Schapenboer De Groote: De wolf past niet bij Drenthe
De wolf klauwt aan de Nederlandse grenzen. Na anderhalve eeuw afwezigheid lijkt het roofdier in ons land ruimte op te eisen. Niet tot ieders vreugde. „Een hond speelt met schapen, een wolf vermoordt ze.”
Schaap is het haasje
Dit is foute boel. Jantinus de Groote (61) ziet op een zondagmiddag in maart in één oogopslag dat er wat vreemds aan de hand is met vier van zijn dode schapen in Oosterhesselen. Iets wat de Drent in de veertig jaar dat hij schapenboer is nog nooit meemaakte.
De kadavers zien er anders dan anders uit. „De hals van de schapen was helemaal bebloed. Ze waren in de keel gebeten. De luchtpijp was verbrijzeld”, zegt De Groote aan de keukentafel van zijn boerderij in Tiendeveen, vlak bij Hoogeveen.
Achter deze slachtpartij zit geen vos en ook geen hond, schiet het door de boer heen. Een vos grijpt een schaap doorgaans niet in zijn nek, maar in de zachte delen, zoals het geslachtsdeel. DNA-onderzoek bevestigt het bange vermoeden van de schapenboer: hier sloeg een wolf toe.
Toen had De Groote, met 3500 schapen een van de grootste schapenboeren van Drenthe, er een kopzorg bij. „De wolf is een prachtig dier”, zegt de rijzige agrariër in zijn woning, die volhangt met schapenschilderijen. „Maar als schapenboer zeg ik: Dit dier past niet bij Drenthe.”
Slachtingen
De wolf snuffelt aan Nederland. Zo’n 150 jaar lang liet het roofzuchtige dier zich in ons land niet zien. Maar sinds 2015 loopt de wolf hier weer rond. Sindsdien zijn zo’n dertig meldingen gedaan over door het dier gedode schapen. Vorige week nog lijkt een wolf te zijn opgedoken nabij het Friese Buitenpost.
Vermoedelijk huizen in ons land sinds de zomer van vorig jaar één tot drie wolven. Zeker in het relatief lege en rustige Drenthe slaat het beest zijn slag. De afgelopen maanden richtte het dier diverse slachtingen onder schapen aan. De wolf komt vanuit Duitsland onze grens over. Bij de oosterburen leven er inmiddels zo’n 500. De roedels (groepen van elk pakweg acht wolven) zijn daar verdeeld over zo’n zestig leefgebieden (territoria).
De afgelopen decennia won de wolf in Europa steeds meer terrein. Leefden er in de jaren zestig van de vorige eeuw amper 10.000 wolven, nu staat de teller op zo’n 15.000. Het merendeel van de roofdieren vertoeft in het oosten van Europa. De groei houdt verband met een toenemende aandacht voor natuurbehoud.
Tekenend is de situatie in de voormalige DDR. Voor de hereniging met West-Duitsland was de wolf in Oost-Duitsland vogelvrij. Stak het dier vanuit Polen de grens over, dan kreeg het algauw de kogel. Ná de val van de Berlijnse Muur werd de wolf ook in Oost-Duitsland een beschermde diersoort.
Hulpeloos
Op de boerderij van Jantinus de Groote rinkelt voortdurend de telefoon. De Groote verschaft ook werk aan stagiairs en mensen met een handicap. Een beller geeft de vondst van een dood schaap door. Zo’n melding is voor de boer dagelijkse kost. De wollige beesten zijn kwetsbaar. Jaarlijks legt zo’n 8 procent van de scha-pen in het veld het loodje. Sommige die- ren liggen urenlang hulpeloos op hun rug en gaan dan dood. Vanwege ziekte, stress, een hongerige vos, een onrust stokende hond.
Hoewel De Groote nu veel meer te stellen heeft met vossen en honden, vreest hij de komst van de wolf. „Een hond jaagt schapen op om met ze te spelen, een wolf vermoordt ze”, sombert hij.
De vergoeding die de boer krijgt voor door een wolf gedode schapen, vindt hij te mager. Per drachtig schaap beurt hij 225 euro van de provincie Drenthe. „Je hebt aan zo’n schaap een jaar werk gehad en je draait een groter verlies dan 225 euro.” Via een bezwaarschrift hoopt hij op een hogere vergoeding.
Waakhonden
In het weiland naast zijn boerderij klinkt schapengeblaat. Een lammetje zoekt melk bij moeder. Hoe zijn schapen te beschermen tegen rondzwervende wolven? Die vraag houdt De Groote bezig. Hij weet het niet goed.
De boer zou meer en hoger schrikdraad kunnen spannen rond de percelen waar zijn kuddes grazen. Maar dat kost „jaarlijks 2 ton aan arbeidskrachten en materiaal.” Een andere optie is om extra schuren te bouwen en om de schapen op stal te zetten. Die maatregel stuit hem eveneens tegen de borst. „Dat kost ook veel geld. Bovendien zijn wij een bedrijf dat ons vee zo dicht mogelijk bij de natuur wil houden, dus in de buitenlucht.”
Derde idee: waakhonden inzetten. Ook daar kleven nadelen aan, geeft De Groote aan. „Die honden zouden mensen die te dicht bij schapen komen, kunnen aanvallen.” Een vierde mogelijkheid: de kudde uitbreiden, zodat verlies van gedode schapen wordt gecompenseerd. „Dan praat je in ons geval over 100 extra fokschapen en 200 lammeren. Maar dat kost ook allemaal geld.”
Bang
Dat de wolf de mens ongemoeid laat, is voor de Drentse boer geen uitgemaak-te zaak. „Zelf ben ik niet bang. Ik geloof best dat het schuwe dier ervandoor gaat als je rustig blijft. Maar stel dat een ou-dere of een kind schrikt en ervandoor gaat. Misschien gaat een wolf erachteraan.”
In het dichtbevolkte Nederland zal een wolf meer gewend raken aan mensen dan in bijvoorbeeld uitgestrekte Poolse bossen, denkt De Groote. „Dat betekent dat wolven in Nederland ook zo brutaal kunnen worden dat ze zich wagen op je erf en proberen een kip te pakken.”
Wolf drijft partijen uiteen
Hij ontvangt de wolf met open armen, zij beziet de komst van het roofdier met argusogen. Er gaapt een kloof tussen wolvenexpert Leo Linnartz en Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA).
„Een groot drama.” Dat dreigt als wolven ongehinderd Nederland kunnen veroveren. Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik gebruikt alarmerende woorden om haar zorgen over de komst van het dier duidelijk te maken.
Ze zit in over onder meer schapenboeren. „Lopen schapenhouders in de toekomst met schrik in de benen naar de wei om te kijken of hun schapen nog leven? Grijpen we in voordat de situatie totaal uit de hand loopt?”
Ze gruwt van de gedachte dat schapenhouders hun kuddes zouden moeten beschermen met metershoge afrasteringen. „De wolf gaat er onderdoor of springt er overheen. In de publieke opinie heeft de wolf een hoge aaibaarheidsfactor. Maar beseft iemand op tien hoog in een stad, ver van het platteland, wat een wolf kan aanrichten? Ik hoor verhalen over grote economische schade. Over wolven die groepen schapen een ravijn in jagen.”
Vuilnisbakken
In diverse Europese landen dringt steeds meer het besef door dat „er wat moet gebeuren” om de wolf een halt toe te roepen, benadrukt Schreijer-Pierik. De Twentse boerin staat bekend als voorvechtster van boeren en vissers. „De wolf staat al een paar jaar op de agenda van het Europees Parlement. Zelfs linkse fracties, die natuurbelangen hoog in het vaandel hebben staan, maken zich zorgen. Boeren in onder meer Frankrijk, Duitsland en Slovenië ondervinden veel hinder van het roofdier. In Italië snuffelt de wolf in vuilnisbakken.”
De CDA-politica wil de beschermde status van de wolf ter discussie stellen. Ze bepleit onder voorwaarden afschieten van het roofdier. „Ik zeg niet dat je iedere wolf moet doodschieten, maar dring wel aan op beheerst beheer. Net als in Zweden. Daar is de wolf bejaagbaar.”
Sprookjes
Lijnrecht tegenover Schreijer-Pierik staat wolvenexpert Leo Linnartz. Hij is zegsman van Wolven in Nederland. Dat is een samenwerkingsverband waarin onder meer Natuurmonumenten, de Koninklijke Jagersvereniging en het Wereld Natuur Fonds participeren. De organisatie wil naar eigen zeggen „draagvlak voor de wolf creëren, door mythes en sprookjes van waarheid te onderscheiden.”
Laat de wolf maar komen, zegt Linnartz. „Het is een mooi dier dat er helemaal bijhoort. De wolf zorgt voor meer balans in de natuur. Als bijvoorbeeld herten en zwijnen weten dat er een wolf in de buurt is, zullen ze niet zo lang blijven grazen op één plek. Dat zorgt voor meer variatie in de vegetatie. Bovendien zijn prooirestanten een belangrijke voedselbron voor zeldzame aaseters, zoals raven en roofvogels als de rode en zwarte wouw.”
Dat wolven schapenhouders tot last zijn, is geen reden om het roofdier te weren, stelt Linnartz. „Zoals boeren hun kippen moeten beschermen tegen vossen, moeten schapenhouders zorgen dat wolven niet bij hun vee kunnen komen. Ik snap dat de komst van de wolf een hele omslag betekent voor schapenhouders. Maar bedenk dat veel Europees geld gaat naar landbouw en veeteelt. Dan mogen we ook wat terugverwachten van boeren.”
Opdoffer
Deugdelijke afrastering met schrikdaad met voldoende stroom is doorgaans toereikend om wolven te weren, zegt Linnartz, die niets wil weten van afschieten van de roofdieren. „In het najaar liep een wolf met halsbandzender dwars door oostelijk Nederland. Het beest was precies te traceren. Opvallend was dat de wolf weilanden met schrikdraad eromheen meed. Het dier pakte naast wilde prooidieren zoals reeën alleen schapen die onbeschermd rondliepen. Als een wolf een keer een zware opdoffer van schrikdaad heeft gekregen, mijdt het dier plekken waar het die afrastering weer ziet. De wolf denkt als het ware: Dit nooit weer.”
Gevaren voor de mens ziet Linnartz vrijwel niet. „De afgelopen zestig jaar waren er in Europa niet of nauwelijks incidenten waarbij een wolf een mens aanviel. Weliswaar is de wolf een krachtig en sterk roofdier, maar hij ziet de mens niet als prooi. Hij kiest ervoor afstand te houden. Vergelijk het met een ree. Als je die tegenkomt, staart hij je aan. En even later is hij verdwenen. Wel kan een wolf met hondsdolheid gevaarlijk zijn. Maar die ziekte is in Europa, en zeker in Nederland, nagenoeg uitgeroeid.”
Weetjes over de wolf
Een wolf wordt ten hoogste zo’n tien jaar oud.
Een teef werpt jaarlijks zo’n drie tot vijf pups (met uitschieters tot acht); gedurende zo’n zeven jaar.
Een zwervende wolf kan zo’n 70 kilometer per nacht afleggen.
Een roedel (pa, ma en de kinderen) bestaat doorgaans uit zo’n acht wolven.
Het leefgebied (territorium) van een wolf is zo’n 300 vierkante kilometer, althans in Centraal-Europa.
Een wolf eet dagelijks 4 tot 5 kilo vlees.
„Wolf banger voor ons dan wij voor hem”
De toeristische sector in het Drentse Borger maakt zich vooralsnog niet al te druk over de eventuele komst van de wolf. „Je houdt hem niet tegen. Ik hoor er vrij weinig over. Soms grapt iemand: Laat me die wolf eerst maar eens zien”, zegt Amina Schilperoort, coördinator recreatie en toerisme, in het lokale toerismekantoortje.
Wolvenexcursies? Toeristen waarschuwen voor de gevaren van de wolf? Ze is er amper mee bezig. „In Canada zouden toeristen beren kunnen verjagen met hun belletjesarmband. Misschien geven we hier ook ooit zulke tips met het oog op de wolf. Maar nu wijzen we mensen er vooral op dat je beter niet op blote voeten door het gras kunt lopen. Omdat je dan gebeten kunt worden door een adder.”
Burgers reageren wisselend op de komst van de wolf, leert een kleine steekproef onder tien mensen op straat in Borger. Man: „Hij mag komen. Maar lastig is het wel. Voor schapenboeren bijvoorbeeld.”
Oude vrouw: „Hij hoort hier niet. Ik denk dat niet dat ik sta juichen als hij bij mij in de tuin komt.”
Man: ,„Ik zie de wolf als een hond. Als die dieren genoeg ruimte krijgen, heb je daar als mens weinig last van.”
Vrouw: ,Het is een mooi dier. Ik denk dat de wolf banger voor ons is dan wij voor hem.”
Jonge moeder van twee kinderen: „Hij moet wegblijven. De wolf bijt een heleboel beesten dood.” Haar dochtertje: „Ik ben niet bang voor de wolf. Ik sla hem zo dood met een schep. Die stomme wolf.”