamp uit de burgeroorlog. Dit jaar is het gerenoveerd. „In vergelijking met andere centra is het een vijfsterrenhotel”, verzekert de manager. „En de hygiëne is de beste van het land.”
Het is een van de drie kampen in het land. De voorzieningen zijn niet grootschalig. „In totaal is er ruimte voor 300 mensen.” Dat zit momenteel nog niet eens vol. „Deze centra zijn er alleen voor mensen die asiel aanvragen. Van de 7000 die dit jaar ons land binnenkwamen, hebben er zo’n 650 asiel aangevraagd. De rest is weer verdwenen. Waarheen? Dat weet ik niet. Ze zijn doorgereisd, of ze zitten ergens illegaal. Van die 7000 zijn er niet meer dan 2500 in het land achtergebleven. Maximaal 3000.”
Brussel
In de EU-hoofdkantoren in Brussel is alle begrip voor de Bosnische nood. Maar dat vertaalt zich niet in grote actie. Vorige maand heeft de Europese Commissie voor het eerst sinds de grote crisis in 2015 1,5 miljoen euro aan Bosnië gegeven voor de opvang van vluchtelingen. Servië en Macedonië kregen tot nu toe al meer dan 30 miljoen euro.
Waar Bosnië het geld aan wil besteden, is nog niet duidelijk, zegt Mehania. „We willen het goed besteden. Die besluitvorming kost tijd.”
Dzafic vreest dat het EU-geld niet aan vluchtelingen wordt besteed. „Van al het geld gaat slechts 20 procent naar humanitaire hulp; 80 procent gaat naar veiligheid.”
De daadwerkelijke hulp laat de overheid veelal over aan ngo’s (niet-regeringsorganisaties). De coördinatie laat de regering veelal over aan het Rode Kruis, waarmee ook Croatian Baptist Aid in verbinding staat.
De afstemming met buurlanden is nog moeilijker dan de samenwerking tussen de Bosnische provincies, geeft Mehania toe. „Gezien het verleden (van de Joegoslavische oorlogen, EvV) ligt dat allemaal niet makkelijk. We proberen dat natuurlijk wel te verbeteren.”
Dzafic vermoedt dat het Bosnische probleem niet zozeer geldgebrek of lastige buren is, maar het ontbreken van een plan. „Bosnië heeft totaal geen langetermijnvisie. Daarom is er geen strategie. Het is allemaal ad hoc.”
Dzafic waarschuwt voor een negatief beeld van Bosnië in de wereld. „Ons imago is al niet zo goed. Onze bevolking neemt af, omdat tienduizenden ons land verlaten. Dat zegt genoeg.”
Ook van de EU verwacht Dzafic geen oplossing. „De Unie zorgt er wel voor dat het voormalige Joegoslavië stabiel is. Maar een groep van 5000 of meer migranten is voor de EU echt te klein om zich druk over te maken.”