Plan voor christelijke privéschool voor thuiszitters in Putten
Een Barneveldse ondernemer wil in het Puttense landhuis Groot Spriel een orthodox-christelijke middelbare school stichten. Voor kinderen die in het reguliere onderwijs niet maximaal tot ontplooiing komen of zelfs helemaal niet meer naar school gaan.
„Iedereen heeft talenten. Die willen we helpen ontwikkelen”, zegt initiatiefnemer P. Kooyman. Zijn initiatief „verkeert nog in de planfase. We hebben inmiddels wel toestemming van de gemeente, de provincie, het ministerie, de onderwijsinspectie en Staatsbosbeheer, de eigenaar van de grond waarop landgoed Groot Spriel is gevestigd.”
Er moet echter nog veel gebeuren voordat de school in augustus 2019 van start kan: een onderwijsplan ontwikkelen, het pand inrichten, personeel aantrekken. „Op dit moment zijn we het 4,5 hectare grote park in oude staat aan het terugbrengen.”
Kooyman werkte bij ICT-bedrijf Baan, werd directeur van een groep bouwbedrijven, studeerde faillissements- en insolventierecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en hielp ondernemers die –net als hijzelf eerder– in zwaar weer terecht waren gekomen. Momenteel besteedt hij zijn tijd volledig aan de plannen voor Groot Spriel.
Talenten ontwikkelen
Eerder al, in 2015, wilde leerkracht Reijer van den Brink in dit statige pand Groot Spriel College in de Veluwe stichten, een kleinschalige middelbare school die zich zou richten op het individuele talent van de leerling. „Eind 2015 vroeg hij me te helpen bij de zakelijke kant.
Drie maanden later werd Van den Brink door een auto-ongeluk voor langere tijd uitgeschakeld. Toen ben ik met het plan verder gegaan, maar wel in aangepaste vorm: ik wilde een orthodox-christelijke signatuur –zeg maar: voor de achterban van RD en ND– en ik wilde niet dat de school alleen toegankelijk zou zijn voor kinderen van ouders die een hoog schoolgeld kunnen betalen.”
Hoogbegaafd
Kooyman verzamelde een team om zich heen waarin onderwijsmensen zoals D. D. Both, W. Hol, ing. E. Klein en W. A. Knapen zitting hebben. De school ontstaat ook niet uit kritiek op bestaande scholen voor regulier en speciaal onderwijs, beklemtoont de ondernemer, die tot de gereformeerde gemeente van Barneveld-Centrum behoort.
„Wij zijn erg gezegend met de scholen die we hebben. Ik heb zelf op het Van Lodenstein College gezeten en mijn dochter zit er nog op. De scholen doen echt wat ze kunnen –daar heb ik groot respect voor–, maar er zijn kinderen die niet tot ontplooiing komen.
Nederland telt 40.000 thuiszitters. Het kunnen kinderen zijn met gedragsproblemen, met stralingsziekte, maar ook hoogbegaafden. Het gaat me om het ontwikkelen van hun talenten en persoonlijkheid. Het kunnen de ondernemers van de toekomst zijn.”
Het onderwijsprogramma van Groot Spriel wordt uniek, zegt Kooyman. „Wij willen kinderen stimuleren door hun leerstof aan te bieden waar ze verder mee kunnen en willen. Dat wordt per kind afgestemd. Daarmee wordt schoolgaan weer leuk. Een leerling met een wiskundeknobbel daag je meer uit met bouwkundige zaken dan met zes jaar Frans.
Het is de bedoeling dat de leerlingen de school met een diploma verlaten. Een maximumleeftijd is er niet echt; afstuderen kan ook als je twintig bent.”
Kooyman heeft schooldagen van 8.30 tot 17.30 uur voor ogen, waarna de leerlingen zonder huiswerk naar huis gaan.
De school zal een nauwe band met het bedrijfsleven hebben. „De leerlingen kunnen in bedrijven ervaring opdoen en ondernemers komen gastlessen geven.”
Geen subsidie
De school krijgt geen subsidie. „Daar ligt een uitdaging. Er zal een grote rol zijn weggelegd voor bedrijven en begunstigers uit de achterban. Het is mijn persoonlijke missie dat ouders niet meer dan een paar duizend euro schoolgeld per jaar behoeven te betalen. Sommige leerlingen zullen overheidsgeld meebrengen doordat ze een indicatie hebben. Verder willen we de exploitatie van de school ontlasten door buiten de schooltijden volwasseneneducatie te verzorgen.
We zijn bijvoorbeeld in gesprek over de bijscholing van Syrische vluchtelingen. Er zijn 300 Syrische advocaten en 1200 Syrische onderwijsmensen die omgeschoold moeten worden. Wij sluiten daarvoor graag een contract af. We gaan ook seminars en cursussen voor bedrijven organiseren.”
De initiatiefnemer ziet de school „absoluut niet als concurrent” van de bestaande orthodox-christelijke scholen. „Hij is volledig complementair –aanvullend– aan het bestaande aanbod en het lijkt me juist goed om samen te werken met het reguliere onderwijs.”
Witte vlekken
Het ligt voor de hand dat als er hiaten in het onderwijsaanbod worden ervaren, er met de bestaande scholen wordt overlegd, zegt directeur J. Flier van het Reformatorisch Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (RefSVO). „Blijkbaar zijn er witte vlekken. Dat is voor mij aanleiding om de scholen te vragen: Laten we dingen liggen?”
Om de drie maanden vraagt Flier bij de scholen de gegevens van de thuiszitters op en verstrekt hij een overzicht daarvan aan de inspectie. „Op de 22.500 leerlingen in het reformatorisch voortgezet onderwijs zijn er zo’n 60 thuiszitters.
Ongeveer tien jongeren blijven thuis omdat ze niet naar school willen of omdat hun ouders hen thuishouden. Bij de andere vijftig is sprake van dusdanige problematiek dat het echt niet lukt om hen op school te houden. Mede voor hen zijn we klassen in Dordrecht en Ede begonnen waar een combinatie van onderwijs en begeleiding wordt gegeven.”
Aandacht is er volgens Flier nodig voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. „Alle scholen hebben programma’s voor hen, maar de ondersteuning van deze leerlingen kan wel verder ontwikkeld worden.”