Samenwerking scholen om sluiting te voorkomen
Scholen op het platteland krimpen. Om ze toch in stand te houden, zoekt een kring van zeven scholen een bijzondere vorm van samenwerking.
De vaste Kamercommissie voor onderwijs kreeg dinsdagmiddag een petitie van de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen. Daarin vragen ze om een experiment waarbij zeven kleine scholen uit verschillende streken in het land mogen samenwerken zodat schoolsluiting voorkomen kan worden. De scholen vormen voor de wet één geheel, maar in praktijk zijn het er zeven. Bestuur en beheer van school komen in handen van de lokale gemeenschap rond de school: ouders, dorpsbewoners en docenten.
Eind 2014 hebben de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen ook al een dergelijk verzoek ingediend bij de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Dekker. Die wilde het plan echter maar op één school uitproberen, namelijk op de Jan Ligthartschool in de gemeente Midden-Groningen.
Binnenkort debatteert de Tweede Kamer over de wet Meer ruimte voor nieuwe scholen. Nu zien de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen mogelijkheden om hun plan alsnog ten uitvoer te brengen. In de wet is ruimte voor nieuwe onderwijsconcepten. Volgens de initiatiefnemers past zo’n kring van kleine plattelandsscholen daar prima binnen.
Wellicht zouden er dan zelfs nieuwe scholen bij kunnen komen. De nieuwe wet gaat uit van een stichtingsnorm van 200 leerlingen. Die sluit feitelijk nieuwe schoolstichtingen op het platteland uit. Zo veel kinderen kan een nieuwe school in de praktijk bijna niet krijgen. Als de overheid een kring van zeven scholen ziet als één geheel zijn er wel mogelijkheden voor de stichting van een school op het platteland.