Neekamp aan kop in referendum
De tegenstanders van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV) hebben woensdag het referendum naar alle waarschijnlijkheid nipt gewonnen. Op basis van 80 procent van de stemmen stemde 48,8 procent tegen en 47,3 procent voor. Bijna 4 procent stemde blanco.
De waarschijnlijke overwinning van het ”tegen”-kamp komt als een verrassing. In de peilingen stonden de voorstanders afgelopen week nog op een ruime voorsprong.
Volgens commentatoren komt de goede score van de tegenstanders doordat hun campagne zichtbaarder was. Het kabinet besloot pas op het allerlaatste moment om campagne te voeren voor de wet. Die keuze lijkt in elk geval verkeerd te hebben uitgepakt.
De mogelijke uitslag is een tegenvaller voor het kabinet, dat graag een overtuigend ”voor” had willen zien voor de nieuwe wet, die volgens de coalitiepartijen nodig is in de strijd tegen het terrorisme. Als de uitslag definitief een ”nee” wordt, zal het kabinet de invoering van de nieuwe inlichtingenwet moeten „heroverwegen.” Dat betekent dat het opnieuw moet bekijken of de wet wel op deze manier kan worden ingevoerd.
Bits of Freedom (BoF), de organisatie die tegen de nieuwe wet is, stelt dat het kabinet niet om deze uitslag heen kan en hem moet verbeteren.
Bij het referendum over de inlichtingenwet hebben opvallend veel mensen blanco gestemd.
In plaats daarvan deden ze het biljet in de stembus zonder een hokje rood te kleuren. Een blanco stem is vaak bedoeld als proteststem.
In Boekel stemde 7,5 procent blanco. In de gemeenten Sint Anthonis en Someren deed 6,6 procent dat. In het Zeeuwse Tholen hadden de meeste mensen de knoop doorgehakt: slechts 0,2 procent stemde er blanco.
Dankzij de gemeenteraadsverkiezingen is het referendum over de inlichtingenwet woensdag ruimschoots geldig. Zonder die verkiezingen zou het bijzonder spannend zijn geworden, blijkt uit de uitslagen die zijn doorgegeven aan de verkiezingsdienst van het ANP.
In 45 gemeenten werd alleen het referendum gehouden. Vanwege herindelingen waren daar geen gemeenteraadsverkiezingen. In die gemeenten was de totale opkomst 30,53 procent. Een referendum is geldig als minstens 30 procent van de kiesgerechtigden komt stemmen.
In gemeenten waar wel lokale verkiezingen waren, lag de opkomst op ongeveer 53 procent. De opkomst in het hele land is daardoor iets hoger dan 50 procent.