Commissie-Remkes bepleit correctief referendum
Een bindend referendum, een gekozen formateur en een constitutioneel hof dat wetten mag toetsen aan de Grondwet.
Dat zijn volgens de commissie-Remkes enkele manieren om de democratie, de rechtsstaat en het parlement te versterken. Donderdag presenteerde Remkes een tussenrapport over mogelijke staatkundige vernieuwingen. Het eindrapport volgt eind dit jaar. Daarin worden de voorstellen nader uitgewerkt.
Uitgangspunt voor de staatscommissie is een representatieve democratie, waarbij het parlement zo goed mogelijk de hele Nederlandse bevolking vertegenwoordigt. Omdat niet iedereen zich genoeg vertegenwoordigd voelt, zijn verbeteringen mogelijk.
Ter versterking van de democratie zouden regering en parlement de invoering van een correctief referendum kunnen overwegen. Daar moet geen opkomstdrempel voor gelden, maar de overheid moet vooraf wel duidelijk aangeven aan welke voorwaarden de uitslag moet voldoen. Op dit moment heeft Nederland een raadgevend referendum. De huidige regering heeft besloten dat af te schaffen.
Ter versterking van de democratie kan ook het kiesstelsel meer op personen en regio’s gericht worden dan op partijen. Verder zou een gekozen formateur kiezers meer invloed kunnen geven op de kabinetsformatie. Burgers stemmen bij verkiezingen dan niet alleen op een partij, maar ook op een formateur. Die krijgt vervolgens de leiding bij de kabinetsformatie.
Een constitutioneel hof dat wetten mag toetsen aan een deel van de Grondwet, met name aan klassieke grondrechten, kan volgens de commissie leiden tot versterking van de rechtsstaat. Het voorkomt dat rechters via de normale rechtsgang uitspraken met een politiek karakter doen.
In het kader van versterking van de rechtsstaat bepleit de commissie-Remkes ook invoering van geschiedenis en staatsinrichting als verplicht vak in het voortgezet onderwijs. Ook zou de regering de instelling van een nationale dag van de democratische rechtsstaat kunnen overwegen.
Ook het parlement verdient versterking, met name de Eerste Kamer. Senatoren zouden het recht moeten krijgen wetten die zij in meerderheid niet goedkeuren terug te sturen naar de Tweede Kamer. Ook zouden wetten waarover conflicten bestaan behandeld kunnen worden in een gezamenlijke (commissie)vergadering van Tweede en Eerste Kamer. Voor afschaffing van de Eerste Kamer, zoals bij de instelling van de commissie werd gesuggereerd door de VVD-fractie in de Senaat, voelt Remkes (ook VVD’er) niets.